Kabinetsreactie op het rapport ‘Leren van twee vuurwerkrampen’ van de Universiteit Twente
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2025D37543, datum: 2025-09-05, bijgewerkt: 2025-09-09 15:14, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Type vuurwerk en letsel. Jaarwisseling 2024-2025
- Vuurwerkaankoop en -gebruik 2024-2025. Onderzoek naar gedrag en opinie Nederlandse huishoudens
- Onderzoek risicogroepen vuurwerk Rapport van kwalitatief onderzoek onder jongeren van 12-15 jaar. Jaarwisseling 2024-2025
- Risicogroepen vuurwerk. Kwantitatief onderzoek naar gedrag onder ouders van kinderen van 12-15 jaar. Jaarwisseling 2024-2025
- Beslisnota bij Kabinetsreactie op het rapport ‘Leren van twee vuurwerkrampen’ van de Universiteit Twente
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -785 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2025Z16254:
- Indiener: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-10 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-30 16:30: Leefomgeving en Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
28 684 Naar een veiliger samenleving
29 517 Veiligheidsregio’s
Nr. 785 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 september 2025
Met deze brief geef ik u de stand van zaken over de actie die in gang gezet is na het verschijnen van het onderzoeksrapport van de Universiteit Twente. 1 Daarnaast bied ik u de onderzoeken van VeiligheidNL aan die jaarlijks uitgevoerd worden ter evaluatie van de afgelopen jaarwisseling.
Acties Kabinetsreactie rapport Universiteit Twente
Op 1 december 2023 hebben de onderzoekers van de Universiteit Twente het rapport ‘Leren van twee vuurwerkrampen’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Het rapport beschrijft hoe de rampen in Enschede (2000) en Culemborg (1991) hebben kunnen gebeuren, welke maatregelen naderhand zijn genomen en wat er nodig is om een dergelijke gebeurtenis in de toekomst te voorkomen. De ministeries JenV en IenW hebben gezamenlijk gereageerd op dit rapport en twee aangenomen moties van Tweede Kamerlid Aardema en van Tweede Kamerlid Mutluer met betrekking tot de veiligheid van vuurwerkopslagen in Nederland.2 In deze brief heeft IenW aangekondigd het risico op massa-explosiviteit te minimaliseren door opsluiting van vuurwerk in gaasverpakkingen te voorkomen.
Het RIVM heeft in een rapportage uitgewerkt welke wijzigingen aan de chemische samenstelling van de vuurwerkproducten daartoe nodig zijn.3 Het RIVM adviseert, op basis van onderzoek en interviews met stakeholders, de Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk (Rac) aan te passen voor verschillende vuurwerkartikelen. Hiervoor doet het RIVM concrete voorstellen om de samenstelling van het vuurwerk aan te passen om de facto te komen tot een verbod op gaasverpakkingen. Streven is de wijziging van de Rac over de gaasverpakkingen op 1 oktober 2025 in werking te laten treden.
Tevens adviseert het RIVM om vuurwerkartikelen met het gebruik van fluit- en whirllading te verbieden. Dit wordt nader onderzocht, omdat het RIVM na bestudering van de beschikbare informatie en testen geconstateerd heeft dat er onvoldoende testen zijn waaruit blijkt dat fluit- en whirleffecten niet massa-explosief zijn. Daarbij is mede in aanmerking genomen de problematiek in de uitvoering die naar voren is gekomen in de door ILT uitgevoerde uitvoeringstoets en de internetconsultatie. Dit onderzoek zal nog dit najaar in opdracht van IenW worden uitgevoerd en indien de resultaten daar aanleiding toe geven zal de Rac ook hierop worden gewijzigd en de Kamer nader worden geïnformeerd.
Onderzoeken jaarwisseling 2024-2025
In de brief van 6 januari jl. over het landelijke beeld van de jaarwisseling 2024-2025 is de Tweede Kamer geïnformeerd over vuurwerkletsels tijdens de afgelopen jaarwisseling. Hierbij is het rapport ‘Ongevallen met vuurwerk Jaarwisseling 2024-2025’ van VeiligheidNL aangeboden.4 Voor het zomerreces heeft VeiligheidNL het jaarlijkse vervolgonderzoek naar het type vuurwerk en letsels en de aankoop en gebruik van consumentenvuurwerk afgerond. Daarnaast heeft VeiligheidNL dit jaar aanvullend onderzoek gedaan naar risicogroepen bij het gebruik van vuurwerk. Hiermee zijn uiteindelijk vier rapporten opgeleverd. Deze zijn bijgevoegd bij deze brief.
Vuurwerkaankoop en -gebruik 2024-2025 (bijlage 1)
Een kwart van de 2.055 bevraagde Nederlandse huishoudens gaf aan afgelopen jaarwisseling vuurwerk gekocht te hebben. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Volgens de branche is de afgelopen jaarwisseling met 118 miljoen euro een recordbedrag aan vuurwerk verkocht. Dit komt overeen met 1.058.426 dozen consumentenvuurwerk. VeiligheidNL geeft aan dat kopers van vuurwerk gemiddeld 110 euro hebben uitgegeven. De cijfers tonen aan dat er geen verschil is in het aandeel afstekers in gemeenten met een lokaal vuurwerkverbod versus gemeenten zonder een vuurwerkverbod. Het deel van de respondenten dat (zwaar illegaal) vuurwerk in het buitenland koopt is toegenomen van 31 procent in 2023-2024 naar 34 procent van de respondenten bij de afgelopen jaarwisseling. Opvallend is dat vuurwerkafstekers voor zichzelf minder beschermingsmaatregelen (veiligheidsbril, gehoorbescherming) nemen dan voor hun kinderen.
