Antwoord op vragen van het lid Grinwis over het bericht 'Netversterking midden-Nederland jaren vertraagd'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D36701, datum: 2025-09-03, bijgewerkt: 2025-09-03 12:42, versie: 3 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z12126:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Indiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 2987
2025Z12126
Antwoord van minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 3 september 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 2566
1
Hoe luidt uw reactie op het bericht ‘Netversterking midden-Nederland
jaren vertraagd’?
Antwoord
De aangekondigde vertraging van tenminste vier jaar is ook voor het kabinet zeer teleurstellend, gezien de urgentie om de schaarste aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnet te verminderen, in het bijzonder ook in deze regio. Dit is een tegenvaller met negatieve gevolgen voor de economie, de woningbouw en de voortgang van de energietransitie.
Het kabinet spant zich tot het uiterste in om, samen met alle betrokken betrokken partijen, TenneT en de provincie Utrecht voorop, iedere mogelijkheid om de realisatie van dit project te versnellen aan te grijpen. Daarbij zal het kabinet elke stap zetten die het kan zetten om alle cruciale elektriciteitsprojecten te versnellen of minimaal te voorkomen dat ze vertraging oplopen. Iedere maand die kan worden ingelopen is winst voor de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van economie, woningbouw en de energietransitie.
2
Welke gevolgen heeft de vertraging van de noodzakelijke
uitbreidingsprojecten voor burgers en bedrijven? Bent u bereid de
tweede-orde-effecten in kaart te brengen? Hoeveel woningen kunnen
hierdoor voorlopig niet op het elektriciteitsnet aangesloten worden?
Antwoord
De realisatie van het station in Utrecht is een randvoorwaarde voor het verminderen van netcongestie in de gehele regio Gelderland, Utrecht en Flevopolder (FGU). Voor het FGU gebied wordt gewerkt aan een tiental maatregelen die moeten leiden tot meer flexibiliteit of een lagere piekvraag, zodat waar mogelijk partijen aangesloten kunnen blijven worden. Bedrijven op de wachtlijst voor een grootverbruikersaansluiting zullen als gevolg van de vertraging waarschijnlijk nog langer moeten wachten. De netbeheerders maken momenteel nieuwe prognoses, waarin zowel het effect van de maatregelen als de vertraging van de uitbreiding van het net worden meegenomen. Deze prognoses worden dit najaar opgeleverd. Dan wordt ook inzichtelijk wat de eventuele gevolgen zijn van de vertraging op specifieke andere groepen, en kunnen eventuele tweede-orde-effecten in kaart worden gebracht. Overigens hebben energieleverancier Eneco en TenneT onlangs afspraken gemaakt om twee gascentrales bij de stad Utrecht langer in bedrijf te houden om de druk op het elektriciteitsnet in de provincie Utrecht te verlichten1.
Het is duidelijk dat netcongestie een urgente uitdaging is voor de nieuwbouwopgave. Het is echter niet mogelijk de precieze impact van netcongestie op de huidige woningbouwplannen in kaart te brengen. Veel factoren spelen een rol in hoe snel een woningbouwproject gerealiseerd kan worden, vertraging is vaak niet toe te wijzen aan één enkele factor. Ook ten aanzien van netcongestie hangt mogelijke vertraging van veel factoren af; soms zal een aansluiting in eerste instantie niet mogelijk lijken, maar met een slimme aanpassing toch wel. Het ministerie van Volksvesting en Ruimtelijke Ordening houdt via de versnellingstafels en op projectniveau zicht op waar dit een belemmering is en schakelt waar nodig experts in. Samen met het ministerie van Klimaat en Groene Groei en de partners van de Woontop-afspraak 10.1 wordt ook gewerkt aan het bieden van praktische handvatten om netbewuster te bouwen en daarmee efficiënter om te gaan met de beschikbare capaciteit. Op de Woontop is afgesproken dat overheden, corporaties en marktpartijen een publiek-private monitor gaan gebruiken. Deze wordt momenteel ontwikkeld. De monitor zorgt voor sturingsinformatie en brengt knelpunten in kaart. Daarmee zal ook beter inzicht ontstaan in de projecten waar netcongestie een rol speelt.
3
Acht u het invoeren van een wachtlijst voor kleinverbruikers als
maatregel acceptabel? Welke gevolgen heeft dat voor deze consumenten en
kleine ondernemers?
Antwoord
Een wachtlijst is onwenselijk, of dit nu consumenten of grote of kleine bedrijven treft, maar kan in een situatie van netcongestie noodzakelijk zijn om het elektriciteitsnet overeind te houden. Indien er niet voldoende ruimte is om iedereen aan te sluiten wordt een wachtrij ingesteld en geeft het maatschappelijk prioriteringskader van de ACM aan welke categorieën prioriteit hebben. Hiermee worden de partijen met het grootste algemeen belang als eerste aangesloten op de ruimte die er nog beschikbaar is of beschikbaar komt. De ACM heeft op 26 juni een ontwerpbesluit voor een nieuw kader ter consultatie gepubliceerd. Dit kader moet op 1 januari 2026 in werking treden. Hierin zijn onder andere ook woningen en verzwaring van aansluitingen bij huishoudens als prioritair opgenomen. Op dit moment kunnen woningen en verzwaring van aansluitingen bij huishoudens binnen FGU nog aangesloten worden. De maatregelen die genomen worden binnen FGU zijn erop gericht om dit ook in de toekomst zo te houden en om waar mogelijk andere partijen in de wachtrij te helpen.
