[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpak op maat voor de omgang met oude NAM/CVW-schade

Brief regering

Nummer: 2025D38946, datum: 2025-09-12, bijgewerkt: 2025-09-12 15:55, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z16798:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Naar aanleiding van de eerder aangenomen motie Nijboer-Beckerman1 is onderzocht of en, zo ja, op welke wijze schade alsnog vergoed kan worden die in het verleden door de NAM - of het daartoe behorende Centrum Veilig Wonen (hierna: CVW) - deels of geheel is afgewezen. De zogeheten ‘B- en C-schades’. Er heeft een verkenning plaatsgevonden naar mogelijke oplossingsrichtingen voor de omgang met deze schades. Als inwoner van het aardbevingsgebied heb ik gezien hoe zowel deze schades als de afhandeling door de NAM of het CVW tot op de dag van vandaag diepe sporen hebben achtergelaten in de Groningense en Noord-Drentse samenleving.

In de brief aan uw Kamer van 22 januari 20242 gaf mijn voorganger voorafgaand aan deze verkenning al aan dat een volledige herbeoordeling van alle oude NAM/CVW-schade helaas niet haalbaar is. Dit komt door de enorme complexiteit en omvang van de dossiers en het ontbreken van complete gegevens en een uniforme wijze van schadebeoordeling. Het gaat hierbij om bijna 100.000 schademeldingen die door de NAM zijn afgehandeld. Het opnieuw laten beoordelen van deze schadedossiers, zou een enorme belasting voor de reguliere schadeafhandeling betekenen, met lange procedures en wachttijden tot gevolg. Dit vind ik niet wenselijk omdat ik juist wil dat bewoners zo snel mogelijk worden geholpen. Daarnaast zijn de oplossingen – mede door de lange tijd die in veel gevallen al is verstreken – niet eenvoudig en onderling sterk verschillen waardoor herbeoordeling tot ongelijkheid tussen bewoners kan leiden. Zo hebben veel gedupeerden hun schade inmiddels zelf hersteld, zijn ze verhuisd, of hebben zij hun woning moeten verkopen of het eigendom moeten opgeven, bijvoorbeeld door ingrijpende persoonlijke omstandigheden. Zoals eerder aangegeven is een eenvoudige, of ‘one size fits all’ oplossing daarom simpelweg niet voorhanden.

Met de Aanvullende Vaste Vergoeding (AVV), als onderdeel van de huidige schadebehandeling door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (hierna: IMG), wordt een betekenisvolle tegemoetkoming gedaan aan een groot deel van de bewoners met schades uit het verleden op adressen in het effectgebied door hen zonder herbeoordeling een compensatie te bieden. Met de AVV kunnen gedupeerden hun schadevergoeding laten aanvullen tot € 10.000 per adres, ook als het ‘B- en C- schades’ betreft. De AVV wordt momenteel gefaseerd opengesteld voor huidige eigenaren en staat ook open voor huidige eigenaren met enkel eerdere melding(en) bij de NAM, mits deze inhoudelijk behandeld zijn. In 2026 wordt de voorbereiding gestart om de AVV open te stellen voor oud-eigenaren, onder dezelfde condities. Zo hoop ik een grote groep bewoners te helpen.

Daarnaast worden bij andere regelingen van het IMG, zoals daadwerkelijk herstel en duurzaam herstel, onder bepaalde voorwaarden ook oude NAM-schades meegenomen als dit noodzakelijk is voor het herstel van de huidige toegekende schades. Ook wanneer scheuren die al door de NAM werden beoordeeld verergerd zijn, kan IMG een vergoeding toekennen als de verergering door mijnbouw is veroorzaakt. Daarnaast worden in de versterking schades meegenomen of opgelost omdat over wordt gegaan tot sloop/nieuwbouw.

