[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Subsidieregeling Wijzigingsregeling

Bijlage

Nummer: 2025D38540, datum: 2025-09-11, bijgewerkt: 2025-09-11 10:52, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voornemen tot goedkeuring van de Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen (2025D38539)

Preview document (🔗 origineel)


Regeling van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, van <DATUM> tot wijziging van de Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

Gelet op artikel 33e, derde lid, 37b en 37c van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van en met het oog op de verlening van rechtsbijstand voor bijzondere doeleinden en projecten en artikel 13n van de Tijdelijke wet Groningen, waarin als bijzondere doeleinden als hiervoor genoemd rechtsbijstand en het inroepen van een deskundige in het kader van het verlenen van rechtsbijstand zijn aangewezen,


Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen d tot en met n tot f tot en met p worden de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

d. Bvr: Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

e. deskundige: deskundige (ook wel ‘adviseur’) zoals bedoeld in artikel 13n, tweede lid, van de TwG;

2. De begripsbepaling van “mediation” komt te luiden:

g. mediation: mediation zoals bedoeld in artikel 1 van de Wrb in een geschil waarvoor rechtsbijstand kan worden vergoed op grond van deze regeling;

3. De begripsbepaling van ”rechtsbijstand” komt te luiden:

j. rechtsbijstand: rechtsbijstand zoals bedoeld in artikel 1 van de Wrb in de situaties genoemd in artikel 13n, eerste lid, van de TwG;

4. In de begripsbepaling van “rechtzoekende” wordt “financieel en bouwkundig advies” vervangen door “advies van een deskundige”.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. “financieel en bouwkundig advies zoals bedoeld in artikel 13n, tweede lid van de TwG” wordt vervangen door “advies door een deskundige”.

  2. De volgende zin wordt toegevoegd: “Enkel werkzaamheden die in deze regeling worden genoemd komen in aanmerking voor vergoeding op basis van deze regeling.”

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende, zoals bedoeld in deze regeling, wordt een vergoeding van 40 punten toegekend voor rechtsbijstand bij het proces, bedoeld in artikel 2 van de TwG, vanaf het indienen van een zienswijze in het kader van de aanvraag om vergoeding van schade bij het Instituut, waaronder het indienen van bezwaar.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende, zoals bedoeld in deze regeling, wordt een vergoeding van 40 punten toegekend voor rechtsbijstand bij de versterking, bedoeld in hoofdstuk 5 van de TwG, vanaf de ontvangst van de beoordeling, bedoeld in artikel 13i, tweede en derde lid, van de TwG en bij besluiten tot versterking van gebouwen of onderdelen daarvan waarop artikel 13n, eerste lid, van de TwG van overeenkomstige toepassing is verklaard. Het indienen van bezwaar is bij deze vergoeding inbegrepen.

3. Onder vernummering van het vijfde tot en met negende lid tot achtste tot en met twaalfde lid, worden drie leden ingevoegd, luidende:

5. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende, zoals bedoeld in deze regeling, wordt een vergoeding van 40 punten toegekend terzake van een rechtsgang naar een bij verdrag met rechtspraak belast internationaal college, of een daarmee vergelijkbaar internationaal college, dat niet zelf in een aanspraak op vergoeding van rechtsbijstand voorziet.

6. Voor de rechtsbijstand aan de rechtzoekende, zoals bedoeld in deze regeling, wordt een vergoeding van 40 punten toegekend voor privaatrechtelijke geschillen tussen rechtzoekende en zijn opdrachtnemer, indien de versterking geheel of gedeeltelijk door de rechtzoekende in eigen beheer is of wordt uitgevoerd, dan wel de schade via daadwerkelijk herstel door de rechtzoekende in eigen beheer is of wordt hersteld, over:

a. het bouw- of ontwerpplan;
b. de uitvoering van versterkingsmaatregelen of schadeherstelmaatregelen; of
c. bouwfouten, waaronder ook begrepen geschillen over gebreken of meer-/minderwerk bij de uitvoering van versterkingsmaatregelen of schadeherstelmaatregelen of bouwfouten,

vanaf het treffen van een rechtsmaatregel of het starten van een procedure bij de civiele rechter, de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen, of daarmee vergelijkbare alternatieve geschillenprocedures.

7. Indien een procedure zoals bedoeld in lid 3, 4 en 5 voortijdig is beëindigd, geldt de regeling voor advieszaken zoals in artikel 12 Bvr is opgenomen.

