[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

MKB-financiering

Bedrijfslevenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D37267, datum: 2025-09-04, bijgewerkt: 2025-09-10 14:43, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-705).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -705 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z16147:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 705 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 september 2025

Ondernemerschap in het midden- en kleinbedrijf (mkb) vormt de ruggengraat van de Nederlandse economie en is goed voor ruim 62% van ons bruto binnenlands product (bbp). Maar liefst 66% van alle werkenden in het bedrijfsleven is actief in het mkb.1 Het verdienvermogen van Nederland wordt dan ook in belangrijke mate door de innovatiekracht en slagvaardigheid van deze ondernemers bepaald. Uitstekende toegang tot financiering is cruciaal om ondernemersplannen om te zetten in groei, werkgelegenheid en concurrentiekracht. Hierbij wordt in de regel het onderscheid gemaakt tussen twee doelgroepen en typen financiering: het brede mkb financiert zich vooral met vreemd vermogen (zoals leningen) om bedrijfsactiviteiten te ondersteunen, terwijl startups en scale-ups doorgaans eigen vermogen aantrekken (zoals aandelenkapitaal) om hun groei en ontwikkeling te financieren.

In vergelijking met andere Europese landen wordt de toegang tot financiering voor het brede mkb door Nederlandse bedrijven relatief weinig als hindernis ervaren.2Voor mij is dit een bevestiging dat het mkb-financieringsbeleid zich goed ontwikkelt. Toch betekent dit niet dat alle knelpunten verdwenen zijn: ondanks degelijke en goed onderbouwde ondernemersplannen blijft het verkrijgen van financiering structureel lastig en kostbaar voor ondernemers met een financieringsbehoefte tot € 1 miljoen. Met de Gezant MKB-Financiering en de sector wil ik tot het beste financieringsklimaat van Europa komen. Ik zet mij er dan ook voor in om de financieringsknelpunten van deze doelgroep aan te pakken.

In deze brief focus ik me met name op financiering voor het brede mkb. Later dit jaar informeer ik u over het startup en scale-upbeleid en in de eerste helft van 2026 zal ik u informeren over de durfkapitaalmarkt.

Allereerst ga ik in op de belangrijkste onderwerpen, waarna ik de voortgang schets en mijn ambitie toelicht, en daarbij de reeds beschikbare instrumenten uitlicht die bijdragen aan een betere toegang tot mkb-financiering:

1. De Borgstelling MKB-krediet (BMKB) wordt makkelijker toepasbaar

2. Verbeterde data over de mkb-financieringsmarkt

3. Gezant MKB-Financiering en MKB-Financieringsconvenant

4. Ondernemers vinden financiering gemakkelijker door de FinancieringsGids

5. Motie White over diversiteit

6. Non-bancaire financiering: opvolging aanbevelingen Gezant

7. Normen en gedragspraktijken in de non-bancaire markt

8. Nader onderzoek proportioneel delen zekerheden niet nodig

9. Onderzoek naar beleidsopties stimuleren risicodragend kapitaal

10. Vervolg

Structurele knelpunten

Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Bedrijfsfinanciering constateert dat er structurele belemmeringen zijn bij het verkrijgen van financieringen tot € 1 miljoen, waarbij deze problematiek vooral speelt bij kredietaanvragen tot € 250.000. Met name jonge en kleine bedrijven zijn lastiger en/of duurder om te financieren. Dit komt bijvoorbeeld door gebrek aan trackrecord (omzetresultaten) of het onvermogen om voldoende zekerheden te bieden.

Aan de aanbodzijde signaleert het IBO dat de concurrentie op de Nederlandse bancaire markt niet optimaal is, wat mogelijk hogere prijzen voor ondernemers veroorzaakt. Tegelijkertijd heeft de komst van non-bancaire financiers de markt verrijkt en het financieringsaanbod vergroot. Hoewel dit positief is, is het financieringslandschap voor ondernemers ook complexer. Vooral kleinere ondernemingen, die veel zelf moeten regelen, ervaren hindernissen bij het vinden van bedrijfsfinanciering. Al deze belemmeringen vragen om een gerichte aanpak om de toegankelijkheid van bedrijfsfinanciering onder de € 1 miljoen te vergroten.

Huidige beleidsinzet

Er zijn al diverse publieke instrumenten om de toegang tot mkb-financiering te vergroten. Ten eerste, ik ondersteun de Stichting Qredits, die financieringen verstrekt en coaching aanbiedt aan (startende) micro- en kleine ondernemingen met een behoefte aan microkredieten.

