15c per gebied Somalië
Bijlage
Nummer: 2025D38112, datum: 2025-09-09, bijgewerkt: 2025-09-09 16:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Landenbeleid Somalië (2025D38071)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage 3) Beoordeling toepasselijkheid artikel 15c voor Somalië
Beoordeling van de toepasselijkheid van artikel 15c voor Somalië
Bij de beoordeling of een situatie in het (deel van het) land van herkomst onder de reikwijdte van artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn valt, wordt eerst vastgesteld of in (een deel van) het land van herkomst sprake is van een internationaal of binnenlands gewapend conflict. Als daar sprake van is, wordt vervolgens beoordeeld of er sprake is van willekeurig geweld in het conflictgebied én op welke schaal het willekeurig geweld plaatsvindt.
Om de hoogste gradatie van 15c aan te kunnen nemen dient de intensiteit van het willekeurig geweld zodanig te zijn dat er überhaupt sprake kán zijn van een voorzienbaar en reëel risico het slachtoffer hiervan te worden (zonder dat sprake is van gericht geweld).
Om de intensiteit van het willekeurig geweld te onderzoeken en de mate van het risico dat een burger hier slachtoffer van wordt te bepalen, worden in ieder geval de volgende elementen, met grondslag in internationale jurisprudentie en zoals opgenomen in de Vreemdelingencirculaire (Vc), in samenhang gewogen:
de vraag of partijen bij het conflict oorlogsmethoden hanteren die de kans op burgerslachtoffers vergroten of burgers als doelnemen;
de vraag of het gebruik van die methoden wijdverbreid is bij de strijdende partijen;
de vraag of het geweld wijdverbreid is of plaatselijk;
de vraag of er een veiligheidsstructuur aanwezig is;
de intensiteit van de gewapende confrontaties en het organisatieniveau van de betrokken strijdkrachten;
de aantallen doden, gewonden en ontheemden onder de burgerbevolking ten gevolge van de strijd.
De weging vindt nadrukkelijk in samenhang plaats. Dit komt voort uit het feit dat elk (deel van het) land en elke (conflict)situatie zijn eigen dynamiek en bijzonderheden kent, die bijdragen aan de beoordeling of en in welke gradatie sprake is van een zogeheten 15c situatie. In dat kader is relevant om hieronder een uiteenzetting te geven van de informatie en afwegingen die ten grondslag liggen aan de beoordeling en conclusie omtrent het al dan niet aannemen (een gradatie) van artikel 15c voor (de verschillende provincies en deelgebieden van) Somalië.
De veiligheidssituatie in Somalië
Geweld tegen burgers in Somalië
Burgers waren volgens het AAB in de verslagperiode vaak doelwit van geweld. ACLED registreerde in de verslagperiode in Somalië 10.913 dodelijke slachtoffers als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers. Er werden geen cijfers over specifiek het aantal burgerslachtoffers per regio gevonden.1
De Somalische veiligheidstroepen maakten zich geregeld schuldig aan mensenrechtenschendingen, zowel in conflictgebieden als daarbuiten. Al Shabaab was volgens de VN verantwoordelijk voor het grootste deel van de burgerslachtoffers. Andere dadergroepen van burgerslachtoffers waren clanmilities, veiligheidstroepen op federaal en deelstatelijk niveau, en ongeïdentificeerde
daders. Volgens Al Shabaab hadden ook luchtaanvallen door buitenlandse troepen zoals de Verenigde Staten, de Verenigde Arabische Emiraten, Ethiopië en Turkije burgerslachtoffers tot gevolg.
Willekeurig geweld in Somalië
Al Shabaab maakte zich tijdens de verslagperiode ook schuldig aan willekeurig geweld tegen burgers. Volgens het AAB waren burgers over het algemeen niet het eerste doelwit van Al Shabaab, maar Al Shabaab deed ook geen pogingen burgers te ontzien bij aanslagen. Aanslagen van Al Shabaab met burgerslachtoffers vonden met name plaats in gebieden waar Al Shabaab niet de volledige controle had. Er vielen geregeld burgerslachtoffers door landmijnen en drone aanvallen waarvan niet altijd te achterhalen viel welke partij hier achter zat.2
Gebieden onder controle van Al Shabaab in Somalië
Uit het AAB blijkt dat de federale regering in de verslagperiode haar controle in Hirshabelle enigszins had uitgebreid, terwijl in Jubaland, South-West en Galmudug Al Shabaab zijn controlegebied had vergroot. In Puntland had IS-S meer voet aan de grond gekregen, en Somaliland had aan controle ingeboet in het gebied van SSC-Khatumo. De autoriteiten bleken in de verslagperiode niet of onvoldoende in staat geweest om herwonnen gebieden duurzaam onder controle te krijgen en te stabiliseren. Ook in door de federale regering gecontroleerde gebieden had Al Shabaab nog een vorm van controle. Daarmee had Al Shabaab meer controle dan op het eerste gezicht het geval leek.