4. In het achtste lid (nieuw) wordt “het eerste, tweede, derde en vierde lid” vervangen door “het eerste tot en met zesde lid”.

5. In het elfde lid (nieuw) wordt “het zevende lid” vervangen door “het tiende lid”.

6. In het twaalfde lid (nieuw) wordt “het eerste tot en met vierde lid” vervangen door “het eerste tot en met zesde lid”.

D

In de artikelen 4, vierde lid, 8, eerste lid, en 9, eerste lid, wordt “de Minister van Economische Zaken en Klimaat” telkens vervangen door “de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties”.

E

Artikel 7, vierde lid, komt te luiden:
4. Aan de rechtzoekende toegekende vergoedingen voor proceskosten in de bezwaar of (hoger) beroepsprocedure, alsmede andere kosten voor rechtsbijstand, worden in mindering gebracht op de voor die fase van toepassing zijnde vergoedingen.

F

In artikel 8, vierde lid, vervalt “, eerste, tweede en derde lid”.

G

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het opschrift wordt “financieel en/of bouwkundig advies” vervangen door “advies door een deskundige”.

  2. In het eerste lid wordt “De advocaat kan” vervangen door “De advocaat en de mediator kunnen” en vervalt “bouwkundige of financiĂ«le”.

  3. Het tweede lid komt te luiden:

    2. De advocaat of mediator kan om vergoeding verzoeken met het formulier ‘Aanvraag vergoeding deskundigen’. Bij het verzoek stuurt de advocaat of mediator de factuur van de deskundige mee. De maximumvergoeding per advies bedraagt € 3.316,- inclusief btw. Indien vergoeding van een derde of verder advies wordt verzocht, wordt dit in het verzoek gemotiveerd. Het bestuur vergoedt de factuur aan de advocaat of mediator als aan de voorwaarden van deze regeling is voldaan.

4. Het derde lid vervalt.

H

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden:

1. De regeling is van toepassing op advocaten die zaken doen:

a. onder artikel 4, eerste tot en met het vijfde lid en die voldoen aan de in de bijlage onder I en II genoemde deelnamecriteria; of

b. onder artikel 4, zesde lid en die voldoen aan de in de bijlage onder III genoemde deelnamecriteria.

I

In artikel 12, eerste lid, wordt na “advocaten” ingevoegd “bestuursrecht”.

J

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het vijfde lid wordt “artikel 13i, derde lid, TwG” vervangen door “artikel 13i, tweede en derde lid, van de TwG”.

  2. In het zesde lid wordt “Aanvraag mediation TwG” vervangen door “ Matchingformulier Mijnbouwschade”.

K

In artikel 14 wordt “formulier ‘Aanvraag vergoeding rechtsbijstand respectievelijk mediation TwG’” vervangen door “door het bestuur vastgestelde declaratieformulier”.

L

In artikel 16, tweede lid, vervalt “voor het beroep en het hoger beroep” en wordt “derde en vierde lid” vervangen door “derde, vierde en vijfde lid”.

M

De Bijlage Deelname- en matchingscriteria voor advocaten en mediators wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de titel van “I. Deelnamecriteria advocaten” wordt toegevoegd “bestuursrecht”.

2. Voor “II. Deelname criteria mediators” wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

II. Deelnamecriteria advocaten bouwrecht

Voor deelname aan deze regeling gelden voor advocaten de volgende cumulatieve voorwaarden:

1. De advocaat staat ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand;1 )

2. De advocaat staat minimaal twee jaar ingeschreven in het rechtsgebiedenregister van
de NOvA op het gebied van het bouwrecht;

3. Deelnemende advocaten mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

a. niet tuchtrechtelijk veroordeeld zijn wegens een tekortkoming in de kwaliteit van dienstverlening als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet; en

b. geen maatregel opgelegd hebben gekregen in het kader van het Maatregelbeleid van de Raad;

4. De advocaat verklaart bij zijn deelnameverzoek:

a. akkoord te zijn met de verstrekking van zijn persoonsgegevens aan de deken van de Lokale orden van advocaten;

b. bereid te zijn om mee te werken aan een (tussentijds) onderzoek en evaluatie van deze regeling door de Raad; en

c. bereid te zijn om deel te nemen aan intervisie en/of peer-review van een door de
Nederlandse Orde van Advocaten aangestelde reviewer.