Tot op heden heeft Qredits ruim 42.000 ondernemers gefinancierd en in totaal € 925 miljoen aan (micro)kredieten toegekend. In 2024 ontving Qredits gemiddeld 2.150 kredietaanvragen per maand, waarvan circa 320 kredietverleningstrajecten werden afgerond met een gemiddelde lening van € 23.000 per ondernemer.

Ten tweede, door middel van staatsgaranties via de Borgstelling MKB-krediet (BMKB), die jaarlijks ruim € 300 miljoen aan krediet mogelijk maakt, bevorder ik de financiering van het mkb. Ten derde, ik ondersteun non-bancaire mkb-financiers met funding via het Dutch Alternative Credit Instrument (DACI) en ik stimuleer verdere professionalisering van deze sector via Stichting MKB Financiering (SMF). Ten vierde, afgelopen jaar heb ik, in samenwerking met de sector, de FinancieringsGids gelanceerd, hier vinden ondernemers informatie over de financieringsmarkt.

Hoewel deze initiatieven reeds een substantiële bijdrage hebben geleverd aan de ondersteuning van ondernemers, blijken financieringsknelpunten voor deze specifieke mkb-groep hardnekkig. Deze kwetsbaarheid wordt bovendien vergroot bij economische onzekerheid, stijgende rente of externe economische schokken zoals crises of handelsoorlogen. Het oplossen van deze knelpunten vereist een gezamenlijke inspanning met de sector. Daarom juich ik toe dat de sector zich hiervoor gezamenlijk inzet via het Convenant MKB-Financiering.

1. De Borgstelling MKB-krediet (BMKB) wordt makkelijker toepasbaar

De BMKB is een garantieregeling voor financiering aan het mkb, waarbij de Staat – bij bedragen tot € 1,5 miljoen – in geval van een zekerhedentekort een garantie afgeeft aan de financier voor een deel van de financiering aan de mkb’er. Het kabinet bestudeert de mogelijkheden om de BMKB aan te passen aan de veranderende financieringspraktijk. Omdat de garantieregeling onvoldoende aansluit op de huidige kredietverleningsprocessen van bancaire en non-bancaire financiers, heb ik eind 2024 een werkgroep opgezet bestaande uit vertegenwoordigers van RVO, bancaire financiers en non-bancaire financiers. Deze werkgroep zet zich in om de BMKB te moderniseren. De sector heeft verschillende knelpunten geïdentificeerd en bijbehorende aanbevelingen geformuleerd. Een aantal oplossingen richt zich op de uitvoering en lijkt relatief eenvoudig te realiseren zonder budgettair beslag. Voorbeelden hiervan zijn het versimpelen van de rapportageverplichtingen van financiers aan RVO en het eenvoudiger vestigen van de verschillende zekerheden. Dit verlaagt administratieve lasten voor deelnemende financiers en vergroot de toepasbaarheid ten gunste van het mkb.

Voor een aantal andere knelpunten is de oplossing complexer. Dit betreft bijvoorbeeld de vereenvoudiging van het aantal luiken en het opzetten van een portefeuillegarantie. Deze oplossingen worden momenteel verkend in consultatie met de sector en RVO. In de uiteindelijke besluitvorming speelt de afweging tussen het financieel ondersteunen van het mkb met financieringsuitdagingen en een effectieve en doelmatige inzet van bestaande overheidsmiddelen een essentiële rol. Met de blijvende inzet van de sector ben ik ervan overtuigd dat er substantiële verbeteringen mogelijk zijn die bijdragen aan een beter instrument en daarmee aan betere toegang tot mkb-financiering voor de ondernemer.3

In het voorjaar van 2026 informeer ik uw Kamer via een volgende mkb-financieringsbrief over de uitkomsten van dit BMKB-moderniseringstraject en doe ik een door de sector gedragen voorstel voor hoe de regeling nog simpeler en beter toepasbaar is. Eventuele budgettaire gevolgen van de voorstellen zullen door het kabinet integraal moeten worden gewogen.