Humanitaire situatie
De humanitaire situatie in Somalië is al jaren slecht. De oorzaken van deze humanitaire situatie zijn veelvoudig. Klimaat gerelateerde problematiek, in de vorm van overstromingen en droogte, speelt hierin een grote rol. Somalië bevindt zich op de frontlinies van klimaatverandering en heeft al decennia te lijden onder droogte.3 Dit speelt tegen een achtergrond van aanhoudende conflicten en politieke instabiliteit die hebben geleid tot een verzwakte infrastructuur waarin de autoriteiten de capaciteit niet hebben om hier tegen actie te ondernemen.4 Gevolgen hiervan zijn ondervoeding en kindersterfte onder de Somalische bevolking. Hoewel er weliswaar sprake was van een daling van het aantal Somaliërs dat humanitaire hulp nodig had in 2024 (6,9 miljoen Somaliërs t.o.v. 8,25 miljoen in 2023) stond Somalië nog altijd bovenaan de lijst van landen met de meeste honger in 2024. Ook behoorde het tot de landen in de wereld met de slechtste humanitaire toegang (5 op een schaal van 1-5).
Door onveiligheid was de toegang voor hulpverleners zeer beperkt. Volgens de VN en de Somalische autoriteiten liggen de hoogste humanitaire noden in zuid-centraal Somalië. Ontheemden zochten vaak een heenkomen in de buurt van de bases van ATMIS/AUSSOM. Deze bases en de humanitaire organisaties die in de buurt van de bases opereerden bieden vaak een minimum aan diensten zoals toegang tot water en simpele medische diensten. Door de terugtrekking van ATMIS en de overgang van ATMIS naar AUSSOM werden bases gesloten dan wel overgenomen door de Somalische federale of deelstatelijke troepen die vaak niet de capaciteit of de middelen hadden om deze diensten continueren. Waar conflict zorgde voor humanitaire nood was ook de toegang voor humanitaire actoren beperkt. Dit was een belangrijke oorzaak voor ontheemding.
Al Shabaab bleef tijdens de verslagperiode de levering van hulpgoederen belemmeren en het werk van humanitaire organisaties blokkeren in de door haar gecontroleerde gebieden. Geregeld vielen zij konvooien met medewerkers en goederen van humanitaire organisaties aan, vooral in Jubbaland, South West en Hirshabelle. Daarnaast liepen medewerkers van humanitaire organisaties het risico om door Al Shabaab te worden beschuldigd van het samenwerken met westerse machten en konden daarom een gericht doelwit worden van geweld, of ontvoering door, de groepering. Dit alles bemoeilijkt humanitaire organisaties om hulp te bieden aan de Somaliërs die afhankelijk zijn van humanitaire hulp om te overleven. Hoewel een deel van het geweld jegens hulpverleners geen verband houdt met het gewapend conflict, maar met de ideologie van Al Shabaab, worden de problemen ten aanzien van de humanitaire situatie wel meegewogen als indirect gevolg van het gewapende conflict. Benadrukt wordt echter dat hieraan diepere oorzaken ten grondslag liggen die niet direct of indirect in verband staan met het gewapende conflict.
Gelet op vorengaande blijkt dat de humanitaire situatie primair het gevolg is van decennia lange crises in de vorm van klimaatverandering maar ook conflicten en politieke instabiliteit. Daar komt bij dat de humanitaire toegang momenteel wordt belemmerd door Al Shabaab in de gebieden die zij zelf onder controle hebben. Uit het AB blijkt echter niet dat de bestaande humanitaire situatie ingevolge conflict gerelateerd geweld verder is verslechterd. Ook geeft het AB geen blijk dat door het handelen of nalaten van strijdende partijen in het kader van een gewapend conflict er directe of indirecte consequenties zijn waardoor de bestaande humanitaire situatie hoofdzakelijk verder is verslechterd. Gelet op vorengaande leidt de humanitaire situatie in de beoordeling van 15c niet tot een andere conclusie ten aanzien van de classificatie van de situatie in beleidsmatige termen. De humanitaire omstandigheden maken echter wel deel uit van het geheel aan omstandigheden waartegen de individuele beoordeling wordt verricht in het kader van de glijdende schaal.
15c situatie:
Op basis van de informatie uit het ambtsbericht Somalië wordt u geadviseerd om vast te stellen dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld voor de regio’s Benadir (met daarin de hoofdstad Mogadishu) Galgaduud, Hiraan, Mudug, Lower Juba, Lower Shabelle en Middle Shabelle. Dit betekent dat er voor regio’s Middle Juba, Gedo, Bakool en Bay, in tegenstelling tot voorgaand ambtsbericht, helemaal geen 15c gradatie meer wordt aangenomen.
Uit de grafiek 3a op pagina 31 van het AAB blijkt dat in de regio’s Galgaduud, Mudug, Lower Shabelle, Lower Juba en Middle Shabelle tijdens de verslagperiode de meeste dodelijke slachtoffers, zowel burgers als strijdkrachten, zijn gevallen. In tegenstelling tot de overige regio’s waarbij het totale aantal ruim onder de duizend bleef. Lower Shabelle was de regio waar veruit de meeste geweldsincidenten geregistreerd werden. De gebieden in Somalië waaruit op basis van het AAB is gebleken dat er geen sprake is van toepassing van artikel 15c, zijn bij deze uitgebreide analyse van de veiligheidssituatie buiten beschouwing gelaten.