3. “II. Deelnamecriteria mediators” wordt vervangen door “III. Deelnamecriteria mediators”.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

<Plaats en datum>

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

dr. I.D. Nijboer

Directeur/Bestuurder

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

  1. Aanleiding en achtergrond

De wijziging van de Subsidieregeling rechtsbijstand en aanverwante kosten

Tijdelijke wet Groningen (hierna: Subsidieregeling) is het gevolg van een aangenomen amendement van de Tweede Kamerleden Beckerman en Bushoff2 (hierna: amendement) op het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met het herstel van omissies en het aanbrengen van verduidelijkingen. Met het amendement is artikel 13n van de Tijdelijke wet Groningen (hierna: TwG) gewijzigd. De wijzigingen in deze wijzigingsregeling komen hieruit voort. Daarnaast is een aantal aanpassingen gedaan om beter aan te sluiten bij de praktijk die is ontstaan sinds de subsidieregeling in werking is getreden.

Het amendement biedt eigenaren die te maken hebben met complexe schadeherstel- en versterkingstrajecten, of te maken hebben met bouwfouten door een aannemer die zij zelf hebben ingehuurd, een bredere toegang tot juridische en technische bijstand door deskundigen. Dit zorgt voor evenwicht tussen de eigenaar en instanties als Instituut Mijnbouwschade Groningen (hierna: IMG), Nationaal Coördinator Groningen (hierna: NCG) en de aannemer wanneer de eigenaar zelf de opdracht geeft voor schadeherstel of versterking. Zo krijgen eigenaren meer kans op een gelijkwaardige en rechtvaardige afhandeling van hun traject.

  1. De wijzigingen in het kort

De subsidieregeling wordt op de onderstaande punten gewijzigd. Wijzigingen a tot en met c betreffen wijzigingen als gevolg van het amendement. Wijzigingen d tot en met h betreffen wijzigingen die uit de praktijk voortkomen.

  1. Het is voor eigenaren nu ook mogelijk op grond van de Subsidieregeling een advocaat of mediator in te schakelen als het gaat om een privaatrechtelijk geschil in het geval de eigenaar de versterking of het daadwerkelijk schadeherstel in eigen beheer uitvoert en daartoe een overeenkomst heeft met een aannemer of een andere opdrachtnemer en de verbintenis uit die overeenkomst niet (goed) wordt nagekomen. Dit zal onder meer aan de orde zijn bij bouwfouten.

  2. Naast advocaten met een specialisatie bestuursrecht kunnen nu ook advocaten met een specialisatie bouwrecht zich inschrijven voor de subsidieregeling als zij aan de voorwaarden, die in deze wijzigingsregeling zijn opgenomen, voldoen. Deelnemende advocaten kunnen uitsluitend een toevoeging aanvragen voor zaken die vallen onder hun specialisatie.

  3. Voorheen sprak de subsidieregeling enkel over het inschakelen van bouwkundigen en de financieel deskundigen, omdat artikel 13n TwG alleen de inzet van die deskundigen mogelijk maakte. Vanwege het toevoegen van een aantal deskundigen in dat artikel door het amendement is de subsidieregeling ook aangepast. Er is niet voor gekozen die andere deskundigen toe te voegen aan de opsomming, maar te verwijzen naar artikel 13n waardoor de uitbreiding van de deskundigen automatisch doorwerkt in deze subsidieregeling. Daardoor zullen ook eventuele toekomstige wijzigingen in de in te schakelen deskundigen in artikel 13n TwG direct doorwerken in de subsidieregeling.

  4. Er kan ook een beroep worden gedaan op deze subsidieregeling bij een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) of een ander bij verdrag met rechtspraak belast internationaal college. Deze mogelijkheid werd niet genoemd in de oorspronkelijke regeling en valt er nu door de nieuwe wettekst expliciet onder.

  5. Door wijzigingen in artikel 13n TwG en deze subsidieregeling wordt de toegang tot rechtsbijstand en mediation op basis van deze subsidieregeling verruimd. Als gevolg daarvan zijn er ook meer vergoedingen mogelijk voor het werk van de advocaat of mediator. Deze vergoedingen komen in mindering op de vergoeding die de advocaat of mediator ontvangt op basis van de toevoeging. Daarom is de verrekening ook uitgebreid. De verrekening van deze vergoedingen bestond eerder enkel voor advocaten. Omdat voor mediators vergelijkbare regels gelden, is dit bij deze wijzigingsregeling aangepast.