2. Verbeterde data over de mkb-financieringsmarkt

Om nieuwe ontwikkelingen op de mkb-financieringsmarkt te kunnen duiden, zijn goede data van belang. Jaarlijks publiceert CBS namens EZ de Financieringsmonitor, wat een waardevol inzicht geeft in de vraagzijde; tegelijkertijd is het van belang een goed beeld van de aanbodzijde te verkrijgen. Op dit moment geven data over de aanbodzijde echter niet altijd een volledig beeld en is de kwaliteit inconsistent.

38 instellingen hebben meegedaan aan de pilot: 3 banken, 7 dochters van banken en 28 niet-bancaire financiers. Eind 2024 stond het uitstaand krediet bij het Nederlands mkb op € 116,2 miljard. In het vierde kwartaal van 2024 verstrekte bancaire financiers € 6 miljard aan nieuwe mkb-financieringen, terwijl non-bancaire financiers € 900 miljoen bijdroegen.

In 2024/2025 is een pilot uitgevoerd met als doel de dataverzameling over de mkb-financieringsmarkt te verbeteren, te uniformeren en beter af te stemmen op de veranderende marktstructuur. Deze pilot vond plaats mede op verzoek van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en werd uitgevoerd door DNB, in samenwerking met SMF, de NVB, verschillende financiers en het Ministerie van EZ. De eerste resultaten van de pilot zijn met enthousiasme ontvangen door de betrokkenen. Later dit jaar publiceert DNB, namens alle betrokken partijen, het eindrapport van de pilot. Deze zal ik uw Kamer toesturen. Ook bespreek ik met relevante partijen de mogelijkheden om tot een structurele rapportage te komen.

3. Gezant MKB-Financiering en MKB-Financieringsconvenant

De Gezant, dhr. Menno Snel, heeft tot 4 juli 2025 met veel ambitie invulling gegeven aan de verbetering van het ecosysteem voor kleine bedrijfskredieten. Dit gebeurde in samenwerking met de partijen uit het Nationaal Convenant MKB-Financiering: de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), MKB-NL, SMF, Qredits, Invest-NL en Invest-International. Ook De Nederlandsche Bank (DNB), de Kamer van Koophandel (KVK), het Ministerie van Financiën en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zijn hierbij betrokken geweest. Het convenant loopt tot 2030 en heeft als doel Nederland te ontwikkelen tot het beste mkb-financieringsklimaat van Europa. De Gezant concludeert dat alleen als alle partijen binnen het financieringsecosysteem – te weten banken, non-bancaire financiers, adviseurs en overheden – zich gezamenlijk inzetten, we een wezenlijke vooruitgang kunnen boeken. Door samenwerking, gerichte doorverwijzing en het bundelen van kennis, data en krachten, ontstaat er een sterker netwerk dat ondernemers ondersteunt in hun zoektocht naar passende financiering. De FinancieringsGids, de marktbrede datarapportage en het gezamenlijke onderzoek naar fundingproblematiek vind ik goede voorbeelden van zulke samenwerking uit het Financieringsconvenant. Ik ben erg blij met de rol die de Gezant in deze samenwerking heeft gespeeld en dank hem voor zijn inspanningen.

Ik stuur uw Kamer in de bijlage van deze brief zijn eindadvies met aanbevelingen over hoe de convenantspartijen de komende jaren met elkaar de toegang tot financiering voor het micro- en kleinbedrijf kunnen verbeteren. Daarnaast blijf ik deze samenwerking ondersteunen door een nieuwe onafhankelijke voorzitter voor het convenantsoverleg aan te stellen, opdat de ambitie behouden blijft en de betrokkenheid van alle stakeholders geborgd is. Ik zie het advies van de Gezant als een bevestiging dat we samen de juiste koers varen.

4. Ondernemers vinden financiering gemakkelijker door de FinancieringsGids

De FinancieringsGids – uitgevoerd door de KVK in opdracht van EZ en in samenwerking met de NVB, SMF en RVO opgezet – heeft als doel de toegang tot financiering voor ondernemers te bevorderen. Op 16 november 2024 is de FinancieringsGids gelanceerd. De Gids biedt ondernemers inzicht in relevante financieringsvormen, tips en keuzemogelijkheden. Hierdoor krijgen ondernemers een beter overzicht van de relevante financieringsopties voor hun situatie. Voor vragen over financiering kunnen ondernemers terecht bij een KVK-adviseur, telefonisch of op één van de vijf KVK-ondernemerspleinen. Naar erwachting wordt het later dit jaar ook mogelijk om via video in gesprek te gaan met een KVK-adviseur.