Tot slot is het belangrijk om te vermelden de gebruikte cijfers in het AAB afkomstig zijn van ACLED. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen burgers die het slachtoffer waren van willekeurig geweld en andere slachtoffers. Wel wordt bij verschillende soorten incidenten, zoals geweld op afstand en explosieven, aangegeven of burgers een doel waren van het geweld; alleen bij gevechten gebeurt dit niet. Dit betekent dat niet zichtbaar kan worden gemaakt bij welke gevechten burgerslachtoffers vielen. Ook kan niet zichtbaar worden gemaakt hoeveel van deze burgerslachtoffers onbedoeld slachtoffer werden van geweld. De gegevens van ACLED kunnen worden gebruikt als illustratie van trends.
Hieronder wordt kort per regio waarvan de laagste 15c gradatie wordt aangenomen, uiteengezet welke overwegingen in dit besluit zijn meegenomen.
Galgaduud 5
Wie heeft de controle | Galgaduud vormt samen met Mudug de deelstaat Galmudug. In de verslagperiode vonden in de deelstaat verschillende militaire campagnes van regeringstroepen plaats tegen Al Shabaab, die echter niet tot terreinwinst leidden. Veel gebied dat vorige verslagperiode van AS overwonnen was, belandde nu weer terug in handen van AS. De (pro)regeringstroepen hadden de controle over de steden in Galmudug. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
De strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger was de belangrijkste oorzaak van geweld in Galgaduud. Het regeringsleger (met hulp van pro-regeringsmilities) streed met AS om militair strategisch gebied (district Ceel Dheer): het lukte echter niet om AS uit dit gebied te verjagen. Er vond daarnaast geregeld clangeweld plaats door conflicten over natuurlijke hulpbronnen leidde tot dodelijke slachtoffers. Ook leidde onduidelijkheid over de planning van de nieuwe verkiezingen in de verslagperiode tot een toename van clangeweld. Clans beschuldigden Al Shabaab ervan mee te vechten aan de kant van de andere clan. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 1885 dodelijke slachtoffers in Galgaduud geregistreerd.6 Volgens de cijfers van IPC had Galgaduud in januari 2024 een geschatte hoeveelheid inwoners van 427.809.435 Volgens OCHA was de oppervlakte van Galgaduud 49.280 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Galgaduud 98.786 ontheemden. In 2024 raakten in Galgaduud zo’n vierduizend personen ontheemd, waarvan drieduizend door conflict. |
Conclusie Galgaduud: Blijkens de grafiek op p.31 van het AAB is er in Galgaduud sprake van een groot aantal dodelijke slachtoffers. Hoeveel van deze slachtoffers burgerslachtoffers waren is onbekend. Hoewel het merendeel van de incidenten gevechten betrof is er ook relatief vaak gebruik gemaakt van explosies en geweld op afstand. Deze gevechtsmethodes kunnen een hoger risico op willekeurig geweld met zich meebrengen. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Mudug 7
Wie heeft de controle | Galgaduud vormt samen met Mudug de deelstaat Galmudug. In de verslagperiode vonden in de deelstaat verschillende militaire campagnes van regeringstroepen plaats tegen Al Shabaab, die echter niet tot terreinwinst leidden. Veel gebied dat vorige verslagperiode van AS overwonnen was, belandde nu weer terug in handen van AS. De (pro)regeringstroepen hadden de controle over de steden in Galmudug. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
Zuid-Mudug viel in de verslagperiode onder bestuur van de deelstaat Galmudug. De strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger was hier de belangrijkste oorzaak van geweld. Noord-Mudug viel in de verslagperiode onder bestuur van Puntland. De autoriteiten van Puntland weigerden het nationale leger in de deelstaat te laten opereren. Clangeweld: In de gehele regio leidden conflicten over natuurlijke hulpbronnen geregeld tot clangeweld met in de verslagperiode vele tientallen dodelijke slachtoffers. |
Strijdende partijen | Zuid-Mudug: Pro-regeringsmilities (ma’awiisley) en deelstatelijke darwish steunden het federale leger en speelden een belangrijke rol in de strijd tegen Al Shabaab. Noord-Mudug: In Puntland waren de Puntland Security Forces (PSF) actief. Clans: In het zuiden wordt Mudug bewoond door de Habr Gedir (Hawiye). In dit deel van de regio bevindt zich ook een kleine enclave met een Dir clan (Qubeys). Het noorden van de regio wordt met name bewoond door een subclan van de Darood familie. Daarnaast zijn er verschillende minderheidsgroepen in de regio. |
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 1700 dodelijke slachtoffers in Mudug geregistreerd.8 Volgens de cijfers van IPC had Mudug in januari 2024 1.470.309 inwoners. Volgens OCHA had Mudug een oppervlakte van 58.716 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Mudug 133.198 ontheemden. In 2024 raakten in Mudug zo’n 23 duizend personen ontheemd, waarvan zestienduizend door conflict. Van die zestienduizend kwamen dertienduizend uit het district Xarardheere. |
