Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 735	Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026)
Nr. 9	AMENDEMENT VAN HET lid Kouwenhoven C.s.
	Ontvangen 2 september 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 2.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van de tarieven, genoemd in het eerste lid, is het tarief gelijk aan het tarief, genoemd in artikel 2.13, voor zover het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang voordelen uit lucratieve belangen, bedoeld in de artikelen 3.92b en 3.95b, betreft. Dit inkomen uit deze lucratieve belangen telt niet mee in de vaststelling welk van de percentages in kolom IV van de tabel van toepassing is op ander inkomen uit aanmerkelijk belang.

II

Na artikel I, onderdeel J, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

In artikel 4.53, eerste lid, wordt “2.12” vervangen door “2.12, eerste lid,” en wordt aan dit lid toegevoegd “en voor zover het voordelen uit lucratieve belangen, bedoeld in de artikelen 3.92b en 3.95b, betreft, het in artikel 2.12, tweede lid, opgenomen percentage.

III

Na artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Na

In artikel 10.1, eerste lid, wordt “2.12” vervangen door “2.12, eerste lid”.

IV

Aan artikel XI, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. In onderdeel b, onder 1, wordt “2.12” vervangen door “2.12, eerste lid,”.

V

Na artikel XI, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 25c, eerste lid, onder 1, wordt “2.12” vervangen door “2.12, eerste lid,”.

VI

Na artikel XI, onderdeel C, subonderdeel 1, wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

1a. In het vijfde lid, onderdeel a, onder 1, wordt “2.12” vervangen door “2.12, eerste lid,”.

Toelichting

De lucratiefbelangregeling is in 2009 ingevoerd om excessieve beloningen bij managementparticipaties en carried interest te belasten. Het gaat om vermogensbestanddelen die (mede) als beloning voor werkzaamheden worden toegekend en die een rendement opleveren dat niet in verhouding staat tot de inleg of het gelopen risico. Deze voordelen worden in beginsel belast in box 1 tot 49,5%, maar via de zogenoemde aanmerkelijkbelangvariant kunnen zij in box 2 vallen en worden zij belast tegen slechts 24,5% tot 31%.

Dit amendement sluit dat gat door voordelen uit een lucratief belang in box 2 voortaan te belasten tegen hetzelfde tarief als in box 3, momenteel 36%. Hiermee wordt oneigenlijk voordeel gemitigeerd, worden inkomsten evenwichtiger belast en ontstaat een rechtvaardiger systeem. Met dit amendement wordt ook tegemoetgekomen aan de eerdere moties van de heer Idsinga.¹

Dit amendement levert ongeveer 45 miljoen euro op. Deze opbrengst zal worden ingezet om structureel de medewerkers van werk-ontwikkelbedrijven te ondersteunen, die sinds het Belastingplan 2025 onevenredig worden geraakt door de afbouw van de heffingskorting. Zij houden met een parttimebaan minder salaris over en dreigen maandelijks tientallen euro’s tekort te komen. Voor de aanwending van dit bedrag is een apart amendement bij de behandeling van de begroting van SZW noodzakelijk.

Kouwenhoven

Stultiens

Dijk

---

1. 36 725 nr. 29 & 25 087 nr. 335.↩︎