Dit jaar is er een onderzoek uitgevoerd naar in hoeverre de dienstverlening en de kwaliteit aansluiten bij de behoeften van ondernemers. Uit dat onderzoek komt naar voren dat ondernemers goed geholpen zijn met de FinancieringsGids. De door hen benoemde verbeterpunten, zoals de indeling van de startpagina, zijn direct door de KVK doorgevoerd. Om de resultaten van de FinancieringsGids te monitoren is er, conform de toezegging aan het Lid Kisteman,4 een pagina over de FinancieringsGids aan de website van Bedrijvenbeleid in Beeld toegevoegd.

Sinds de lancering is de FinancieringsGids ruim 233.500 keer bezocht dankzij succesvolle promotiecampagnes. Inmiddels kent 32% van de ondernemers (30% van de zzp’ers en 43% van de mkb’ers) de FinancieringsGids van naam en beoordeelt 73% hiervan als «relevant». In totaal hebben circa 13.000 ondernemers de keuzetool bekeken, 65% hiervan heeft de gehele tool doorlopen. 46% klikt vervolgens door naar minimaal één van de getoonde aanbieders van een passende financieringsvorm. Ondernemers die meer vragen hebben kunnen een KVK-expert spreken; meer dan 3.400 ondernemers hebben dit al gedaan. Voor verdere cijfers verwijs ik u naar de pagina over de FinancieringsGids op de website van Bedrijvenbeleid in Beeld.

In 2025 zijn er nog middelen beschikbaar voor de FinancieringsGids. Momenteel wordt verkend met welk ambitieniveau de FinancieringsGids kan worden voortgezet na 2025 en hoe dit wordt bekostigd. Conform de adviezen van de Gezant en de wens van de Kamer,5 lopen er gesprekken met verschillende partijen uit het financieringslandschap om dit jaar nog het financieringsaanbod op de FinancieringsGids verder uit te breiden. Ook blijf ik de komende tijd stevig inzetten op de bekendheid van de FinancieringsGids via gerichte promotiecampagnes. Hierbij wordt er continu gekeken hoe diverse groepen ondernemers nog beter bereikt kunnen worden. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden over ontwikkelingen rondom de FinancieringsGids.

5. Motie White over diversiteit

Financiering moet toegankelijk zijn voor alle ondernemers. Een dynamisch en divers mkb maakt Nederland sterker. Kamerlid White heeft dit onderschreven in een motie, waarin de regering wordt verzocht om de Kamer jaarlijks te rapporteren over inclusieve financiering via een monitor die inzicht biedt in bereik, impact en economische meerwaarde.6 Effectieve monitoring vereist eerst inzicht in welke data beschikbaar zijn en welke indicatoren zich lenen voor structurele observatie, om zo de verandering over tijd in beeld te brengen. Uit overleg met het CBS is gebleken dat de CBS-Financieringsmonitordata de mogelijkheid tot effectieve monitoring biedt. Hierdoor kan ik de volgende inzichten met uw Kamer delen:

Wat betreft vrouwelijk ondernemerschap (excl. zzp) blijkt uit onderzoek uit 2021 van het CBS7 dat vrouwelijke ondernemers minder succesvol zijn in het verkrijgen van financiering dan mannelijke ondernemers. Het Code V-rapport8 schetste een sterkere tegenstelling tussen vrouwelijke en mannelijke ondernemers, vandaar dat ik het CBS heb verzocht hun onderzoek van 2021 te herhalen. Dit onderzoek wordt eind september naar uw Kamer gestuurd. De kanttekening hierbij is dat jaarlijkse monitoring methodologisch niet wenselijk is, omdat de benodigde steekproef te groot zou worden. Om betrouwbare conclusies te kunnen trekken, worden gegevens over meerdere jaren geaggregeerd.

Ook heeft het CBS een onderzoek gepubliceerd over het financieringsproces bij ondernemers (excl. zzp) met een Nederlandse, Europese (exclusief Nederland) of buiten-Europese achtergrond.9 Hieruit bleek dat deze achtergronden geen verklaring geven voor de verschillende slagingskansen: de verschillen worden vooral verklaard door bedrijfskenmerken. Wederom geldt hier dat het noodzakelijk is om de data over meerdere jaren te aggregeren, waardoor jaarlijkse monitoring methodologisch niet wenselijk is. Het bundelen van data over meerdere jaren is dus wel mogelijk, ik zal dan ook met het CBS in gesprek gaan over het periodiek uitvoeren van beide onderzoeken. Verder blijf ik andere relevante onderzoeken over diversiteit binnen het onderwerp bedrijfsfinanciering, zoals het Code-V onderzoek, volgen.