Conclusie Mudug: Blijkens de grafiek op p.31 van het AAB is er in Mudug sprake van een groot aantal dodelijke slachtoffers. Hoeveel van deze slachtoffers burgerslachtoffers waren is onbekend. Tevens heeft er zowel veel gericht geweld als relatief veel willekeurig geweld tijdens de verslagperiode plaatsgevonden. Daarnaast valt de hoogte in het aantal incidenten per maand ook op in Mudug en het aantal ontheemden. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Lower Juba 9
Wie heeft de controle | Lower Juba, Middle Juba en Gedo behoren samen tot de deelstaat Jubbaland. Al Shabaab is in grote getale aanwezig en heeft de macht over een groot gebied in Lower Juba. Verder wordt Lower Juba gedomineerd door de Ogadeni clan. Hoewel Kismayo (Lower Juba) niet de officiële hoofdstad is van de deelstaad Jubbaland, bevonden de regionale en deelstatelijke overheden zich voornamelijk in Kismayo en bevond zich hier ook een sectorhoofdkwartier van ATMIS/AUSSOM. Er was in het verleden een grote mate van politieke competitie tussen federale regering en de deelstaat Jubbaland, waarbij Jubbaland gesteund is door Kenia (waar ook president Madobe van de deelstaat vandaan kwam). In november 2024 heeft deelstaat Jubbaland de banden met de federale Somalische overheid verbroken en sindsdien zijn de federale troepen veelal vertrokken uit Lower Juba. Keniaanse en Ethiopische militairen (veelal vanuit AUSSOM) zijn nog aanwezig in het gebied. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
Het overgrote deel van de incidenten in Lower Juba in de verslagperiode betrof gevechten tussen Al Shabaab enerzijds en de Jubbaland darwish (regionale troepen) en het Somalische leger anderzijds. In een kleiner deel van de incidenten maakte Al Shabaab gebruik van explosieven, onder andere tegen een konvooi van ATMIS. Het aantal geweldsincidenten in de regio nam af ten opzichte van de vorige verslagperiode, maar het aantal incidenten waarbij burgers een doelwit waren, nam licht toe. In november 2024 vond in aanloop naar de verkiezingen in Jubbaland een schietincident plaats tussen de darwish en de beveiligers van een presidentskandidaat. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 1540 dodelijke slachtoffers in Lower Juba geregistreerd.10 Volgens de cijfers van IPC had Lower Juba in januari 2024 een bevolking van 648.937 inwoners. Volgens OCHA was de oppervlakte van Lower Juba 47.883 km². Lower Juba was de dichtst bevolkte regio van Jubbaland. |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Lower Juba 205.648 ontheemden. In 2024 raakten in Lower Juba zo’n 53 duizend personen ontheemd, waarvan 26 duizend door conflict of onveiligheid. |
Conclusie Lower Juba: De grafieken 3, 6 en 7 van het AAB geven hier duidelijk aanleiding toe, gezien de toename in incidenten per maand, de stijging in het aantal incidenten waar burgers slachtoffer werden en de hoogte in het aantal slachtoffers in Lower Juba in de verslagperiode. Dit in combinatie met het aantal ontheemden en de gebruikte gevechtsmethoden (het gebruik van explosieven heeft een hoger risico op willekeurige slachtoffers) leidt ertoe dat voor Lower Juba kan worden aangenomen dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Lower Shabelle 11
Wie heeft de controle | Lower Shabelle vormt samen met Bay en Bakool de deelstaat South West State. De regio Lower Shabelle is al lange tijd een van de machtscentra van Al Shabaab. De regio is een van de belangrijkste voedselproducerende gebieden van Somalië. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
In de verslagperiode was Lower Shabelle de regio in Somalië waarin de meeste geweldsincidenten geregistreerd werden. Volgens de data van ACLED was Al Shabaab de belangrijkste actor van geweldsincidenten. Het federale leger voerde verschillende aanvallen uit op Al Shabaab, ook met luchtsteun van de Verenigde Staten en Turkije. Operaties werden uitgevoerd om AS te verjagen van de aanvoerwegen tussen Mogadishu en Lower Shabelle. Deze wegen waren voor AS van strategisch belang vanwege de controleposten die de organisatie daar had en de inkomsten die die posten opleverden. De onenigheid tussen de federale regering en de deelstaat South West State leidde tot een toename van de spanningen. Al Shabaab voerde in Lower Shabelle geregeld aanslagen met dodelijke afloop uit op ATMIS-contingenten waarbij onder andere Burundese en Oegandese militairen gedood werden en gewonden vielen. Ook gebruikte Al Shabaab (gericht) geweld tegen burgers. In augustus en oktober 2024 vonden gevechten plaats (met dodelijke slachtoffers tot gevolg) tussen clanmilities en de South West darwish (regionale paramilities) als gevolg van de pogingen van de autoriteiten van South West om iets te doen aan de vele illegale controleposten die door milities werden opgericht. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 1721 dodelijke slachtoffers in Lower Shabelle geregistreerd.12 Volgens de cijfers van IPC had Lower Shabelle in januari 2024 een bevolking van 1.593.117 inwoners. Volgens OCHA had Lower Shabelle een oppervlakte van 25.612 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich in Lower Shabelle volgens IOM 79.260 ontheemden. In 2024 raakten in Lower Shabelle zo’n 28 duizend personen ontheemd, waarvan 18 duizend door conflict. |
