Vergoedingsdossier vosoritide (merknaam Voxzogo)
Geneesmiddelenbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D37652, datum: 2025-09-08, bijgewerkt: 2025-09-09 17:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29477 -946 Geneesmiddelenbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z16291:
- Indiener: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-24 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 946 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2025
Voor het zomerreces heb ik u geïnformeerd1 over mijn overleg met de leverancier van het geneesmiddel vosoritide (merknaam: Voxzogo). Ik heb u laten weten dat ik de zienswijze van de leverancier zou voorleggen aan het Zorginstituut.
Ik heb inmiddels gesproken met het Zorginstituut. Zoals eerder vermeld door de leverancier2 kunnen de baten van dit geneesmiddel naar verwachting pas op lange termijn worden aangetoond.
Het Zorginstituut begrijpt de complexiteit bij geneesmiddelen zoals vosoritide maar benadrukt ook het belang van de bestaande beoordelingssystematiek waarbij onder andere wordt bekeken of de kosten van een geneesmiddel opwegen tegen de gezondheidswinst die het oplevert. Het Zorginstituut heeft verduidelijkt dat in de beoordeling wel enige ruimte is voor maatwerk, en gekeken kan worden naar wat passend bewijs is. Bijvoorbeeld het gebruik van zogenaamde surrogaateindpunten waardoor op een eerder moment al iets gezegd kan worden over mogelijke effectiviteit in de toekomst. Ook kan de situatie zoals het ontbreken van andere behandelopties worden meegewogen.
Het Zorginstituut kan uiteraard geen beloftes doen over de uitkomst van een beoordeling, maar heeft aangegeven bereid te zijn een zogenaamde scoping-bijeenkomst te organiseren na indiening van een proefdossier door de leverancier. Bij een scoping-bijeenkomst kunnen patiënten en de beroepsgroep onder andere aangegeven welke uitkomsten voor hen van belang zijn.
Ik heb de leverancier aangeraden om tenminste een proefdossier in te dienen zodat het Zorginstituut in gesprek kan gaan over dit geneesmiddel met de leverancier en ook met patiënten en de beroepsgroep.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.A. Bruijn