[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beëdiging van de heer V.C.H.M. Verouden (NSC) en de heer Y.J. van Hijum (NSC) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D36671, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-03 09:11, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Beëdiging van de heer Verouden en de heer Van Hijum

Beëdiging van de heer Verouden en de heer Van Hijum

Aan de orde is de beëdiging van de heer V.C.H.M. Verouden (NSC) en de heer Y.J. van Hijum (NSC).

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Ellian (voorzitter van de commissie):
De voorzitter maakt zich zorgen. Ik ga iets meer uitspreken, maar het zal kort blijven.

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer V.C.H.M. Verouden te Brussel en de heer Y.J. van Hijum te Laag Zuthem.

Voordat ik toekom aan het advies van de commissie hecht ik eraan het volgende op te merken.

Uit artikel V 3 van de Kieswet blijkt dat degenen die benoemd zijn verklaard en in Nederland wonen, een uittreksel uit het BRP moeten overleggen waarop hun nationaliteit vermeld staat. Voor degenen die buiten Nederland wonen, moet naast een uittreksel uit het geboorteregister een bewijs van Nederlanderschap worden overgelegd. Wat dat bewijs zou moeten zijn, staat nergens vermeld en is daarmee ter beoordeling van de Kamer. Een Verklaring van Nederlanderschap was als bewijs van Nederlanderschap onderdeel van het dossier waarop de commissie haar oordeel baseert. Complicerend is nu dat het ministerie van Buitenlandse Zaken deze verklaring sinds kort niet meer afgeeft. Een paspoort is voor benoemd verklaarden in Nederland niet genoeg; hun nationaliteit moet namelijk op het BRP-uittreksel staan. Echter, een paspoort is op dit moment wel het enige bewijs van Nederlanderschap dat benoemd verklaarden die in het buitenland wonen, kunnen overleggen. De commissie verzoekt de Kamer om aandacht voor dit hiaat.

De heer Verouden heeft naar het oordeel van de commissie voldoende bewijs van Nederlanderschap overlegd, door naast een paspoort een eerder afgegeven Verklaring van Nederlanderschap te overleggen.

De commissie is dan ook tot de conclusie gekomen dat de heer V.C.H.M. Verouden te Brussel en de heer Van Hijum te Laag Zuthem terecht benoemd zijn verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De commissie stelt u daarom voor om hen toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dienen zij wel eerst de eed, zoals die is voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal, af te leggen.

De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:
Dank u wel. Dank aan de heer Ellian dat hij zich over deze netelige zaak heeft gebogen. Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:
Ik verzoek de leden en overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.

De heer Verouden en de heer Van Hijum zijn in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eed af te leggen.

Ik verzoek de Griffier hen binnen te leiden.

(De heer Verouden en de heer Van Hijum worden binnengeleid door de Griffier.)

De voorzitter:
De door u af te leggen eden luiden als volgt:

"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

De heer Van Hijum (NSC):
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

De heer Verouden (NSC):
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van deze Kamer. Ik schors de vergadering voor enige minuten voor felicitaties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.