Conclusie Lower Shabelle: Lower Shabelle is de regio waar tijdens de verslagperiode het meeste geweld plaatsvindt. Mogelijk is een groot deel hiervan gericht geweld, maar bij bomaanslagen en drone aanvallen is het niet ondenkbaar dat er willekeurige slachtoffers vallen. Opvallend is ook het aantal ontheemden in deze regio. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Middle Shabelle 13
Wie heeft de controle | Middle Shabelle vormt samen met Hiraan de deelstaat Hirshabelle. De federale regeringstroepen waren, met hulp van ATMIS, in controle van het grootste gedeelte van Middle Shabelle. Al Shabaab vechtte echter in deze regio om meer macht in de regio te verkrijgen. Hirshabelle was de deelstaat waar het regeringsoffensief tegen Al Shabaab in 2022 van start ging. Met behulp van de pro-regeringsmilities (ma’awiisley) werd Al Shabaab ten oosten van de rivier Shabelle vrijwel geheel verdreven. Begin 2023 werd het regeringsoffensief uitgebreid naar Galmudug, waardoor de militaire capaciteit van de pro-regeringstroepen in Hirshabelle afnam en zij weer terrein verloren op Al Shabaab. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
De strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger was in Middle Shabelle de belangrijkste oorzaak van geweld. In september 2024 riep de president van Hirshabelle het federale leger op meer milities te mobiliseren in de strijd tegen Al Shabaab, en dan met name om de weg tussen Mogadishu en Jowhar in Middle Shabelle beter te beveiligen. Al Shabaab was in de verslagperiode verantwoordelijk voor het grootste aantal gewelds-incidenten in de regio. ATMIS was aanwezig in de regio met Burundese troepen, die vaak onder vuur lagen van Al Shabaab. In de verslagperiode braken verschillende keren gevechten uit tussen clans op de grens tussen Hiraan en Middle Shabelle. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 1006 dodelijke slachtoffers in Middle Shabelle geregistreerd.14 Volgens de cijfers van IPC had Middle Shabelle in januari 2024 een bevolking van 1.013.352 inwoners. Volgens OCHA had Middle Shabelle een oppervlakte van 18.661 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Middle Shabelle 56.088 ontheemden. In 2024 raakten in Middle Shabelle zo’n veertienduizend personen ontheemd, waarvan zesduizend door conflict. |
Conclusie Middle Shabelle: Opvallend aan deze regio is dat er tijdens de verslagperiode relatief weinig dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Echter blijft Middle Shabelle volgens grafiek 3 in het AAB een van de gebieden waar het meeste geweld plaatsvindt. Het aantal ontheemden is tevens hoog. Uit grafiek 18 uit het AAB blijkt dat de aantallen gewapende conflicten in de regio stabiel hoog blijft. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c. 15
Benadir (inclusief de hoofdstad Mogadishu)
Wie heeft de controle | Mogadishu is de hoofdstad van de regio Benadir en van heel Somalië. De regio Benadir omvat ongeveer hetzelfde gebied als de stad Mogadishu. Mogadishu was onder controle van de federale regering. De federale regering was niet in staat de veiligheid in Mogadishu volledig te garanderen. Al Shabaab had weliswaar geen controle over gebieden in Mogadishu, maar was geïnfiltreerd in de overheid en had een groot netwerk aan informanten. IS-S probeerde volgens een vertrouwelijke bron voet aan de grond te krijgen in Mogadishu, maar was vooral incidenteel aanwezig. Burgers riepen vaak de hulp in van Al Shabaab als IS-S hen belasting wilde opleggen. In Mogadishu wonen personen van alle clans en minderheidsgroepen aanwezig in Somalië, maar de dominante clanfamilie is de Hawiye. De meeste districten zijn verbonden met een specifieke Hawiye clan. Onder die specifieke Hawiye-clans zijn de Abgaal en de Habar Gidir de meest machtige. Hoewel alle clans vrij zijn zich te vestigen en handel te drijven in Mogadishu, profiteren de dominante clans het meest van toegang tot belasting-inkomsten, contracten en banen. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