Hoewel een substantieel deel van de gedupeerden met oude NAM- en CVW-schades met deze regelingen kan worden geholpen, zullen deze niet voor iedereen een passende oplossing bieden. In het bijzonder geldt dit voor de gedupeerde bewoners in het aardbevingsgebied, die nog altijd ernstige hinder in het dagelijks leven ondervinden door uiteenlopende omvangrijke en complexe mijnbouwschade die tot op heden niet is hersteld. Ook komt het voor dat een gedupeerde nog steeds geen (volledige) schadevergoeding heeft ontvangen, omdat de NAM specifieke voorwaarden stelde aan de toekenning ervan waaraan de gedupeerde om wat voor reden dan ook niet kan voldoen. Daarnaast zijn sommige gedupeerden nog verwikkeld in langdurige onderhandelingen of rechtszaken met NAM omdat er geen overeenstemming is bereikt over de schadevergoeding. Dit kan leiden tot een onevenredige mentale, fysieke en financiële belasting van de gedupeerde terwijl de schade onverminderd aanwezig blijft en door de jaren mogelijk is verergerd. Zoals aangegeven in mijn eerdere brief3 over de voortgang van de schadeafhandeling heb ik daarom gewerkt aan een aanpak op maat voor deze specifieke groep particuliere gedupeerden. Daarbij ben ik mij goed bewust van het feit dat het volledig wegnemen van het leed dat deze bewoners is aangedaan niet mogelijk is. Hoewel ik mij iedere dag onverminderd blijf inzetten voor een ruimhartig schadebeleid laten het onrecht en de gevolgen van de oude NAM- en CVW-schades zich niet eenvoudig ongedaan maken. Met een aanpak op maat verwacht ik wel meer ruimte en flexibiliteit te creëren om oplossingen te bieden die juist aansluiten op de persoonlijke situaties van deze groep bewoners. Hierbij is het van belang te constateren dat NAM bij de afhandeling van meldingen geen onderscheid heeft gemaakt tussen de benodigde versterking van woningen of het herstellen van schade aan woningen. In de gekozen aanpak maak ik daarin ook geen onderscheid.

In gesprekken met regionale partijen, waaronder maatschappelijke organisaties4, bewonerssteunpunten5 en aardbevingsgemeenten6 alsook IMG en de vangnetten7, heb ik de afgelopen periode meer inzicht gekregen in de kenmerken en omvang van gedupeerden met oude NAM-schades die zich in schrijnende situaties bevinden. Zowel via de ervaringen en verhalen die betrokken partijen hebben gedeeld, als door de concrete casussen die zijn aangeleverd om een beeld van de problematiek te vormen. Tot op heden is een twintigtal casussen aangereikt, waarbij de mogelijkheid tot het aanleveren van aanvullende casussen nog openstaat. Op basis van dit aantal kan worden verondersteld dat het probleem mogelijk relatief beperkt van omvang is. Uit gesprekken met betrokken partijen komt echter ook het beeld naar voren dat er een groep gedupeerden met oude NAM-schades is, die zich mogelijk niet (meer) meldt bij ondersteunende instanties in de regio of bij het IMG. Op basis van de voorbeelden die ik heb ontvangen heb ik gekeken hoe beschikbare instrumenten toegankelijker en breder inzetbaar kunnen worden gemaakt om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen voor deze groep particulieren. In deze brief ga ik nader in op deze mogelijkheden.

1.   Integrale oplossing van vastgelopen situaties als gevolg van de schadeafhandeling door NAM/CVW door het Interventieteam Vastgelopen Situaties

Het Interventieteam Vastgelopen Situaties (IVS) biedt maatwerkoplossingen aan bewoners die vastlopen in de versterkingsopgave en/of schadeafhandeling wanneer bestaande regelingen geen passende oplossing bieden. Het IVS richt zich vooral op schrijnende gevallen en hanteert daarbij een aantal criteria8 om te bepalen of een zaak in behandeling kan worden genomen. De toegangscriteria voor het IVS zijn ruim geformuleerd. Dit betekent dat ook schrijnende schadezaken die in het verleden door NAM of CVW zijn behandeld, door het IVS tot een oplossing gebracht kunnen worden. De aanpak op maat sluit hierop aan door per situatie te bekijken welke specifieke problematiek speelt, zodat er voor elke schrijnende situatie een passende, op maat gemaakte oplossing wordt gevonden. Het kan gaan om coördinatie om te komen tot een analyse en bouwplan, het opstellen van een plan van aanpak met samenhangende maatregelen (bijvoorbeeld verplaatsing, sloop en alternatieve nieuwbouw) of een financiële bijdrage naast reguliere middelen om het plan te kunnen uitvoeren.

De burgemeesters van de gemeenten in het aardbevingsgebied kunnen vastgelopen situaties aandragen bij het IVS. Ook vanuit het IMG en de NCG kunnen vastgelopen situaties aangedragen worden.

