Antwoord op vragen van het lid Mohandis over de voorgenomen stelselherziening van lokale publieke omroepen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D36516, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-04 14:26, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-2975).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z13568:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2975
Vragen van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de voorgenomen stelselherziening van lokale publieke omroepen (ingezonden 30 juni 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 september 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2727.
Vraag 1
Wat is de stand van zaken over de voorgenomen stelselherziening van de lokale publieke omroepen en kunt u toelichten hoe de betrokkenheid van gemeenten structureel geborgd is?
Antwoord 1
Het kabinet werkt door aan de versterking van de lokale publieke omroepen. Het bijbehorende wetsvoorstel is afgelopen juli aanboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. In de kabinetsreactie op het WRR-rapport Aandacht voor Media, heeft het kabinet het streven geuit dat het wetsvoorstel in de tweede helft van 2025 aan uw Kamer wordt aangeboden.1 De inwerkingtreding van het wetsvoorstel voorziet het kabinet per 1 juli 2026. De feitelijke start van het stelsel is vervolgens na een overgangsperiode van anderhalf jaar, per 1 januari 2028.
De binding tussen de lokale publieke omroep en het lokale verzorgingsgebied is ook in het nieuwe stelsel van groot belang. Het wetsvoorstel bevat daarom maatregelen om deze lokale binding structureel te borgen en maatwerk voor gemeenten mogelijk te blijven maken. Allereerst blijven de gemeenten adviseur in de aanwijzingsprocedure. Verder worden de criteria versterkt waaraan aanvragen voor een aanwijzing als lokale publieke omroep moeten voldoen, ook wat betreft de lokale binding. Tevens wordt het programmabeleid bepalend orgaan (pbo) verstevigd. In de mediabegrotingsbrief 2025 is al genoemd dat het wetsvoorstel bovendien de mogelijkheid voor gemeenten creëert om ook in het nieuwe stelsel financieel bij te dragen aan de lokale omroep.2
Vraag 2
Kunt u, liefst vóór het aankomende zomerreces, helderheid geven over het totaalbudget en de verdeelsystematiek die gepaard gaan met de uitvoering van de wetswijziging voor lokale publieke mediadienstverlening en hoe verhoudt zich dit tot de inzet van gemeenten die reeds hebben geïnvesteerd in de vorming van streekomroepen?
Antwoord 2
Zoals hierboven staat, is het streven dat het nieuwe stelsel per 1 januari 2028 van start gaat. Vanaf dat moment bekostigt het Rijk de lokale publieke omroepen. Dat gebeurt aan de hand van een verdeelsleutel, die wordt vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur (AMvB). Deze verdeelsleutel is nog in ontwikkeling. Op hoofdlijnen staat de verdeelsystematiek beschreven in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, te raadplegen via de wetgevingskalender op overheid.nl. Het streven is dat de AMvB, waarin de verdeelsystematiek wordt uitgewerkt, eveneens op 1 juli 2026 in werking treedt. Het is de bedoeling dat zo snel mogelijk daarna twee zaken bekend worden: ten eerste het voorgenomen totaalbudget dat met ingang van 2028 beschikbaar is voor alle lokale omroepen. En ten tweede het voorgenomen budget dat met ingang van 2028 op basis van de verdeelsleutel per lokaal verzorgingsgebied beschikbaar is.
Gemeenten blijven tot de feitelijke start van het nieuwe stelsel verantwoordelijk voor de bekostiging van de lokale omroepen. Ze blijven daar tot dat moment geld voor ontvangen via het Gemeentefonds. Gemeenten ondersteunen daarnaast op meerdere plekken hun omroepen bij de transitie naar het nieuwe stelsel. Dat waardeer ik; gemeenten zijn een onmisbare partner bij het tot stand brengen van het nieuwe stelsel.
Vraag 3
Welke randvoorwaarden zijn naar uw oordeel nodig om samenwerking tussen publieke en private partijen mogelijk te maken, zonder dat dit leidt tot versnippering van de middelen voor de lokale omroepen of ondermijning van de beoogde streeksgewijze infrastructuur?
Antwoord 3
Publieke en private media zijn beide van groot belang voor de journalistiek en de cruciale functie die deze sector vervult in onze democratische rechtstaat. Samenwerking tussen publieke en private media is dus belangrijk. In de brieven van 10 juli 2025, 4 juli 2025 en 25 oktober 2024 over respectievelijk de moties en toezeggingen rond het mediabeleid, en de reactie op het WRR-rapport Aandacht voor Media en de lokale en regionale journalistiek is daarom uitgebreid ingegaan op publiek-private samenwerking op landelijk, regionaal en lokaal niveau en de inzet op dit onderwerp.3 4 5 Het uitgangspunt hierbij is dat de inzet op publiek-private samenwerking aanvullend is op (en dus niet ten koste gaat van) de lopende stelselherziening lokale omroepen en de jaarlijkse middelen die beschikbaar zijn voor de professionalisering van de lokale omroepen en de voorbereidingen op het nieuwe stelsel.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken in de vorming van de 80 streekomroepen en kunt u deze status nader toelichten en welke mogelijkheden blijven behouden om op gemeenteniveau maatwerk te blijven leveren voor lokale omroepen?