4
Hoe beoordeelt u het feit dat het zeer lastig is om geschikte locaties
te vinden voor nieuwe hoogspanningsstations? Wat is uw inzet
hierbij?
Antwoord
Het vinden van geschikte locaties voor nieuwe hoogspanningsstations is
complex vanwege de schaarse ruimte en de ruimteclaims van andere grote
opgaven. Daarnaast zijn voor de meeste 110-150kV projecten, en ook voor
veel 380kV-projecten, vooralsnog geen ruimtelijke reserveringen of
aanwijzingen gedaan in provinciale of gemeentelijke ruimtelijke plannen.
Het Rijk beziet met provincies, gemeenten en netbeheerders hoe de
ruimtelijke keuzes voor toekomstige elektriciteitsinfrastructuur eerder
gemaakt kunnen worden. De Nota Ruimte is het overkoepelende kader voor
de ruimtelijke ordening en het Programma Energiehoofdstructuur (PEH)
biedt het kader voor het nationale energiesysteem. De inzet van het
kabinet is erop gericht deze kaders te benutten om sneller tot gedragen
en haalbare locatiebesluiten te komen.
Deze uitdaging vraagt om een zorgvuldige afweging van belangen en een duidelijke rolverdeling tussen betrokken partijen. Om projecten te versnellen, is het belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over het bevoegd gezag voor de locatiekeuze en wie daarmee de verantwoordelijkheid neemt voor de keuze. Hier sorteert het kabinet op voor met het maatregelenpakket dat is gepresenteerd in de Kamerbrief ‘Sneller uitbreiden elektriciteitsnet’ van 25 april 20252. Hierin is ook de maatregel opgenomen om eerder in de procedure de locatie-alternatieven te beperken (“trechteren”) om besluitvorming te versnellen.
5
Welke plaats krijgt netverzwaring in de komende Nota Ruimte? Komen alle
noodzakelijke ruimtelijke opgaven op het gebied van netverzwaring in
deze nota te staan, zoals de nieuwe 150 kV/50 kV-hoogspanningsstations?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Na de zomer zal de ontwerp-Nota Ruimte gepubliceerd worden. De Nota Ruimte geeft de langetermijnvisie op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De Nota Ruimte schetst keuzes en richtingen voor onder meer wonen, werken, bereikbaarheid en ook voor het toekomstige energiesysteem. De urgente problematiek rondom netcongestie en daarvoor benodigde uitbreidingen van het elektriciteitsnet krijgen in de Nota Ruimte een belangrijke plek. Ruimtelijke ontwikkelingen en het energiesysteem worden meer in samenhang geprogrammeerd en ruimtelijke processen en procedures voor netverzwaringen waar mogelijk versneld. Alle noodzakelijke ruimtelijke opgaven op het gebied van netverzwaring van het 220 en 380kV-netwerk worden op basis van het Programma EnergieHoofdstructuur (PEH) opgenomen in de Nota Ruimte. Voor de lagere netvlakken geldt dat de Nota Ruimte ruimtelijke principes zal meegeven voor de ontwikkeling van het regionale en lokale energiesysteem, maar dat de medeoverheden hiervoor in eerste plaats bevoegd gezag zijn.
6
Deelt u de mening dat strategische grondverwerving sneller en
gecoördineerder plaats moet vinden dan nu? Bent u bereid om de
netbeheerders hierbij vanuit het Rijk beter te ondersteunen?
Antwoord
Voor het versnellen van de realisatie van elektriciteitsprojecten is onder meer van belang dat er eerder zicht is op de ruimtelijke keuzes voor elektriciteitsinfrastructuur, vooral gezien de schaarste aan ruimte. TenneT heeft al de mogelijkheid tot strategische grondverwerving die in beperkte mate wordt ingezet. Naast de privaatrechtelijke route kan de publiekrechtelijke route gevolgd worden, het proactief reserveren van ruimte voor energiefuncties. In de kabinetsreactie op het IBO Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur3 is een verkenning intensivering ruimtelijke sturing nationaal energiesysteem aangekondigd. Deze verkenning werpt licht op de financiële en juridische implicaties van proactief ruimtelijk beleid voor het brede, nationale energiesysteem. In 2026 wordt de Kamer over de uitkomsten van deze verkenning geïnformeerd.
7
Vestigen gemeenten reeds een voorkeursrecht op bepaalde grond die
wenselijk is voor de tracés voor de netverzwaring? Zo nee, tegen welke
belemmeringen lopen zij aan? Bent u bereid om in gesprek met gemeenten
hierop aan te dringen en hen hierbij te ondersteunen met kennis en
financiële middelen? Bent u van mening dat de huidige vormgeving van het
voorkeursrecht aanpassing behoeft (bijvoorbeeld in tijdsduur) om gebruik
van dit recht doelmatiger te maken?