De motie White vroeg tot slot bestaande knelpunten rond inclusieve financiering expliciet te adresseren bij de verdere ontwikkeling van de FinancieringsGids en aanverwante instrumenten. Ik zet mij continu in om inclusieve financiering te bevorderen door middel van samenwerking met sectorpartijen en toegankelijke financieringsinstrumenten. Binnen verschillende ministeriële regelingen wordt rekening gehouden met diversiteit en inclusiviteit in zowel de bemensing van adviescommissies als in beoordelingscriteria. Ook ondersteun ik ondernemers via instrumenten zoals Qredits, BMKB en de FinancieringsGids.

De FinancieringsGids is op verzoek van EZ ontwikkeld door de KVK voor alle ondernemers in het Nederlandse bedrijfsleven. Via een recent intern gebruikersonderzoek onder diverse ondernemers is de FinancieringsGids ook beoordeeld als zeer toegankelijk. Om ervoor te zorgen dat alle ondernemers zich op een herkenbare wijze aangesproken voelen door de FinancieringsGids, wordt er extra aandacht besteed aan het tonen van een divers palet van individuen en type ondernemers in promotiecampagnes en mediauitingen. In toekomstige ondernemersverhalen, die in co-creatie tussen de KVK en partners worden opgesteld, wordt ingezet op het vertellen van een brede verscheidenheid aan ondernemersverhalen. KVK blijft ervoor zorgen dat de FinancieringsGids een platform is voor alle ondernemers. De motie White wordt hiermee op meerdere fronten uitgevoerd, met aandacht voor voldoende toegankelijkheid en gelijkheid binnen ondernemerschapsfinanciering.

6. Non-bancaire financiering: opvolging aanbevelingen Gezant

Mijn aandacht richt zich ook op de uitdagingen van non-bancaire financiers. SMF toont met haar jaaronderzoeken aan dat non-bancaire financiers een groeiende rol spelen in de financiering van het mkb. Deze financiers verzorgen naar schatting ongeveer een derde van alle mkb-financieringen onder de € 1 miljoen.10 Zij bedienen daarmee in toenemende mate de doelgroep die het moeilijkst aan financiering komt. Daarom onderschrijf ik het uitvoerige onderzoek van de Gezant en convenantspartijen naar de funding van non-bancaire financiers. Er blijkt geen substantiele fundinguitdaging voor non-bancaire financiers dat overheidsingrijpen legitimeert, maar ik blijf op aanbeveling van de Gezant in gesprek met branches van non-bancaire financiers via het convenant om een vinger aan de pols te houden. Ook bij de evaluatie van het fundinginstrument voor de non-bancaire sector, DACI,11 zal ik opdracht geven om de aanbevelingen en aandachtspunten van de Gezant nadrukkelijk mee te nemen in het onderzoek.

De Gezant merkt verder op dat het in het kader van zorgvuldig en verantwoord financieren voor financiers van groot belang is om toegang te hebben tot data van het Bureau Krediet Registratie (BKR), uit het Ultimate Beneficial Ownership (UBO-)register en uit het Externe Verwijzingsregister (EVR) van het Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (IFI).

Het BKR-register helpt financiers om overkreditering te voorkomen. Zakelijke financiers hebben nu toegang op vrijwillige basis, maar volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is een wettelijke grondslag (verplichting) daarvoor vereist. Ik verken of dit met een wetswijziging haalbaar is, zonder onnodige regeldruk voor de zakelijke kredietmarkt.

Het UBO-register helpt poortwachters om de uiteindelijk begunstigden van hun cliënten te identificeren onder de Wwft. Sinds een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU is het register niet meer volledig openbaar12. Hierdoor kunnen bepaalde non-bancaire financiers zonder vergunning of registratie geen directe toegang hebben, omdat KVK hen niet als zodanig kan herkennen. Zij moeten nu cliënten vragen om een gewaarmerkt uittreksel. De Minister van Financiën zoekt bij de implementatie van de zesde antiwitwasrichtlijn naar een oplossing. Intussen zoek ik naar een tussenoplossing om financiers en mkb’ers te ontlasten.

