Reactie op verzoek van het lid Westerveld, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 9 september 2025 over eerdere uitlatingen over regenboogzebrapaden
Emancipatiebeleid
Brief regering
Nummer: 2025D38181, datum: 2025-09-09, bijgewerkt: 2025-09-19 08:49, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30420-432).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van kamerstukdossier 30420 -432 Emancipatiebeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z16485:
- Indiener: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-09-11 14:44: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-25 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-10-02 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2024-2025 |
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 432 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2025
Hierbij ga ik in op het verzoek van het lid Westerveld (GroenLinks/PvdA) om een brief over mijn eerdere uitlatingen over regenboogzebrapaden.
Ik heb in het verleden uitingen op social media gedaan waarmee ik mensen onbedoeld pijn heb gedaan. Ik vind dat als je mensen pijn doet, bedoeld of onbedoeld, je daarvoor ook sorry moet zeggen. Om die reden heb ik dat vandaag in de Tweede Kamer herhaald. Ik ben iemand die graag vragen opwerpt en die discussie belangrijk vindt. Maar dat heb ik niet altijd met de juiste bewoordingen gedaan.
In mijn huidige rol als Minister voel ik mij verantwoordelijk om heel duidelijk te zijn waar ik sta: namelijk achter het kabinetsbeleid voor emancipatie. Ik vind dat je in Nederland moet kunnen zijn wie je bent en moet kunnen houden van wie je wil, en dat je dit ook vrij en veilig moet kunnen uiten. Dat vind ik altijd al. Ik weet dat de regenboogvlag voor veel mensen een heel belangrijke manier is om daaraan uiting te geven. Het is belangrijk dat mensen die vrijheid hebben en voelen.
Ik heb als docent gezien hoe symbolen agressie op kunnen roepen en hoe homohaat echt een probleem onder jongeren is. Dat is een probleem waar we als maatschappij mee aan de slag moeten. Dit kabinet voert daarop actief beleid en vanuit mijn rol als Minister van OCW zet ik mij daarvoor ook actief in, in aanvulling op de coördinerende rol van de Staatssecretaris van OCW.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Moes