Antwoord
Met het vestigen van voorkeursrecht verkrijgt de gemeente een voorkeurspositie bij eventuele aankoop grond om aan de netbeheerder beschikbaar te stellen. Voor laagspanningsinfrastructuur wordt in de praktijk het voorkeursrecht zelden toegepast. Grondverwerving is daarvoor vaak niet nodig omdat het meestal openbare ruimte betreft die reeds in eigendom van de gemeente is. Het toepassen van het voorkeursrecht voor laagspanningsinfra is daarbij administratief omslachtig voor de kleine percelen die het betreft; er zijn snellere en effectievere instrumenten beschikbaar, zoals de gedoogplicht.
Voor midden- en hoogspanningsprojecten wordt het voorkeursrecht in sommige gevallen wel ingezet, met name om grondspeculatie te voorkomen, maar ook omdat dit kan bijdragen aan vlotte grondverwerving. Het kabinet stimuleert de inzet van dit instrument. Daarvoor is wel noodzakelijk dat netbeheerders gemeenten tijdig informeren over beoogde locaties. Hier wordt aan gewerkt in de actielijn Sneller Bouwen van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie.
8
Worden in alle omgevingsvisies en -plannen van gemeenten noodzakelijke
netinfrastructuur als transformatorhuisjes reeds aangemerkt? Zo nee,
bent u bereid gemeenten te wijzen op deze noodzaak?
Antwoord
Bestaande netinfrastructuur is opgenomen in omgevingsplannen van gemeenten. Het is nog niet gebruikelijk om proactief (voorafgaand aan initiatief van netbeheerders) in een gemeentelijke omgevingsvisie of -plan toekomstige elektriciteitsinfrastructuur op te nemen. Wel is het contact tussen gemeenten en netbeheerders afgelopen jaren geïntensiveerd en vinden momenteel verkenningen en gesprekken plaats om het aanmerken van toekomstig noodzakelijke netinfrastructuur te stimuleren. Onder meer via de Interbestuurlijke Samenwerkingsagenda Energiesysteem (ISA) waarin het Rijk, medeoverheden en netbeheerders samenwerken aan het beter verbinden van het ruimtelijk domein en het energiedomein. Daarbij wordt benadrukt dat, gezien de relatief korte bouwtijd van netinfrastructuur zoals transformatorhuisjes, er veel tijdswinst geboekt kan worden door tijdige afstemming met omgevingsvisies en -plannen.
9
Acht u het noodzakelijk om de nettoets wettelijk te borgen, zodat bij
alle ruimtelijke beleidskeuzes standaard de nettoets door netbeheerders
kan worden uitgevoerd? Zo nee, op welke manier wilt u de nettoets dan
borgen?
Antwoord
Het kabinet beziet momenteel samen met gemeenten, provincies en netbeheerders of nadere afspraken nuttig zijn voor het beter betrekken van de mogelijkheden van, en impact op het elektriciteitsnet bij ruimtelijke beleidskeuzes. Dit gebeurt als onderdeel van de uitwerking van de Interbestuurlijke Samenwerkingsagenda (ISA). Daarbij wordt ook de uitwerking van het amendement Flach en Koekkoek op artikel 6.12, tweede lid, van de Energiewet4 betrokken. Het is belangrijk dat bij ruimtelijke beleidskeuzes vroegtijdig wordt nagedacht over de effecten van een plan op de energie-infrastructuur en of voor het projectplan voldoende ruimte beschikbaar is op het stroomnet. Dit leidt tot een betere voorspelbaarheid van de belasting van het stroomnet en stelt de netbeheerder in staat om zo goed mogelijk rekening te houden met het project. Met name het vroegtijdig contact tussen gemeenten, provincies en netbeheerders op gebieds- en visieniveau kan bijdragen aan een tijdige signalering van de ontwikkeling van de energiebehoefte door de netbeheerder. In de praktijk gebeurt dit al steeds vaker en beter. Samen met gemeenten, provincies en netbeheerders werkt het kabinet uit hoe deze onderlinge samenwerking concreet invulling kan krijgen en in hoeverre het wenselijk is om eventuele nadere afspraken wettelijk te borgen.
10
Waarom ontbreken er een aantal concrete data van de maatregelen in het
recent gepubliceerde overzicht van versnellingswet- en regelgeving
(Kamerstuk 29023, nr. 566)? Kunt u deze spoedig naar de Kamer sturen?
Antwoord
Een deel van de maatregelen in dit overzicht wordt op dit moment uitgewerkt. Dit najaar informeert het kabinet de Kamer over de voortgang van het wetgevingsprogramma. Dan zullen ook de beoogde inwerkingtredingsdata van de maatregelen bekend zijn die in het overzicht van 25 april jl. nog op PM staan.
https://www.tennet.eu/nl/nieuws/eneco-helpt-druk-op-het-elektriciteitsnet-utrecht-te-verminderen↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 29023, nr. 566↩︎
Kamerstukken II, 2024-25, 29023, nr. 567↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36 378, nr. 46↩︎