Preview document (🔗 origineel)

---

Eerder heb ik u geïnformeerd over onder meer de stapsgewijze aansluiting van het OM op het internet en de impact het offline zijn van het OM op de organisaties in en rondom de strafrechtketen. Het weer online gaan van het OM is zorgvuldig vormgegeven, tegelijkertijd is het zaak dat het OM zo snel mogelijk weer volledig operationeel is.¹ Het is van groot belang dat het OM en de keten in den brede weer zo snel mogelijk normaal kunnen werken. In deze brief geef ik een korte update van de stand van zaken en het onderzoek naar de situatie bij het OM.

Stand van zaken
Zoals ook eerder aangegeven, is het OM gestart met de gefaseerde livegang van de systemen. Die fasering heeft te maken met de volgorde waarin systemen moeten worden opgestart; die volgorde voorkomt dat werkprocessen met en tussen ketenpartners worden verstoord als informatie uit de verschillende systemen niet in de goede volgorde wordt ingeladen. Er wordt op dit moment hard gewerkt aan de aansluitingen met het Justitiële Documentatie Systeem (JDS).² Deze week komt het berichtenverkeer van en naar het JDS weer op gang. Naar verwachting zijn in de week van 8 september de aansluitingen gereed en is het berichtenverkeer weer volledig op gang gebracht. Hierna worden de achterstanden van het OM en de Rechtspraak bij het verwerken van de beslissingen verwerkt. Als dit is gebeurd zijn belangrijke knelpunten, zoals toegelicht in mijn brief van 12 augustus jl.,³ voor wat betreft de continue screening in de kinderopvang en de taxibranche, de reguliere beoordeling van aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en het gebruik van JDS door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) opgelost.

Onderzoek

De impact van de situatie bij het OM op partners en betrokkenen in en rondom de strafrechtketen is groot. Organisaties als de rechtspraak, het CJIB, Slachtofferhulp, reclassering en de advocatuur moeten nog steeds alle zeilen bijzetten om de processen zoveel waar mogelijk doorgang te laten vinden en bij de stapsgewijze livegang de ontstane vertragingen in te (gaan) lopen. Ik acht het mede daarom van belang dat deze situatie alsmede de reactie daarop en de gevolgen ervan worden onderzocht.

Ik heb samen met het OM besloten onderzoek naar onder andere de ICT-inbreuk bij het OM te laten doen. Hiervoor zal een onafhankelijke commissie van nog aan te stellen deskundigen op het gebied van onder meer cybersecurity, IT en informatievoorziening worden ingesteld. In dit onderzoek zullen in ieder geval de volgende elementen op worden genomen:

• Een terugblik op het incident, de (eerste) reactie van het OM hierop, welke stappen het OM op welk moment heeft gezet en welke risico’s hierbij zijn gesignaleerd, evenals het herstel na het incident en hoe dit herstel is vormgegeven. Hierbij zal onder meer moeten worden onderzocht hoe dit heeft kunnen gebeuren en waarom de impact op de strafrechtketen zo groot was en of de getroffen maatregelen om de impact te beperken voldoende en voldoende snel waren om weer volledig live te gaan. Ook wordt de complexiteit van de strafrechtketen en de onderlinge (digitale) afhankelijkheden hierbij betrokken, bij zowel de gevolgbestrijding als de uitvoering van de noodoplossingen.

• Voorts zal het onderzoek zich moeten richten op de wijze waarop incidenten in de informatiebeveiliging in de toekomst zo veel mogelijk kunnen worden voorkomen, vroegtijdig te detecteren dan wel de impact van (misbruik van) deze kwetsbaarheden kunnen worden beperkt. Dit deel van het onderzoek richt zich daarmee op het versterken van de weerbaarheid van de IT en informatievoorziening van het OM, mede in relatie tot de ketenorganisaties.

Ik zal u op een later moment nader informeren over de vormgeving en planning van het onderzoek.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

---

1. Kamerstukken II, 2025-2026, 26643, nr. 1376; Kamerstukken II, 2025-2026, 26643, nr. 1377; Kamerstukken II, 2025-2026, 26643, nr. 1378; Kamerstukken II, 2025-2026, 26643, nr. 1379.↩︎

2. Het JDS is het officiële register waarin wordt bijgehouden wie op welk moment werd verdacht van een strafbaar feit en de afloop daarvan (sepot, vrijspraak of veroordeling).↩︎

3. Kamerstukken II, 2025-2026, 26643, nr. 1379.↩︎