Er vonden aanslagen plaats in Benadir in de verslagperiode, hoewel het aantal geweldsincidenten per maand in 2023 en in 2024 gestaag af nam. Verschillende federale en regionale veiligheidstroepen die aanwezig zijn Mogadishu kwamen geregeld met elkaar in botsing. De loyaliteit van deze troepen lag over het algemeen meer bij hun clans dan bij de formele autoriteiten. Daarnaast waren er private militaire en veiligheidsbedrijven actief in de strijd. De federale regering riep burgers eind 2024 op zich te bewapenen tegen Al Shabaab. De groene zone /de zwaarbeveiligde zone rond de Aden Adde internationale luchthaven van Mogadishu is al jaren prominent doelwit voor aanslagen van Al Shabaab wegens de aanwezigheid van Somalische overheids-functionarissen, veiligheidspersoneel en buitenlanders (VN, ATMIS, buitenlandse diplomatieke posten). |
Strijdende partijen | Al Shabaab was in strijd met het Somalische (federale) leger en regionale veiligheidsmilities. |
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 326 dodelijke slachtoffers in Benadir geregistreerd.16 Dit aantal is beduidend lager dan in andere regio’s in Somalië tijdens de verslagperiode. Volgens IPC had Benadir in januari 2024 een geschat aantal van 3.171.391 inwoners. Volgens OCHA was de regio de kleinste met een oppervlakte van ruim 327 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens het International Office for Migration (IOM) in Benadir 1.058.177 ontheemden. In 2024 raakten in Benadir zo’n vierduizend personen ontheemd, waarvan zo’n duizend door conflict. |
Conclusie Benadir (inclusief Mogadishu): Hoewel het aantal burgerslachtoffers in de verslagperiode in Benadir terugloopt, blijkt uit grafiek 3 en 3a in het AAB een relatief hoog aantal incidenten per maand (vergelijkbaar met regio’s Galgaduud en Mudug), waaronder bomaanslagen (hetgeen vaak een risico op willekeurige slachtoffers met zich meebrengt). Een daling in het geweld in Mogadishu is daarnaast pas zichtbaar vanaf augustus 2024, waarbij op basis van het huidige AAB de kanttekening dient te worden geplaatst in hoeverre deze afname in geweld bestendig is. Echter valt op dat in deze regio een beduidend lager aantal dodelijke slachtoffers is geregistreerd t.o.v. andere regio’s in Somalië. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Hiraan 17
Wie heeft de controle | Middle Shabelle vormt samen met Hiraan de deelstaat Hirshabelle. Hirshabelle was de deelstaat waar het regeringsoffensief tegen Al Shabaab in 2022 van start ging. Met behulp van de pro-regeringsmilities (ma’awiisley) werd Al Shabaab ten oosten van de rivier Shabelle vrijwel geheel verdreven. Begin 2023 werd het regeringsoffensief uitgebreid naar Galmudug, waardoor de militaire capaciteit van de pro-regeringstroepen in Hirshabelle afnam en zij weer terrein verloren op Al Shabaab. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
De strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger was in Hiraan de belangrijkste oorzaak van geweld. Geweldsincidenten (waaronder explosieven) vonden voor het overgrote deel plaats langs en in de buurt van de weg die van Mogadishu via Jowhar richting Beledweyne loopt. In januari 2025 vuurde Al Shabaab verschillende mortieren af op de basis van het federale leger in Bula Burte. ATMIS was in de regio aanwezig met troepen uit Djibouti, maar trokken zich wegens conflict terug uit de hoofdstad Beletweyne van de regio Hiraan. In Hiraan kwamen veel conflicten voor tussen clans. In de verslagperiode braken verschillende keren gevechten uit tussen clans op de grens tussen Hiraan en Middle Shabelle. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 700 dodelijke slachtoffers in Hiraan geregistreerd.18 Volgens de cijfers van IPC had Hiraan in januari 2024 een bevolking van 504.816 inwoners. Volgens OCHA had Hiraan een oppervlakte van 33.854 km² |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Hiraan 108.517 ontheemden. In 2024 raakten in Hiraan zo’n 57 duizend personen ontheemd, waarvan vijfduizend door conflict. In mei 2024 raakten in Hiraan 51 duizend mensen ontheemd door overstromingen. |
Conclusie Hiraan: Uit het Ambtsbericht blijkt dat het geweld in Hiraan vrijwel geheel voortkomt uit de strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger, en de onderlinge strijd tussen clanmilities. Het is niet ondenkbaar dat daar geen burgerslachtoffers bij vallen, gezien de toegepaste gevechtstechnieken (o.a. explosies). Grafiek 21 laat daarbij zien dat er regelmatig dodelijke slachtoffers vallen. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er sprake is van een relatief lager niveau van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Bakool 19
Wie heeft de controle | Bakool vormt samen met Bay en Lower Shabelle de deelstaat South West. De controle was versplinterd. De president van de deelstaat had een relatief zwakke positie en was voor zijn positie afhankelijk van zowel de federale autoriteiten als de buitenlandse (Ethiopische) troepen. Er bestond onenigheid tussen de federale regering (gesteund door Ethiopië) en de deelstaat milities over de aanwezigheid van Ethiopische troepen, wat in South West leidde tot een toename van de spanningen tussen clanfamilies (over o.a. controleposten). Het platteland was in handen van Al Shabaab, terwijl het federale leger en deelstatelijke troepen in stedelijke gebieden aanwezig waren. Al Shabaab blokkeerde echter geregeld de toegang tot de stedelijke gebieden. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