  6. Naast advocaten kunnen ook mediators deskundigen inschakelen.

  7. Een advocaat of mediator kan per advies van een deskundige maximaal € 3.316,- incl. BTW declareren bij de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad). Voorheen was dit ook het beleid, maar was de regeling niet duidelijk of het maximumbedrag gold per advies of per toevoeging of fase. De regeling geeft aan dat de advocaat of mediator bij het derde en eventuele daaropvolgende adviezen dient te motiveren waarom dat nodig is. Het is mogelijk dezelfde deskundige in te schakelen voor een aanvullend adviesrapport, maar het is ook mogelijk een andere deskundige met dezelfde specialisatie in te schakelen. Dit kan ook een ander type deskundige zijn.

  8. Advocaten en mediators zijn verplicht bij de declaratie van de toevoeging gebruik te maken van het vastgestelde formulier tijdschrijven van de Raad. Het formulier is beschikbaar via de website van de Raad.

  1. Uitvoerbaarheid

  • De Minister van Justitie en Veiligheid (Minister van J&V) is de opdrachtgever van de Raad en beleidsverantwoordelijk voor de Wet op de Rechtsbijstand, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Minister van BZK) is beleidsverantwoordelijk voor de inhoud en reikwijdte van de regeling. De Raad voert de regeling uit.

  • De Raad is belast met de uitvoering van de Wet op de Rechtsbijstand (hierna: Wrb), de minister van Justitie en Veiligheid is beleidsverantwoordelijk voor deze wet. De wijziging van deze regeling is tot stand gekomen in overleg tussen de ministeries van J&V en BZK en de Raad voor Rechtsbijstand.

  1. Financiële gevolgen

De subsidiëring aan de Raad verloopt via de reguliere subsidierelatie tussen Raad en de Minister van J&V. De Minister van BZK financiert de kosten voor de regeling.

  1. Totstandkoming van deze wijzigingsregeling

  • De onderhavige wijzigingsregeling is opgesteld ten behoeve van de uitvoering van amendement Beckerman en Bushoff van 4 februari 2025 over aanvullende juridische en technische bijstand voor complexe zaken en bouwfouten. Dit besluit is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Raad, het ministerie van J&V en het ministerie van BZK. Ook is gesproken met maatschappelijke organisaties in de provincie Groningen. Tot slot is rekening gehouden met de wijziging van de regeling TwG en heeft de subsidieregeling voorgehangen in de Tweede en Eerste Kamer.

II Artikelsgewijs

I – Toelichting op wijzigingen artikel 1

Sub e is toegevoegd. Omdat de verschillende typen deskundigen niet meer apart worden benoemd - maar wordt verwezen naar de TwG - is het begrip deskundigen hier toegelicht. Omdat in de TwG en de regeling TwG ook het begrip adviseurs wordt gebruikt, is bij sub e opgenomen dat met adviseurs en deskundigen hetzelfde wordt bedoeld.

Sub g (voorheen sub e) is gewijzigd om onduidelijkheid over het begrip mediation te voorkomen. In plaats van het begrip toe te lichten, wordt nu verwezen naar de omschrijving van mediation in de Wrb. De wijziging beoogt geen andere invulling te geven van het begrip mediation.

Sub j (voorheen sub h) is gewijzigd om onduidelijkheid over het begrip rechtsbijstand te voorkomen. In plaats van het begrip toe te lichten, wordt nu verwezen naar de omschrijving van rechtsbijstand in de Wrb. De wijziging beoogt geen andere invulling te geven van het begrip rechtsbijstand.

Sub k (voorheen sub i) is gewijzigd omdat de Woningwet is gewijzigd. Voor het begrip ‘rechtzoekende’ in de regeling is aangesloten bij het begrip ‘eigenaar van een gebouw’ in de Woningwet. Dit begrip staat als gevolg van de wijziging van de Woningwet op een andere plek in de Woningwet. De wijziging beoogt geen andere invulling te geven van het begrip rechtzoekende. Verder is het soort advies niet langer beschreven nu in de wijzigingsregeling wordt verwezen naar de TwG voor de verschillende soorten advies.

