[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart

Nota van wijziging

Nummer: 2025D36854, datum: 2025-09-03, bijgewerkt: 2025-09-04 15:11, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36643 (R2202)-9 Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart.

Onderdeel van zaak 2024Z16995:

Onderdeel van zaak 2025Z15936:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 643 (R2202)

Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart

Nota van wijziging

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel Z, komt te luiden:

Z

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel i, wordt “vervangende Nederlandse identiteitskaart” vervangen door “vervangende Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 12 van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart”.

2. In het derde lid wordt “het reisdocument” vervangen door “het reisdocument of, in het geval van de Gouverneur, de Nederlandse identiteitskaart”.

B

Artikel I, onderdeel CC, derde subonderdeel, komt te luiden:

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten, zijn tevens bevoegd tot het inhouden van Nederlandse identiteitskaarten. Artikel 54 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

a. voor de toepassing van dat artikel in plaats van “reisdocument” wordt gelezen “Nederlandse identiteitskaart”;

b. voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, in plaats van “artikel 47 of 48” wordt gelezen “artikel 30 of 31 van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart”;

c. voor de toepassing van het tweede lid in plaats van “artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, h of i” wordt gelezen “artikel 30, onderdelen a, c, f of g, van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart”.

C

Artikel I, onderdeel EE, derde subonderdeel, komt te luiden:

3. Er worden leden toegevoegd, luidende:

2. De Gouverneur en, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten, zijn tevens bevoegd tot het definitief aan het verkeer onttrekken van Nederlandse identiteitskaarten.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld over de gronden voor en de wijze van het onttrekken aan het verkeer.

D

In artikel II wordt “artikel 9, tweede lid, van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart” vervangen door “artikel 9, tweede lid, en artikel 9, zesde lid, in samenhang met artikel 9, tweede lid, van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart”.

Toelichting

Onderdeel A

De wijziging in onderdeel A betreft een aanvulling op artikel 47, derde lid, van de Paspoortwet en is noodzakelijk om de huidige praktijk in stand te houden als de regels over uitgifte van de NIK worden ondergebracht in de Wet op de Nederlandse identiteitskaart.

In artikel 47 van de Paspoortwet worden regels gesteld over de vermelding van personen in het register paspoortsignaleringen (hierna: RPS) in situaties waarin hun reisdocument van rechtswege is vervallen. De vermelding in het RPS en verwijdering daaruit hangen in deze gevallen samen met de inleverplicht die wordt geregeld in artikel 56 van de Paspoortwet en artikel 38 van het parallelle wetsvoorstel. Op grond van dat laatstgenoemde artikel zal de Gouverneur van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, net als eerder onder de Paspoortwet, één van de op grond van artikel 50b van de Paspoortwet (zie de wijziging daartoe in artikel I, onderdeel CC, van het onderhavige wetsvoorstel) tot inhouding bevoegde autoriteiten zijn waar de houder met een inleverplicht het document kan inleveren. In lijn daarmee is het noodzakelijk om de huidige situatie van artikel 47, derde lid, van de Paspoortwet voort te zetten door expliciet te bepalen dat de Gouverneur die een NIK in ontvangst heeft genomen of ingehouden daarvan onverwijld kennisgeeft aan Onze Minister (net zoals hij dat in deze gevallen moet blijven doen bij het in ontvangst nemen of inhouden van reisdocumenten), opdat Onze Minister de vermelding in het RPS kan verwijderen. De nadere regels die op grond van artikel 47, vierde lid, van de Paspoortwet kunnen worden gesteld over de bedoelde vermeldingen en verwijderingen, kunnen aldus ook betrekking hebben op de regels daaromtrent voor de Gouverneur of de door hem aangewezen autoriteiten (zie artikel 75, eerste en tweede lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Caribische landen).

Onderdelen B en C

De wijzigingen in de onderdelen B en C zijn technische verbeteringen. In de tekst van het ingediende wetsvoorstel staat dat de Gouverneur tevens bevoegd is om een NIK in te houden (wijziging van artikel 50b van de Paspoortwet in artikel I, onderdeel CC) of definitief aan het verkeer te onttrekken (wijziging van artikel 57 van de Paspoortwet in artikel I, onderdeel EE). Dat is voorgesteld omdat de Gouverneur die bevoegdheden ook heeft op grond van artikel 50b respectievelijk artikel 57 van de Paspoortwet en die bevoegdheden in stand moet blijven, ook als de NIK is ondergebracht in een eigen wet. Op grond van artikel 50b, onderdeel a, in samenhang met artikel 26, eerste lid, onderdeel b, van de Paspoortwet, respectievelijk artikel 57 in samenhang met artikel 40, eerste lid, onderdeel b, van de Paspoortwet, is echter niet alleen de Gouverneur bevoegd tot inhouding dan wel onttrekking aan het verkeer, maar ook, voor zover het personen betreft die in de bevolkingsadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgenomen, de door de Gouverneur na overleg met Onze Minister daartoe aangewezen autoriteiten. Deze laatste autoriteiten zijn daarom nu ook toegevoegd in het voorgestelde nieuwe tweede lid van artikel 50b van de Paspoortwet (onderdeel B) en het voorgestelde nieuwe tweede lid van artikel 57 van de Paspoortwet (onderdeel C).

Onderdeel D

In onderdeel D is de verwijzing in artikel II naar artikel 9 van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart verbeterd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Eddie van Marum