[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindverslag van de rapporteurs over het CSDDD-deel (Corporate Sustainability Due Dilligence Directive) van het Omnibuspakket I voor vereenvoudiging van EU-regels inzake duurzaamheid

EU-voorstellen: Omnibus I (CSRD & CSDDD) COM (2025) 80 en COM (2025) 81

Verslag van een rapporteur

Nummer: 2025D37738, datum: 2025-09-08, bijgewerkt: 2025-09-10 09:08, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36712 -8 EU-voorstellen: Omnibus I (CSRD & CSDDD) COM (2025) 80 en COM (2025) 81.

Onderdeel van zaak 2025Z16334:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 712 EU-voorstellen: Omnibus I (CSRD & CSDDD) COM (2025) 80 en COM (2025) 81


Nr. 8 Verslag van de rapporteurs
Vastgesteld op 8 september 2025

Introductie

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) heeft ons aangesteld als EU-rapporteurs op het CSDDD-deel (Corporate Sustainability Due Dilligence Directive) van het Omnibuspakket I voor vereenvoudiging van EU-regels inzake duurzaamheid.1

Het Omnibuspakket I is op 26 februari 2025 gepresenteerd door de Europese Commissie. Naast een voorstel voor de herziening van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive over passende zorgvuldigheid op het gebied van duurzaamheid, bevat dit pakket ook de Corporate Social Responsibility Directive (CSRD) ten aanzien van verslaglegging over duurzame financiering, taxonomie (commissie Financiën) en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) (commissie Klimaat en Groene Groei).

In dit tussentijdse verslag rapporteren wij over het gesprek dat wij voerden met de Sociaal-Economische Raad (SER) over het CSDDD-deel van Omnibus I. Daarbij delen wij onze verdere bevindingen over de aangenomen Raadspositie en de positiebepaling in het Europees Parlement en doen wij een voorstel voor het vervolg van het rapporteurschap.

Aanbevelingen van de rapporteurs

Dit tussentijdse verslag kan door de commissie BHO worden betrokken bij het commissiedebat op 25 september 2025 over de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 13-14 oktober 2025.

De commissie BHO kan de bewindspersoon vragen naar een appreciatie van de definitieve Raadspositie, de stand van zaken van de onderhandelingen over de positie van het Europees Parlement en de verwachte start en het verloop van de triloogonderhandelingen in Brussel.

Doel van het EU-rapporteurschap

Het rapporteurschap richt zich op de herziening van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Het rapporteurschap heeft enerzijds als doel om de informatiepositie van de Kamer te versterken om beïnvloedingsmomenten te kunnen benutten en anderzijds om te zorgen voor coherente behandeling in de verschillende betrokken vaste Kamercommissies.

Terugkoppeling over de ondernomen activiteiten

Schriftelijk overleg over de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 14 juli 2025

Op de agenda van het schriftelijk overleg over de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 14 juli 20252 stond de Nederlandse inzet3 voor de Raadspositie over het voorstel voor de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) uit het Omnibus I-pakket van de Europese Commissie (zie hieronder).

Over een aantal punten was in de Raad nog discussie vlak voor het aannemen van de definitieve onderhandelingspositie (‘algemene oriëntatie’). Als het gaat om de beperking van gepaste zorgvuldigheidsverplichtingen tot directe zakenrelaties heeft Nederland ingezet op een meer risicogebaseerde benadering bij de identificatie en beoordeling van risico’s opdat bedrijven zich volstaan met zich richten op de ketenpartners waar de grootste risico’s spelen. Wat betreft het klimaattransitieplan waren de lidstaten verdeeld. Nederland is geen voorstander van het schrappen van deze verplichting. Een ander groot discussiepunt was de reikwijdte van de richtlijn. Hoewel de Europese Commissie in het Omnibus-voorstel geen aanpassingen heeft gedaan in de reikwijdte voor de CSDDD, wilde het Poolse EU-voorzitterschap aanzienlijke meer bedrijven vrijstellen van de verplichtingen door hogere drempelwaarden te hanteren voor zowel het aantal medewerkers als de jaaromzet. Nederland steunt het Commissievoorstel op dit punt.

Hoewel Nederland het inhoudelijk niet eens was met alle punten in de uiteindelijk aangenomen Raadspositie heeft het kabinet hier wel mee ingestemd. De afweging van het kabinet was om - met een verdeeld krachtenveld in de Raad - te kiezen voor flexibiliteit om tot een resultaat te komen. Volgens het kabinet zijn bedrijven gebaat bij Europese wetgeving ten behoeve van een gelijk speelveld en het verminderen van regeldruk is een prioriteit.