Het IFI is een privaat systeem om frauderisico’s te signaleren, met het EVR als register voor ernstige incidenten. Toegang is nu beperkt tot financiers met een vergunning van DNB of AFM, waardoor non-bancaire financiers worden uitgesloten. De Gezant adviseert hen ook toegang te geven. Dit vraagt een wijziging van het protocol, dat opnieuw door AP moet worden goedgekeurd. Omdat het een volledig privaat systeem is, zal ik een bemiddelende rol spelen en partijen bijeenbrengen om de mogelijkheden te verkennen.

7. Normen en gedragspraktijken in de non-bancaire markt

Ik ben voortdurend in gesprek met de SMF over hoe de non-bancaire markt optimaal kan functioneren. Inmiddels heeft SMF een evaluatie laten uitvoeren naar de werking van de Gedragscode MKB Financiers. Deze evaluatie laat zien dat de gedragscode bijdraagt aan transparantere tariefstelling, een toename van gesprekken over passend en verantwoord financieren, bredere toepassing van het Uniform Krediet Overzicht en meer bewustwording onder adviseurs en financiers over zorgplicht en productpassendheid. Ook leidt de code tot herkenning van goed en onwenselijk gedrag, stimuleert zij zelfreflectie in de sector en vormt zij de basis voor een publieke standaard die inmiddels invloed heeft op het bredere financieringslandschap. Tegelijkertijd blijkt dat de code onvoldoende bekend is onder ondernemers, de naleving beperkt wordt gecontroleerd en de governance van SMF verwarring oproept doordat toezicht, lobby en ondersteuning onder één entiteit vallen. Aanbevolen wordt om de governance te versterken door een onafhankelijke toetsing, het toezicht uit te breiden via herhaalde audits, de code zichtbaarder te maken via onder meer adviseurs en de FinancieringsGids, en te streven naar samenvoeging met andere gedragscodes voor meer eenduidigheid.

Uiteraard blijf ik, conform de motie van het lid Van Meetelen, in gesprek met SMF omtrent het aanscherpen van de criteria en controlemechanismen voor keurmerken van non-bancaire kredietverstrekkers. Met SMF worden vervolggesprekken gevoerd over de wijze waarop deze aanbevelingen kunnen worden opgevolgd en wordt verkend of ondersteuning vanuit EZ wenselijk en mogelijk is.

Ik zal uw Kamer in de voortgangsbrief mkb-financiering (voorjaar 2026) nader informeren over de uitkomst van de vervolggesprekken en beschouw de motie Van Meetelen hiermee afgedaan.

8. Nader onderzoek proportioneel delen zekerheden niet nodig

In de kabinetsreactie op het IBO Bedrijfsfinanciering heeft het kabinet aangegeven zorgvuldig te beoordelen of er aanleiding is voor nader onderzoek naar uitdagingen rond het proportioneel delen van zekerheden.13 De afgelopen maanden hebben er gesprekken plaatsgevonden met diverse marktpartijen. Uit deze gesprekken blijkt dat de meeste partijen de geschetste knelpunten niet herkennen of beheersbaar achten binnen de bestaande praktijk.

Het proportioneel delen van zekerheden maakt kredietverlening complexer en duurder, omdat onderpanden doorlopend moeten worden gewaardeerd en financiers onderling moeten afstemmen. Dit kan ertoe leiden dat ondernemers – ook mkb’ers die nu zonder problemen financiering krijgen – juist moeilijker toegang tot krediet krijgen, vooral bij kleinere leningen.

Het uitvoeren van een dergelijk onderzoek zou bovendien moeilijk uitvoerbaar zijn, omdat hiervoor vertrouwelijke marktgegevens nodig zijn. Tegen deze achtergrond zie ik geen noodzaak tot aanvullend onderzoek. Ik blijf echter voortdurend in gesprek met de sector om goed zicht te houden op andere signalen of ontwikkelingen.14

In plaats van verder onderzoek naar proportioneel delen van zekerheden, kiest het kabinet ervoor om zich te richten op concrete maatregelen die lasten voor ondernemers verminderen en daarmee financiering aan het mkb kan stimuleren. Het kabinet heeft reeds belangrijke stappen gezet middels de Wet opheffing verpandingsverboden (die op 1 juli 2025 in werking is getreden), waardoor ondernemers hun handelsvorderingen vaker kunnen benutten als onderpand bij kredietverlening. Daarnaast wordt vanuit Justitie en Veiligheid gewerkt aan een voorstel om het pandrecht op enkele punten verder te actualiseren, waaronder het wettelijk faciliteren van de digitalisering van de registratie van een stil pandrecht.

