Tweeminutendebat Omnibusvoorstel vereenvoudiging gemeenschappelijk landbouwbeleid (36749-4) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D38422, datum: 2025-09-10, bijgewerkt: 2025-09-11 09:08, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-09-10 10:15: Tweeminutendebat Omnibusvoorstel vereenvoudiging gemeenschappelijk landbouwbeleid (36749-4) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Omnibusvoorstel vereenvoudiging gemeenschappelijk landbouwbeleid
Omnibusvoorstel vereenvoudiging gemeenschappelijk
landbouwbeleid
Aan de orde is het tweeminutendebat Omnibusvoorstel
vereenvoudiging gemeenschappelijk landbouwbeleid (36749, nr.
4).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Omnibusvoorstel vereenvoudiging
gemeenschappelijk landbouwbeleid. Daarvoor hebben zich
drie sprekers aangemeld. Ik begin met de eerste spreker van de zijde van
de Kamer, mevrouw Van der Plas. Zij spreekt namens de fractie van
BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. De Nederlandse boeren behoren tot de beste van
Europa. Ze halen van alle boeren het minste deel van hun inkomen uit
subsidies, maar krijgen wel de hoogste administratieve lasten erbij. Dat
vind ik een absurde situatie. Des te knapper is het dat onze boeren toch
tot de meest innovatieve en productieve van Europa behoren en daar
moeten we enorm trots op zijn. Het is goed dat de Europese Commissie met
het Omnibusvoorstel komt. Het geeft ruimte om de regels te
vereenvoudigen en dubbele rapportages te schrappen. Dat is hard nodig,
juist voor onze boeren, die liever aan het werk zijn op hun grond, dan
achter de computer. Als ze boekhouder hadden willen worden, dan waren ze
dat wel geworden.
Voorzitter. Een vereenvoudiging op papier in Brussel betekent niet dat
er automatisch een vereenvoudiging is in de praktijk in Nederland. RVO,
de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, signaleert zelf dat bepaalde
uitzonderingen de uitvoering juist complexer kunnen maken en mogelijk
extra uitvoeringskosten met zich meebrengen. Daarom heb ik een motie.
Die luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat RVO aangeeft dat onderdelen van het
GLB-Omnibusvoorstel de uitvoering juist complexer kunnen maken en
mogelijk leiden tot extra uitvoeringskosten;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat extra uitvoeringskosten die
voortvloeien uit de implementatie van het GLB-Omnibusvoorstel niet
worden afgewenteld op boeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.
Zij krijgt nr. 5 (36749).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan heb ik ook nog een vraag aan de minister. Kan de minister toezeggen
dat er een nationale impactanalyse komt die vooraf in beeld brengt wat
dit voorstel betekent voor de administratieve lasten en de
uitvoeringskosten?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. De tweede spreker van de zijde van de
Kamer is mevrouw Bromet. Zij spreekt namens de fractie van
GroenLinks-PvdA. Het woord is aan u.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb één motie. Ik dien die mede namens Nieuw Sociaal
Contract in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Omnibusvoorstel 10% in plaats van 5% afname van
blijvend grasland toestaat;
overwegende dat blijvend grasland veel voordelen kent, zoals
CO2-opslag, een verbeterd bodemleven, waterhuishouding door
minder grondbewerking en een toename van biodiversiteit door een
stabieler ecosysteem;
overwegende dat grasland nu deels plaatsmaakt voor gewassen met een hoog
uitspoelrisico, zoals snijmaïs;
overwegende evidente oplossingen voor de vraagstukken in de landbouw,
zoals verhoogde weidegang en grondgebondenheid met een
graslandnorm;
verzoekt de regering om een afname van grasland zo veel mogelijk tegen
te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bromet en Holman.
Zij krijgt nr. 6 (36749).
Dank u wel, mevrouw Bromet. Tot slot van de zijde van de Kamer spreekt de heer Holman, namens Nieuw Sociaal Contract.
De heer Holman (NSC):
Voorzitter. We hebben één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het GLB gemoderniseerd moet worden vanwege hoge lasten
en de beperkte bijdrage aan milieudoelen, maar dit alleen Europees
effectief kan gebeuren;
overwegende dat de kracht van het GLB ligt in de gemeenschappelijkheid
en dat grote verschillen in nationale subsidies leiden tot oneerlijke
concurrentie;
overwegende dat er een risico is dat de eco-regeling en het ANLb
verdwijnen in de basispremie en zo onvoldoende effect hebben;
van mening dat juist de eco-regeling en het ANLb cruciaal zijn voor
verduurzaming, biodiversiteit en een toekomstbestendig
verdienmodel;
verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor:
het behoud van een onafhankelijk en strategisch EU-budget voor het GLB na 2027, met nadruk op verduurzaming, generatievernieuwing, innovatie en eerlijke concurrentie;
een duidelijke afbouw in Europa van de basispremie en de opbouw en versterking van de eco-regeling en het ANLb, zodat milieudoelstellingen daadwerkelijk centraal komen te staan en niet ondergesneeuwd raken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Holman.