II – Toelichting op wijzigingen artikel 2

In verband met de uitbreiding van de deskundigen in de TwG is de tekst van dit artikel gewijzigd. Voor de term deskundigen was en is aangesloten bij de TwG. In dit licht is er voor gekozen de verschillende typen deskundigen niet te noemen, maar uitsluitend de term ‘deskundige(n)’ te gebruiken. Op deze wijze volgt de subsidieregeling ook toekomstige uitbreidingen van het aantal typen deskundigen in de TwG.

III – Toelichting op wijzigingen artikel 4

Het eerste en tweede lid zijn gewijzigd voor een betere aansluiting bij de TwG. Dit mede in het licht van de aanstaande wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen op basis van een nieuw zesde lid van artikel 13n TwG dat met de Wet Omissies wordt ingevoerd, waarmee de reikwijdte van de bijstand wordt uitgebreid tot gevallen waarin de versterking plaatsvindt via gemeenten in plaats van de NCG. De in dit artikel genoemde werkzaamheden betreffen een limitatieve opsomming.

In het vierde lid is de naam van het ministerie gewijzigd. De TwG en deze subsidieregeling vallen sinds 2 juli 2024 niet langer onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, maar onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het vijfde lid is toegevoegd omdat de gang naar een internationaal rechtscollege, zoals het EHRM, niet was opgenomen in de oorspronkelijke regeling. Dit was geen bewuste keuze. Er was aangenomen dat dat hier niet zou voorkomen. Inmiddels heeft de praktijk anders uitgewezen, hoewel het wel slechts zeer sporadisch voorkomt.

Het zesde lid is toegevoegd naar aanleiding van het eerdergenoemde amendement van Beckerman en Bushoff. In het amendement wordt geregeld dat eigenaren die te maken hebben met bouwfouten recht hebben op rechtsbijstand en mediation. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke kwesties. De oorspronkelijke regeling zag uitsluitend op bestuursrechtelijke kwesties. Met deze aanpassing is er ook aanspraak op rechtsbijstand voor eigenaren die hebben gekozen zelf de herstel- of de versterkingsmaatregelen te organiseren. Dit geldt ook voor gedupeerden die een vergoeding hebben ontvangen van SNN (versterken onder regie van de gemeenten) om zelf versterkingsmaatregelingen, waaronder ook nieuwbouw, uit te voeren. In die gevallen zal een besluit van SNN voor deze regeling worden gelijkgesteld aan een besluit van NCG. Behalve aannemers kunnen bijvoorbeeld ook architecten onder opdrachtnemers vallen. Voorwaarde is wel dat er een direct verband is met de versterking of het schadeherstel.

Het zevende lid is toegevoegd om de regeling op dit punt beter aan te laten sluiten bij de Wrb. Dit omdat vaker dan bij het opstellen van de oorspronkelijke regeling is gedacht, een (hoger) beroep wordt ingetrokken kort nadat de toevoeging is aangevraagd, omdat er alsnog overeenstemming over de versterking of het schadeherstel wordt bereikt. Het vaker dan voorzien intrekken leverde twee ongewenste effecten op. Ten eerste zagen sommige advocaten af van het declareren van de werkzaamheden als zij zeer weinig tijd hadden besteed. Ten tweede zouden de zaken waarin wel werd gedeclareerd veel invloed hebben op het onderzoek naar de gemiddelde tijdsbesteding per zaak.

Het achtste lid (voorheen het vijfde lid) is gewijzigd zodat dit lid ook naar de nieuw toegevoegde artikelleden verwijst.

Het elfde lid (voorheen het achtste lid) is gewijzigd zodat dit lid ook na het toevoegen van twee artikelleden naar het juiste artikellid verwijst.

Het twaalfde lid (voorheen het negende lid) is gewijzigd zodat dit lid ook na het toevoegen van twee artikelleden naar het juiste artikellid verwijst.

IV – Toelichting op wijzigingen artikel 7

Het vierde lid is gewijzigd om te verduidelijken dat alle door de advocaat voor de geleverde rechtsbijstand ontvangen vergoedingen in mindering moeten worden gebracht bij de declaratie van de toevoeging. Ook als een vergoeding niet is bepaald door middel van een proceskostenveroordeling. Een voorbeeld, maar niet daartoe beperkt, is een vergoeding van NCG of IMG.