Daarmee worden lasten voor het bedrijfsleven verlaagd en is de verwachting dat kredietverlening aan met name het mkb wordt gestimuleerd. Daarom steun ik dit voornemen van harte.

9. Onderzoek naar beleidsopties stimuleren risicodragend kapitaal

Op 8 april heeft het kabinet het onderzoeksrapport van Dialogic naar de stimulering van risicodragend kapitaal voor het mkb en startups met uw Kamer gedeeld15. In het rapport zijn verschillende beleidsopties onderzocht, onder meer om mkb-financiering fiscaal te stimuleren. Het kabinet bestudeert deze opties en geeft voor het einde van dit jaar een beleidsinhoudelijke reactie. In deze beleidsreactie wordt ook de motie Dassen-Martens-America meegenomen waarin om uitwerkingen van een fiscale stimuleringsregeling voor startups wordt verzocht16.

10. Vervolg

Deze brief laat zien dat er op meerdere fronten, in samenwerking met de sector, voortgang wordt geboekt om de toegang tot mkb-financiering te verbeteren. Zo maak ik de financieringsopties meer vindbaar voor ondernemers via de FinancieringsGids. Daarnaast versterk ik met de modernisering van de BMKB de effectiviteit van een belangrijk financieringsinstrument. Bovendien krijg ik dankzij betere data en de samenwerking met convenantpartners scherper zicht op de knelpunten in de markt. Tot slot werk ik aan een breder en steviger fundament onder het financieringsecosysteem, onder meer door aandacht te geven aan non-bancaire financiers, inclusieve toegang en zorgvuldige regelgeving.

Dat betekent dus dat het werk doorgaat. Ook in deze demissionaire fase blijf ik mij inzetten voor een financieringsmarkt die werkt voor het mkb.

De Minister van Economische Zaken,
V.P.G. Karremans


  1. SME Performance Review – European Commission↩︎

  2. Kies voor baten – IBO Bedrijfsfinanciering | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  3. Hiermee doe ik het eerste deel van de toezegging uit het commissiedebat op 20 maart 2025 af over de BMKB en tweede hypotheek (TZ202503-098).↩︎

  4. Toezegging op 20-03-2025 tijdens het commissiedebat over midden- en kleinbedrijf (TZ202503-097)↩︎

  5. Kamerstuk 32 637, nr. 703 – verslag commissiedebat «Staat der economie» d.d. 02-07-2025↩︎

  6. Kamerstuk 32 637, nr. 676↩︎

  7. CBS (2021). Financieringsmonitor 2021. Bijlage A: Vrouwelijke ondernemers en hun zoektocht naar financiering. Via: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2021/financieringsmonitor-2021/bijlage-a-vrouwelijke-ondernemers-en-hun-zoektocht-naar-financiering↩︎

  8. Code V & Erasmus Centre for Entrepreneurship (2025). Code-V Data Report 2025. Via: https://www.code-v.nl/_files/ugd/f8f6d6_eba33e36ce2d4114a051b3d418d2d119.pdf↩︎

  9. ESB (28 augustus 2025). Financiering lastiger bij ondernemers met een buiten-Europese herkomst. Via: https://esb.nu/financiering-lastiger-bij-ondernemers-met-een-buiten-europese-herkomst/↩︎

  10. In volume. Zie: Stichting MKB-Financiering – Onderzoek non-bancaire financiering 2024↩︎

  11. DACI is opgericht om de funding van alternatieve financiers, die op hun beurt

    financiering aan het kleine mkb verstrekken, te verbeteren.↩︎

  12. Gevoegde zaken C-37/20 Luxembourg Business Registers en C-601/20 Sovim. HvJ EU 22 november 2022, ECLI:EU:C:2022:912↩︎

  13. Kamerstuk 32 637, nr. 658↩︎

  14. Hiermee doe ik het tweede deel van de toezegging uit het commissiedebat op 20 maart 2025 af over de BMKB en tweede hypotheek (TZ202503-098).↩︎

  15. Kamerstukken 32 637 en 33 009, nr. 671.↩︎

  16. Zie ook Kamerstuk 32 637, nr. 702.↩︎