Type vuurwerk en letsel 2024-2025 (bijlage 2)
Het aantal vuurwerkslachtoffers was tijdens de jaarwisseling 2024-2025 met 1.162 slachtoffers iets lager dan tijdens de jaarwisseling 2023-2024, toen 1.212 slachtoffers werden gemeld. Daarmee zet de licht dalende trend van de afgelopen jaren zich voort. Van de 1.162 slachtoffers zijn er 367 behandeld op de Spoedeisende Hulp (SEH). De andere 795 slachtoffers zijn behandeld op huisartsenspoedposten (HAP’s). Deze informatie is verzameld door alle SEH-afdelingen in Nederland en op basis van registratie van vuurwerkslachtoffers door ruim 90 procent van alle HAP’s in Nederland. De gemiddelde leeftijd van alle vuurwerkslachtoffers was net als vorig jaar 21,8 jaar.
De meeste letsels vallen binnen de categorie brandwonden (ruim 38 procent) en oogletsels (ruim 34 procent). Zo’n 50 procent van de letsels werd veroorzaakt door illegaal vuurwerk5, bijna 40 procent van de letsels werd veroorzaakt door legaal vuurwerk. In de overige 10 procent is het onbekend welk type vuurwerk het letsel heeft veroorzaakt. Categorie F1 vuurwerk dat het hele jaar door mag worden verkocht veroorzaakte 9,2 procent van het totaal aantal vuurwerkletsels. Ruim vier op de tien (45 procent) van de vuurwerkslachtoffers was omstander. De letsels bij omstanders bestond voornamelijk uit open wonden, oogletsel en gehoorschade.
Kwalitatief onderzoek naar jongeren (bijlage 3)
VeiligheidNL heeft onderzoek gedaan naar de beweegredenen van jongeren tussen 12-15 jaar om risicovol gedrag te vertonen met vuurwerk, en heeft daarbij ook gekeken welke interventies effectief kunnen zijn om dit gedrag te veranderen. Deze doelgroep blijft lastig grijpbaar en blijft ook sterk vertegenwoordigd in de letselcijfers. VeiligheidNL brengt in dit onderzoek de doelgroep duidelijk in beeld en komt met een aantal aanbevelingen, waaronder: versterk de sociale norm voor veilig gedrag en ondersteun en activeer ouders in hun preventieve rol. De inzichten van VeiligheidNL helpen om de doelgroep beter aan te spreken. Een aanzienlijk deel van de jongeren geeft aan dat het visualiseren van ongevallen of letsels sterke indruk zou maken. Dit past bij de vuurwerkcampagne van afgelopen jaarwisseling ‘tot het je raakt’. De bevindingen van VeiligheidNL worden meegenomen in het ontwikkelen van een campagne voor de komende jaarwisseling.
Kwantitatief onderzoek naar ouders (bijlage 4)
VeiligheidNL heeft onderzoek gedaan naar gedrag onder ouders van kinderen tussen 12-15 jaar. Doel van dit onderzoek was om te bepalen hoe ouders aankijken tegen het vuurwerkgedrag van hun kinderen. Hierbij wordt onder meer in beeld gebracht of ouders op de hoogte zijn van het gedrag van hun kind, hoe ze daarover denken en of zij het gesprek met hun kinderen aangaan over vuurwerk.
Conclusies uit dit onderzoek zijn onder andere dat veel van de ouders op de hoogte zeggen te zijn van het vuurwerkgedrag van hun kind (70 procent). Vooral ouders van meisjes geven aan op de hoogte te zijn van het gedrag van hun kind (85 procent). Bij jongens is dit aanzienlijk lager (58 procent). Ruim 60 procent van de respondenten vindt het vuurwerkgedrag van hun kind acceptabel. Ook hier ligt dit percentage hoger bij ouders van meisjes (77 procent) dan bij ouders van jongens (52 procent).
Bij de vraag of het vuurwerkgedrag van hun kind verbeterd kan worden, geven ouders vooral aan dat ouders hierover zelf in gesprek moeten gaan met hun kind (52 procent) en dat er vanuit school voorlichting gegeven moet worden aan kinderen (34 procent). De bevindingen van VeiligheidNL worden meegenomen in het ontwikkelen van een campagne en andere voorlichtingsactiviteiten voor de jaarwisseling 2025-2026.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen
Kamerstuk 28 684 en 29 517, nr. 744.↩︎
Kamerstuk 29 517 nrs. 256 en 259.↩︎
Onderzoek verbod van gaasverpakkingen | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎
Kamerstuk 28 684, nr. 751.↩︎
Dit betreft zowel vuurwerk uit de categorie zwaar illegaal vuurwerk (cobra’s, strijkers, nitraten, mortierbommen/shells, vlinderbommen/toffees, flowerbeds en lawinepijlen) als vuurpijlen en knalvuurwerk. Ook overig illegaal en zelf geknutseld vuurwerk vallen hieronder.↩︎