V – Toelichting op wijzigingen artikel 8

Het vierde lid is gewijzigd, omdat ook mediators een eventuele vergoeding voor hun werkzaamheden in mindering moeten brengen bij de declaratie van de toevoeging. Dit is gelijk aan de verplichting voor een advocaat. Door de aanpassing is nu heel artikel 7 van toepassing op mediators. De in artikel 8 genoemde werkzaamheden betreffen een limitatieve opsomming

VI – Toelichting op wijzigingen artikel 9

In de oorspronkelijke Subsidieregeling waren twee typen deskundigen opgenomen. Dit zijn de bouwkundige en de financiĂ«le deskundige. In de gewijzigde TwG zijn nieuwe typen deskundigen opgenomen. Deze uitbreiding van het aantal soorten deskundigen maakte het noodzakelijk de Subsidieregeling ook aan te passen. Voor de term deskundigen was en is aangesloten bij de TwG. In dit licht is er voor gekozen de verschillende typen deskundigen niet te noemen, maar enkel de term ‘deskundige(n)’ te gebruiken. Op deze wijze volgt de Subsidieregeling ook toekomstige wijzigingen van het aantal typen deskundigen in de TwG.

De aanname is dat een rechtzoekende en zijn advocaat uitsluitend een nieuw advies zullen aanvragen bij een nieuwe feitelijke of juridische situatie. Bijvoorbeeld in reactie op een nieuw of aanvullende rapportage vanuit NCG/IMG of een door hen ingeschakelde deskundige.

De deskundige moet op de lijst van Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en/of Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) staan. Als dat niet het geval is, kan een deskundige een verzoek doen aan de NCG of het IMG om op deze lijst te worden geplaatst, indien deze aan de voorwaarden voldoet.

Het eerste lid is gewijzigd zodat ook een mediator de kosten voor een deskundige kan declareren bij de Raad. Verder is de naam van het ministerie in dit artikellid aangepast. De TwG en deze subsidieregeling vallen sinds 2 juli 2024 niet langer onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, maar onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het tweede lid is uitgebreid met het maximumbedrag waarvoor er een declaratie kan worden ingediend voor een advies van een deskundige. Ook is verduidelijkt dat het maximumbedrag per advies geldt en dat de noodzaak van derde en verdere adviezen door de advocaat of mediator kort wordt toegelicht bij de declaratie. De advocaat of mediator kan bij twijfel voorafgaand aan het inschakelen van de deskundige contact opnemen met de Raad.

Het derde lid is komen te vervallen. Het maximumbedrag per advies van € 3.316 incl. BTW is opgenomen in het gewijzigde tweede lid van dit artikel.

VII – Toelichting op wijzigingen artikel 10

Het eerste lid van dit artikel is gewijzigd vanwege de toevoeging van bouwrechtadvocaten. Voor hen gelden andere inschrijvingsvoorwaarden dan voor de bestuursrechtadvocaten.

VIII – Toelichting op wijzigingen artikel 12

Het eerste lid is gewijzigd, omdat de vergoeding van een goedgekeurde cursus bestuursrecht uitsluitend voor bestuursrechtadvocaten geldt. In verband met de uitbreiding met bouwrechtadvocaten is dit nu expliciet benoemd.

IX – Toelichting op wijzigingen artikel 13

Het zesde lid is gewijzigd, omdat het te gebruiken formulier een andere naam heeft dan in de oorspronkelijke regeling stond vermeld.

X – Toelichting op wijzigingen artikel 14

Het artikel is gewijzigd, omdat de eerder opgenomen benaming van het formulier niet correct was. Advocaten en mediators zijn verplicht bij de declaratie van de toevoeging gebruik te maken van het tijdschrijfformulier. Het tijdschrijfformulier is opgesteld door het Kenniscentrum van de Raad en vastgesteld door het bestuur.

XI – Toelichting op wijzigingen artikel 16

Het tweede lid is gewijzigd, zodat ook het nieuw toegevoegde vijfde lid van artikel vier onder de overgangsbepaling valt. Dit toegevoegde lid ziet op de gang naar een internationaal rechtscollege, zoals bijvoorbeeld het EHRM.


  1. 4) Niet bij de Raad ingeschreven advocaten die alleen willen deelnemen aan deze regeling worden om administratieve redenen ingeschreven in het register van de Raad.↩

  2. Kamerstukken II 2024/25, 36566, nr. 23.↩