Al Shabaab was in de verslagperiode in Bakool veruit de grootste aanstichter van geweldincidenten, gevolgd door het federale leger. In Bakool nam in de verslagperiode het aantal confrontaties tussen Al Shabaab en de proregeringstroepen licht toe ten opzichte van de vorige verslagperiode. Zowel Al Shabaab als de deelstatelijke troepen en clanmilities van South West claimden successen. In de grensgebieden met Ethiopië waren Ethiopische troepen aanwezig, zowel onder de vlag van ATMIS als op bilaterale basis. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 554 dodelijke slachtoffers in Bakool geregistreerd.20 Volgens de cijfers van IPC had Bakool in januari 2024 een bevolking van 284.354 inwoners. Volgens OCHA had Bakool een oppervlakte van 25.798 km. |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Bakool 81.132 ontheemden. In 2024 raakten in Bakool zo’n negentienduizend personen ontheemd, waarvan tienduizend door conflict. |
Conclusie Bakool: Uit het Ambtsbericht blijkt dat het geweld in Bakool vrijwel geheel gericht geweld betreft voorgekomen uit de strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger. De kans dat hier burgerslachtoffers bij zijn gevallen wordt op basis van het AAB minimaal geacht. Grafiek 13 laat zien dat er af en toe dodelijke slachtoffers vallen, maar pagina 27 van het AAB benadrukt dat er enkel Al Shabaab strijders gedood zijn. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er geen sprake is van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Bay 21
Wie heeft de controle | Bay vormt samen met Bakool en Lower Shabelle de deelstaat South West. De controle was versplinterd. Het platteland was in handen van Al Shabaab, terwijl het federale leger en deelstatelijke troepen in stedelijke gebieden aanwezig waren. Al Shabaab blokkeerde echter geregeld de toegang tot de stedelijke gebieden. |
---|---|
De aard van het geweld en de gevechtsmethodes die worden gehanteerd |
De belangrijkste oorzaak van geweld in Bay was de strijd tussen Al Shabaab en proregeringstroepen. In de verslagperiode nam in Bay het aantal confrontaties tussen Al Shabaab en de pro-regeringstroepen licht toe ten opzichte van de vorige verslagperiode. Zowel de regionale proregeringstroepen als Al Shabaab claimden aanvallen. Al Shabaab was in de verslagperiode onder andere verantwoordelijk voor een bomaanslag op een minister van de deelstaat en een aanslag op Ethiopische militairen. Het federale leger en de deelstatelijke darwish werkten samen, hoewel de spanningen tussen de South West en de federale regering in de verslagperiode opliepen. Al Shabaab was aanwezig in grote delen in Bay, en had ook toegang tot de stedelijke gebieden. Van alle grote steden in zuid-centraal Somalië was Baidoa (hoofdstad deelstaat Bay) de meeste kwetsbare aangezien de stad in het binnenland lag en daardoor moeilijker te verdedigen. Al Shabaab pleegde geregeld aanslagen in Baidoa. Soms leidden conflicten over natuurlijke hulpbronnen tot geweld tussen clans. |
Strijdende partijen |
|
Aantal dodelijke slachtoffers (als gevolg van gevechten, explosies en geweld tegen burgers) in de regio, afgezet tegen het inwoneraantal | In de verslagperiode zijn er 552 dodelijke slachtoffers in Bay geregistreerd.22 Volgens de cijfers van IPC had Bay in januari 2024 een bevolking van 1.247.975 inwoners. Volgens OCHA had Bay een oppervlakte van 43.932 km². |
Aantal ontheemden en als gevolg waarvan zij ontheemd zijn geraakt |
In september 2024 bevonden zich volgens IOM in Bay 774.374 ontheemden. In 2024 raakten in Bay zo’n 56 duizend personen ontheemd, waarvan 21 duizend door conflict. Ongeveer een kwart van alle ontheemden in Somalië bevonden zich in en rondom Baidoa. |
Conclusie Bay: Uit het Ambtsbericht blijkt dat het geweld in Bay vrijwel geheel gericht geweld betreft voorkomend uit de strijd tussen Al Shabaab en het regeringsleger, en de onderlinge strijd tussen clanmilities. Grafiek 13 laat echter zien dat er op onregelmatige basis af en toe ook geweldsincidenten gericht op burgers plaatsvinden. Echter is het aantal burgerslachtoffers zeer gering in deze regio en kijkend naar de grafieken op pagina 50 van het AAB (grafiek 14 en 15, kaart 17) vinden er de afgelopen twee jaar geen incidenten meer plaats. Het AAB meldt een lage mate van geweld in Bay. Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er geen sprake is van willekeurig geweld als gevolg van een gewapend conflict om toepassing te geven aan artikel 15c.