Antwoord 4
Sinds 2012 is er in de lokale omroepsector een proces gaande om tot een indeling van het land in lokale verzorgingsgebieden te komen. Dit gebeurt onder regie van de NLPO en met betrokkenheid van gemeenten en lokale omroepen. Dit proces resulteerde in 2023 in een indeling in tachtig verzorgingsgebieden.6 In verband met de voorgenomen stelselherziening heeft de NLPO begin 2025 nogmaals een dergelijke procedure ingericht, waarin belanghebbenden inspraak konden leveren op de bestaande indeling in verzorgingsgebieden. Dat heeft geresulteerd in een geactualiseerde indeling, waarin de grenzen van enkele lokale verzorgingsgebieden zijn aangepast. Het aantal lokale verzorgingsgebieden is in deze indeling eveneens tachtig.7 Deze geactualiseerde indeling vormt het uitgangspunt bij de toekomstige vaststelling van de indeling van de verzorgingsgebieden bij AMvB.
Lokale omroepen werken in steeds meer van de beoogde streken aan verdere samenwerking en professionalisering richting het nieuwe stelsel. Ik vind het van onverminderd belang om de sector hierbij te blijven ondersteunen. Eén van de belangrijkste instrumenten hierbij is de jaarlijkse subsidieregeling «Professionalisering Lokale Publieke Media-instellingen» van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (hierna: SvdJ).8 Dit jaar doet er in 51 van de beoogde 80 lokale verzorgingsgebieden een lokale omroep of samenwerkingsverband van lokale omroepen mee aan die regeling. Het SvdJ maakt tussen eind september en begin oktober bekend in hoeveel streken er in 2026 en 2027 een lokale omroep of samenwerkingsverband meedoet aan de regeling.
Voor wat betreft de mogelijkheden tot maatwerk in het nieuwe stelsel verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1. Daar beschrijf ik de maatregelen in het wetsvoorstel om lokale binding te borgen en gemeenten de ruimte te geven om te kunnen blijven inspelen op lokale omstandigheden en wensen.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen gewenst is, mits beide lagen hun eigen journalistieke opdracht en profiel kunnen behouden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om in uw adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur over het concessiebeleidsplan voor de regionale publieke omroep expliciet aandacht te vragen voor de verhouding tot en afbakening ten opzichte van het lokale publieke domein, zodat beide lagen elkaar versterken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Samenwerking tussen regionale en lokale publieke omroepen is inderdaad gewenst. Het versterkt de regionale en lokale journalistiek. Daarom is aan de Raad voor Cultuur in de adviesaanvraag van 12 mei 2025 over het concessiebeleidsplan van de RPO expliciet gevraagd om aandacht te besteden aan de samenwerking tussen de regionale en de landelijke en lokale publieke omroepen.
Het kabinet juicht het dan ook toe dat de RPO, NLPO, regionale en lokale publieke omroepen in hun gezamenlijke Alliantie concrete afspraken gemaakt hebben over samenwerking, het onderscheid tussen hun domeinen en de onderlinge versterking.9 Bovendien bakent zowel de huidige Mediawet 2008 als het wetsvoorstel het eigen domein van de regionale en lokale laag van het publieke mediabestel af. Uit de huidige Mediawet 2008 blijkt bijvoorbeeld al dat iedere regionale en lokale omroep wettelijk belast wordt met de uitvoering van de publieke mediaopdracht voor alleen het betreffende regionale of lokale verzorgingsgebied.10 Daarnaast bepaalt het wetsvoorstel dat een toekomstig lokaal verzorgingsgebied qua oppervlakte of aantal inwoners aanmerkelijk kleiner moet zijn dan de provincie(s) waarmee grondgebied wordt gedeeld.11 Hiermee wordt ook na de stelselherziening het onderscheid tussen de lokale en regionale publieke omroep bewaakt.
Kamerstukken II, 2024/25, 32 827, nr. 370.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 36 600 VIII, nr. 53.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 32 827, nr. 371.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 32 827, nr. 370.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 32 827, nr. 326.↩︎
Toelichting totstandkoming streekindeling Lokale omroepen, NLPO en VNG, mei 2023, geraadpleegd via de website van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.↩︎
Streekindeling lokale publieke media-instellingen, NLPO, 16 mei 2025, geraadpleegd via de website van de NLPO, https://www.nlpo.nl/streekomroepen/↩︎
https://www.svdj.nl/regeling/lokaleomroepen2025/↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32 827, nr. 294.↩︎
Artikel 2.61 van de Mediawet 2008.↩︎
Artikel 2.87h, derde lid van het wetsvoorstel.↩︎