Gesprek rapporteurs met Sociaal-Economische Raad (SER)

Op 10 juni 2025 hebben wij gesproken met medewerkers van de Sociaal-Economische Raad (SER). De Sociaal-Economische Raad is sedert 75 jaar de belangrijkste adviesraad voor regering en parlement over sociaal-economische vraagstukken. In de SER werken ondernemers, werknemers en onafhankelijke kroonleden samen. Sinds 2008 heeft de SER een werkprogramma om internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) te bevorderen en Nederlandse bedrijven hierbij te ondersteunen.

De SER heeft geen gemeenschappelijk standpunt ingenomen over het Omnibusvoorstel voor de CSDDD aangezien vakbonden en werkgevers verschillende standpunten innemen over het Omnibusvoorstel van de Europese Commissie. Wel kan de SER stellen dat Omnibus I/CSDDD verschilt van de OESO-richtlijnen en de Guiding Principles on Business and Human Rights van de Verenigde Naties (UNGP’s) in wat er van bedrijven wordt gevraagd. Daarnaast heeft de SER sinds 2008 verschillende adviezen op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) uitgebracht. In het laatste advies4 uit 2021 gaat de SER in op het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie voor de Corporate Sustainability Due Diligence Directive. Hierin pleit de SER voor focus op impact in de ketens, een risicogerichte benadering en het rekening houden met de grootte van bedrijven als het gaat om verplichtingen voor gepaste zorgvuldigheid. Het standpunt van de SER is dat wetgeving voor duurzaamheid nodig is, naast de reeds bestaande vrijwillige aanpak zoals de convenanten. Volgens de SER biedt de combinatie van een brede gepaste zorgvuldigheidsverplichting op Europees niveau en sectorovereenkomsten de beste kansen om een verschil te maken in productieketens.

Sinds 2014 heeft de SER partijen uit verschillende sectoren om tafel gebracht om de OESO-richtlijnen te vertalen naar de praktijk. Deze bedrijven committeren zich vrijwillig aan sectorovereenkomsten voor IMVO. Deze IMVO-convenanten zijn een samenwerking tussen bedrijven, brancheorganisaties, overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties. De convenanten hebben een looptijd van drie tot vijf jaar, zijn gesloten in verschillende sectoren zoals kleding, textiel, metaal en banken en worden gefinancierd door de SER, branches en bedrijven en de overheid. Het eerste convenant is gestart in 2016 en momenteel zijn er twee lopende convenanten gericht op hernieuwbare energie en natuursteen. Het uitgangspunt voor de convenanten zijn de OESO-richtlijnen rond gepaste zorgvuldigheid (due diligence) en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights. Volgens de gesprekspartners ondersteunen de convenanten bedrijven bij het invoeren dan wel optimaliseren van hun due diligence proces en het gezamenlijk aanpakken van negatieve impact in de keten op mensenrechten en milieu. Bedrijven, vakbonden en maatschappelijke organisaties werken samen met de SER aan een nieuw samenwerkingsmodel voor IMVO om meer sectoren te kunnen ondersteunen.

Definitieve onderhandelingspositie van de Raad

De Raad heeft op 23 juni 2025 haar definitieve onderhandelingsmandaat aangenomen.5 De Raad wil het toepassingsgebied van de richtlijn - in tegenstelling tot het Commissievoorstel - verhogen naar 5000 werknemers en een netto-omzet van €1,5 miljard. Daarnaast is de Raad voorstander van een op een risico gebaseerde aanpak met de beperking van de verplichtingen tot de eigen activiteiten, dochterondernemingen en directe zakenpartners (‘tier 1’). Volgens de Raad zullen de lasten voor bedrijven hiermee fors worden verminderd. Als er op basis van beschikbare informatie sprake is van verdere negatieve effecten dan moeten de verplichtingen, volgens de Raad, ook uitgebreid kunnen worden tot andere categorieën dan alleen ‘tier 1’. Voor wat betreft de klimaattransitieplannen wil de Raad de verplichting voor bedrijven beperken tot het opstellen van een transitieplan voor klimaatmitigatie. Daarnaast wil de Raad deze verplichting voor deze transitieplannen met twee jaar uitstellen. Tenslotte wil de Raad dat de toepassing van de richtlijn, en daarmee de omzettingstermijn voor lidstaten en de verplichtingen voor bedrijven, ingaat in juli 2028.