Middle Juba en Gedo
Uit de grafiek 3 en 3a op pagina 31 van het AAB blijkt dat in regio’s Gedo en Middle Juba een zeer laag aantal incidenten en doden zijn geregistreerd tijdens de verslagperiode in vergelijking met bovengenoemde regio’s.
Uit de grafieken 8 en 9 op p.41 van het AAB over Middle Juba en grafieken 10 en 11 op p.44 over Gedo blijkt dat ‘de aantallen incidenten waarbij burgers een doel waren’ slechts zeer sporadisch enkele malen, maar voornamelijk helemaal niet plaatsvonden tijdens de verslagperiode in beide regio’s. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat het AAB niet kennisgeeft hoeveel / of burgerslachtoffers hier het gevolg van waren.
Gedo:23 Volgens het AAB vonden gewapende confrontaties in Gedo in de verslagperiode voornamelijk plaats in de vorm van clangeweld en als strijd tussen Al Shabaab en (Keniaanse strijdkrachten van) ATMIS en lokale autoriteiten (die weer clans mobiliseerden). Van specifiek burgerslachtoffers wordt geen melding gemaakt in het ambtsbericht.
Middle Juba:24 Het AAB maakt melding dat Middle Juba vrijwel geheel onder controle van Al Shabaab stond. De meeste incidenten in de regio betroffen luchtaanvallen waardoor in december 2023 een van de leiders van Al Shabaab in werd gedood tijdens een Amerikaanse luchtaanval. Slechts heel sporadisch is sprake van een gewapend conflict tijdens de verslagperiode. Van specifiek burgerslachtoffers wordt geen melding gemaakt in het ambtsbericht.
Als we het EUAA Country of Origin Information Security Rapport van Somalië (opgesteld in mei 2025) als extra bron betrekken bij deze analyse blijkt dat in Gedo clashes tussen clans plaatsvonden tijdens de verslagperiode waarbij dodelijke slachtoffers vielen en de strijd van het Somalische leger en ATMIS tegen Al Shabaab geregeld leidde tot confrontaties. In september 2023 resulteerde een Keniaanse luchtaanval in 2 dodelijke burgerslachtoffers. Verder spreekt het rapport over 12 dodelijke slachtoffers, zonder te specificeren of dit burgers zijn of niet, in december 2024 en januari 2025. Slachtoffers als gevolg van clangeweld worden gerapporteerd in juli 2024, oktober 2024 en februari 2025. Opvallend is dus dat het geweld in deze regio sporadisch oplaaide tijdens de verslagperiode, met lange tussenpozen, slechts enkele dodelijke burgerslachtoffers (in 2023) tot gevolg had en dat het laatst bekende incident waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen van enige tijd geleden is.25
In hetzelfde EUAA rapport wordt het volgende beschreven over Middle Juba26: de regio behelst een Al-Shabaab bolwerk en heeft de controle over deze hele regio. Het Somalische Nationale leger heeft (met hulp van internationale partners) verschillende operaties tegen Al-Shabaab gelanceerd tijdens de verslagperiode waarbij Al-Shabaab strijders om het leven kwamen. Luchtaanvallen van SNL met hulp van de VS (o.a. met drones) hebben in augustus 2023 (4 burgerdoden), december 2023 (onduidelijk aantal) en februari 2024 (4 burgerdoden) geleid tot, een zeer beperkt aantal, dodelijke burgerslachtoffers. Luchtaanvallen zijn een oorlogstactiek waarvan bekend is dat het burgerslachtoffers als gevolg van willekeurig geweld met zich mee kan brengen. Echter is tevens op te merken dat het in Middle Juba gaat om geweld dat in zeer beperkte mate sporadisch oplaait, met een zeer laag aantal burgerslachtoffers tot gevolg (4) en dat het laatst bekende incident waarbij burgerslachtoffers zijn gevallen van enige tijd geleden is. Daarmee is geconstateerd dat de laagste gradatie van 15c voor Middle Juba niet gehaald wordt.
Gelet op vorengaande en alle elementen in samenhang gewogen kan worden gesteld dat er geen sprake is van een 15c-situatie in enige gradatie in de regio’s Gedo en Middle Juba.
P.31 AAB.↩︎
P. 29 AAB.↩︎
Concern worldwide, Hunger in Somalia, explained: 5 things you need to know in 2024.↩︎
Ibid.↩︎
P.59 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.62 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P. 38 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.50 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P. 54 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.33 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P. 56 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.46 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.48 AAB.↩︎
Grafiek 3a op p.31 AAB.↩︎
P.42-44 AAB.↩︎
P.40-42 AAB.↩︎
P.56-58 van het EUAA COI Security Rapport Somalië May 2025. EUAA Security Rapport Somalië https://euaa.europa.eu/sites/default/files/publications/2025-05/2025_05_EUAA_COI_Report_Somalia_Security_Situation.pdf .↩︎
P61-63 van het EUAA COI Security Rapport Somalië May 2025. EUAA Security Rapport Somalië https://euaa.europa.eu/sites/default/files/publications/2025-05/2025_05_EUAA_COI_Report_Somalia_Security_Situation.pdf .↩︎