Zij krijgt nr. 7 (36749).
Dank u wel, meneer Holman. Voordat de minister gaat antwoorden, schors ik de vergadering voor tien minuten. Ik zie u over tien minuten terug.
De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.32 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de minister.
Minister Wiersma:
Dank, voorzitter. Ik heb een aantal moties en een vraag. Ik begin met de
moties.
De motie van mevrouw Van der Plas op stuk nr. 5 verzoekt om de extra
uitvoeringskosten die voortvloeien uit de implementatie van het
Omnibusvoorstel niet af te wentelen op boeren. Mijn inzet is uiteraard
gericht op vermindering van administratieve lasten en regeldruk. Het
Omnibusvoorstel biedt ruimte aan lidstaten om zelf invulling te geven en
om doelbereik en regeldruk goed af te wegen. Uitzonderingen kunnen de
uitvoering complexer maken, maar ik deel dat dat niet ten koste mag gaan
van de agrariërs. Ik geef de motie op stuk nr. 5 oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 5 krijgt oordeel Kamer.
Minister Wiersma:
De motie op stuk nr. 6 van mevrouw Bromet en de heer Holman gaat over
het zo veel mogelijk tegengaan van de afname van grasland. Het beleid is
op dit moment al gericht op het behoud van grasland. De aanpassing in
het Omnibusvoorstel zorgt voor flexibiliteit, maar dat doet niet af aan
mijn inzet daarvoor. Dus ook deze motie krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 6 krijgt oordeel Kamer.
Minister Wiersma:
De motie op stuk nr. 7 van de heer Holman gaat over de toekomst van het
GLB, specifiek de eco-regeling en het ANLb. Ik hoor wat de heer Holman
zegt. Als vakminister deel ik de zorgen die hij uit over de toekomst en
de plannen vanuit de Europese Commissie. Alleen kan ik inhoudelijk hier
nog niet op vooruitlopen. Binnen het kabinet vindt er besluitvorming
plaats over onze inzet ten aanzien van het MFK. Wij komen zo snel
mogelijk met een kabinetsappreciatie van het voorstel over het
MFK-pakket. Ik geef deze motie het oordeel ontijdig, omdat ik niet
vooruit kan lopen op besluitvorming binnen het kabinet.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 7 krijgt het oordeel: ontijdig. Er is een
interruptie van mevrouw Bromet.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een verduidelijkende vraag. Gaat het over de afwegingen die
worden gemaakt tussen het belang van bijvoorbeeld defensie en de
uitgaven die daarmee gemoeid zijn, en de uitgaven die we voor de boeren
willen doen?
Minister Wiersma:
Binnen het kabinet wordt natuurlijk een totale integrale afweging
gemaakt van de prioriteiten, waarvoor dit kabinet zich zal gaan inzetten
bij de onderhandelingen over het MFK.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Gaat het dan ook over andere dingen dan defensie of gaat het alleen over
defensie?
Minister Wiersma:
Dat gaat over de volle breedte van het MFK. Dat gaat ook over innovatie
en alle fondsen die daarmee gemoeid zijn. Dat is dus een brede
discussie. We zullen binnenkort met een appreciatie op het voorstel
komen vanuit het kabinet.
De heer Holman (NSC):
De heer Schoof heeft gezegd dat het kabinet vanaf nu alleen nog maar
doet wat de Kamer wil. Stel dat deze motie een meerderheid in de Kamer
krijgt, is dat dan zwaarwegend voor het kabinet om deze uit te
voeren?
Minister Wiersma:
Wij zullen dat uiteraard meenemen. Dat doen we altijd bij aangenomen
moties. We zullen er met een appreciatie op terugkomen. Op dit moment
zijn we bezig met een kabinetsappreciatie op de voorstellen. Die komt zo
snel mogelijk naar de Kamer.
Voorzitter, tot slot. Het lid Van der Plas had nog een vraag over een
toezegging over een impactanalyse. Ze vroeg wat het voorstel betekent
voor de administratieve lasten en de uitvoeringskosten. In Nederland is
dat gebruikelijk: als zaken wijzigen in de regelgeving of in de
uitvoering wordt altijd een analyse gemaakt van de impact op de
regeldruk, alsmede de uitvoeringskosten. Ik kan die met uw Kamer delen
als daar behoefte aan is.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.
De beraadslaging wordt gesloten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.