[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzoek tot het in overweging nemen van een onderzoek naar een aanklacht

Verzoek tot het in overweging nemen van een onderzoek naar een aanklacht

Brief lid / fractie

Nummer: 2025D37097, datum: 2025-09-04, bijgewerkt: 2025-09-10 09:39, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36803-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36803 -1 Verzoek tot het in overweging nemen van een onderzoek naar een aanklacht.

Onderdeel van zaak 2025Z16064:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 803 Verzoek tot het in overweging nemen van een onderzoek naar een aanklacht

Nr. 1 BRIEF VAN DE LEDEN MARKUSZOWER, DEEN, EMIEL VAN DIJK, AARDEMA EN VAN MEETELEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2025

Ondergetekenden zijn van mening, dat uit feiten en omstandigheden het redelijke vermoeden bestaat, dat in ieder geval oud-Kamervoorzitter Vera Bergkamp, het op haar rustende ambtsgeheim opzettelijk heeft geschonden, door vertrouwelijke informatie over anonieme klachten aangaande het vermeende functioneren van oud-Kamervoorzitter Khadija Arib alsmede het instellen van een onderzoek hiernaar dan wel onderzoeksresultaten hieromtrent heeft gedeeld dan wel heeft laten delen met in ieder geval de media, in het bijzonder journalisten van NRC.

Deze feiten en omstandigheden betreffen onder andere en niet-uitputtend:

– de hardnekkige geruchten dat er een hetze is georganiseerd tegen Arib, die vooral zou zijn ingegeven door persoonlijk wrok;

– eveneens de hardnekkige geruchten dat uit het onderzoek van de Rijksrecherche zou blijken dat Bergkamp tussen 28 september 2022 en 3 oktober 2022 zelf heeft gesproken met 2 NRC-journalisten over de anonieme meldingen aangaande Arib;

– de betrokkenheid van Ă©n het kennis hebben van het strategisch overleg tussen de ambtelijke top, waarbij scenario’s zijn besproken om de publicatie van het onderzoeksbesluit naar feiten zoals omschreven in twee anonieme brieven te manipuleren;

– het telefoonverkeer rondom het onderzoeksbesluit tussen Bergkamp, haar woordvoerder Sonja K., oud-griffier Simone Roos en oud-huisvestigingsdirecteur Jaap van Rhijn alsmede ander telefoondata in handen van de Rijksrecherche;

– het schrappen van de naam van woordvoerder Sonja K. van de lijst met namen van mensen die toegang hadden tot de vertrouwelijke stukken en die aan de Rijksrecherche is verstrekt;

– het door de ambtelijke top (laten) verwijderen van appverkeer, onder andere met Sonja K., en e-mailverkeer;

– de publicatie van NRC over het onderzoeksbesluit van het Presidium;

– het geheime gesprek met een journalist in de Tweede Kamer;

– de verklaring(en) van oud-Kamervoorzitter Khadija Arib in dezen;

– de verklaring van Kamervoorzitter Martin Bosma, die de beschuldiging richting Bergkamp «verontrustend en ernstig» noemt;

– de schriftelijke verklaring van de partner van de oud-griffier Simone Roos dat: «alles werd besproken met de toenmalig Voorzitter», in casu Bergkamp;

– het feit dat het strafrechtelijke onderzoek tot nog toe uitsluitend was gericht op de mogelijke betrokkenheid van niet-Kamerleden bij het lek naar de pers en niet op de betrokkenheid van Bergkamp en de andere leden van het Presidium;

– de verwijzing van het OM en de Rijksrecherche naar de procureur-generaal bij de Hoge Raad, voor wat betreft de bevoegdheid om strafrechtelijk onderzoek te doen naar Kamerleden en hun impliciete advies om de beslissing omtrent het vervolgen van Bergkamp over te laten aan de Kamer.

Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden, al dan niet in onderlinge samenhang bezien, en niet uitputtend opgesomd rijst het redelijke vermoeden dat Bergkamp in ieder geval mogelijk in strijd heeft gehandeld met haar wettelijke plicht en haar ambtsgeheim heeft geschonden zoals neergelegd is in artikel 272 Wetboek van Strafrecht.

Derhalve dienen ondergetekenden op grond van artikel 272 Sr juncto artikel 7 Wet ministeriële verantwoordelijkheid en ambtsdelicten leden Staten-Generaal, Ministers en Staatssecretarissen een aanklacht in tegen oud-Kamervoorzitter Bergkamp ter zake van het opzettelijke schenden van het op haar rustende ambtsgeheim en verzoeken u de Kamer in overweging te geven deze aanklacht te onderzoeken.


Markuszower

Deen

E. van Dijk

Aardema

Van Meetelen