Positiebepaling Europees Parlement

De rapporteur en hoofonderhandelaar namens het Europees Parlement, Jörgen Warborn (EVP, Zweden) heeft zijn conceptrapport6 gepresenteerd op 6 juni 2025. Hierin stelt de rapporteur 82 amendementen voor op het oorspronkelijke Commissievoorstel. Met deze amendementen wil de rapporteur het voorstel voor de CSDDD verder versimpelen dan de Europese Commissie heeft voorgesteld. De rapporteur beoogt hiermee de verplichtingen voor bedrijven verder af te schalen. Zo stelt Warborn voor om de reikwijdte van de CSDDD verder te beperken, waardoor de richtlijn alleen van toepassing zal zijn op bedrijven met meer dan 3000 werknemers en een omzet van hoger dan €450 miljoen. Daarnaast zet hij in op beperkte due diligence verplichtingen voor directe zakenpartners. Wel stelt de rapporteur een additionele filter voor waarbij bedrijven de algemene risico’s in de waardeketens in kaart moeten brengen. Vervolgens zouden enkel risicovolle transacties uit het eerste financiële jaar aan een nadere analyse moeten worden onderworpen, en dan alleen voor directe zakenpartners. De rapporteur stelt verder voor om de verplichting voor het klimaattransitieplan te schrappen. Wat betreft civielrechtelijke aansprakelijkheid van bedrijven sluit de rapporteur zich aan bij het Commissievoorstel waarbij de rechtsgang wordt beperkt tot het nationale niveau in het geval bedrijven de richtlijn niet naleven. Tot slot wil de rapporteur voorkomen dat lidstaten doen aan ‘gold plating’, waarbij met nationale koppen zwaardere eisen worden gehanteerd.

Het conceptrapport van de rapporteur is gemengd ontvangen in het Europees Parlement. Zo zijn de schaduwrapporteurs van de fracties van de S&D, Renew, de Groenen en Links kritisch op de door de rapporteur voorgestelde amendementen. De rapporteur kan op steun rekenen van de fracties van de PvE en de ECR. De leden van de verantwoordelijke JURI-commissie voor juridische zaken hebben nog eens 792 amendementen ingediend. Daarnaast hebben een aantal andere commissies een opinie geleverd aan de JURI-commissie over het voorstel. De INTA-commissie voor internationale handel heeft op 15 juli 2025 een opinie7 geleverd, bestaande uit 17 amendementen. De rapporteur voor deze opinie is Mika Aaltola (EVP, Finland). De ENVI-commissie voor milieu, klimaat en voedselveiligheid heeft op 17 juli 2025 een opinie8 geleverd, bestaande uit 57 amendementen. De rapporteur is Jessica Polfjärd (EVP, Zweden). De AFET-commissie voor buitenlandse zaken heeft op 18 juli 2025 een opinie geleverd9, bestaande uit 17 amendementen. De rapporteur is Barry Andrews (Renew, Ierland). Tot slot heeft de ECON-commissie voor economische en monetaire zaken op 22 juli een opinie geleverd10, bestaande uit 77 amendementen. De rapporteur is Janusz Lewandowski (EVP, Polen). Naar verwachting zal de rapporteur van JURI zijn definitieve rapport in oktober bij de JURI-commissie in stemming willen brengen, waarna het Europees Parlement haar definitieve onderhandelingspositie in november met plenaire stemming zou kunnen aannemen.

Vervolg van het EU-rapporteurschap

De onderhandelingen in Brussel over de uiteindelijke wetstekst van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive zullen hoogstwaarschijnlijk beginnen in november. De Raad heeft haar definitieve onderhandelingspositie11 voor de triloog-onderhandelingen reeds aangenomen op 23 juni 2025. Het Europees Parlement zal naar verwachting in november dit jaar haar definitieve onderhandelingspositie aannemen waarmee de triloog-onderhandelingen van start kunnen gaan. Afhankelijk van de snelheid van deze triloogonderhandelingen adviseren wij de nieuwe commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp dit EU-rapporteurschap voort te zetten.

Hirsch
Ram


  1. Omnibus I - COM(2025)80 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft de datums waarop lidstaten bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven moeten toepassen.

    Omnibus I – COM(2025)81 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2006/43/EG, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 en (EU) 2024/1760 wat betreft bepaalde vereisten inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen en passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven.↩︎

  2. Schriftelijk Overleg over de Raad Buitenlandse Handel van 14 juli 2025 | Publicatie | Rijksoverheid.nl.↩︎

  3. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie | Tweede Kamer der Staten-Generaal.↩︎

  4. Europese wetgeving moet duurzame ketens bevorderen | SER↩︎

  5. Vereenvoudiging: Raad bepaalt standpunt om concurrentievermogen EU te vergroten - Consilium↩︎

  6. DRAFT REPORT on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council amending Directives 2006/43/EC, 2013/34/EU, (EU) 2022/2464 and (EU) 2024/1760 as regards certain corporate sustainability reporting and due diligence requirements | JURI_PR(2025)774282 | European Parliament↩︎

  7. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/INTA-AD-775587_EN.pdf↩︎

  8. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/ENVI-AD-775696_EN.pdf↩︎

  9. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/AFET-AD-773286_EN.pdf↩︎

  10. https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/ECON-AD-775624_EN.pdf↩︎

  11. Vereenvoudiging: Raad bepaalt standpunt om concurrentievermogen EU te vergroten - Consilium↩︎