Zoals eerder in deze brief vermeld, hebben verschillende betrokken regionale partijen casussen aangeleverd om een beter inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van de problematiek waarmee gedupeerden van oude NAM/CVW-schade worden geconfronteerd. Ook hebben zich een tiental bewoners gemeld bij het loket eigen gemaakte kosten bij de versterking. Van de aangereikte casussen van bewoners met oude NAM/CVW-schade worden er momenteel drie door het IVS opgepakt.9

Tegelijkertijd voer ik overleg met IVS, gemeenten en IMG om te zorgen dat potentieel schrijnende situaties uit de NAM/CVW-periode beter onder de aandacht komen bij IVS zodat bewoners sneller perspectief op een oplossing krijgen en de situatie niet verder verslechtert. In het wetsvoorstel ter uitvoering van diverse maatregelen uit Nij Begun (‘PEGA-wetsvoorstel), dat binnenkort zal worden ingediend, wordt voorgesteld een grondslag te creëren waarmee het IMG de mogelijkheid krijgt om deze groepen eerder te benaderen, zodat preventief een oplossing kan worden gevonden om schrijnende en onveilige situaties te voorkomen.

2.   Alsnog uitkeren eerder overeengekomen schadevergoeding met NAM

In de Tijdelijke wet Groningen10 (hierna: TwG) is geregeld dat schade waarvoor vaststellingsovereenkomsten (VSO's) tussen bewoners en NAM of CVW zijn gesloten, in principe niet door het IMG wordt afgehandeld. Gebleken is dat sommige bewoners door uiteenlopende omstandigheden niet aan de in de VSO opgenomen voorwaarden kunnen voldoen. Hierdoor is de schade en een eventuele extra vergoeding in deze gevallen feitelijk niet afgehandeld, ondanks de eerdere erkenning. Om tot een passende oplossing te komen, ga ik de komende periode in overleg met NAM over het alsnog uitkeren van de vergoeding die particuliere bewoners eerder met NAM zijn overeengekomen voor fysieke schade. De oplossing kan er dan uit bestaan dat de bewoner alsnog aan de voorwaarden voldoet en daar zo nodig bij geholpen wordt ofwel dat de NAM accepteert dat de bewoner niet aan de voorwaarden zal voldoen en alsnog tot verstrekking van de vergoeding overgaat, zonder dat dit leidt tot onverklaarbare nieuwe verschillen. Ik heb de NAM gevraagd hierover in overleg te gaan met de bewoners en de NAM heeft aangegeven constructief mee te willen denken over een oplossing.

3.   Beëindiging van onderhandelingen of juridische procedures met de NAM

Het uitgangspunt van het schadevergoedingsrecht is dat elke schade slechts eenmaal voor een vergoeding in aanmerking komt. Er zijn echter oude schadedossiers van gedupeerden waarbij nooit een schadevergoeding is uitgekeerd, maar de NAM of de Arbiter wel de aansprakelijkheid heeft erkend.  Hierbij valt te denken aan de situatie dat de NAM heeft aangegeven dat de schade mijnbouw gerelateerd is en wordt gemonitord of dat een uitspraak van de Arbiter niet tot sluiting van het dossier heeft geleid. Het IMG heeft aangegeven deze voorbeelden in de praktijk tegen te komen en via de hardheidsclausule deze te kunnen oplossen. De TwG11 voorziet in dat geval in de mogelijkheid dat zo’n schadegeval, dat dus nog niet is afgedaan, alsnog door het IMG wordt opgepakt. 

Daarnaast zijn er bewoners die een schadebesluit of geschil over de schadevergoeding momenteel nog hebben voorliggen bij de civiele rechter. Waar het IMG niet bevoegd is om schadedossiers opnieuw te behandelen wanneer de civiele rechter al een uitspraak heeft gedaan over een schadevergoeding, is dit wel mogelijk als een nog lopende procedure wordt beëindigd met wederzijdse instemming. NAM heeft bij mij aangegeven mee te willen denken over de afronding van deze zaken en op korte termijn gaan we hierover in overleg. Als een dergelijke rechtszaak wordt beëindigd, komt de reguliere schadeafhandeling door het IMG beschikbaar en zal het IMG deze situaties conform het geldende kader beoordelen. Dit betekent dus dat het IMG niet automatisch alle geclaimde schade zal vergoeden of herstellen.

 

Conclusie

Hoewel de aanvullende vaste vergoeding voor veel bewoners op adressen binnen het effectgebied een betekenisvolle tegemoetkoming kan zijn voor oude NAM/CVW-schades, blijven sommige bewoners helaas geconfronteerd met problematiek door (deels) niet vergoede schade. Zoals eerder aangegeven is het niet mogelijk om iedereen volledig te compenseren. Met de voorgestelde routes wil ik er in elk geval voor zorgen dat schrijnende situaties van bewoners worden opgelost en dat lopende procedures op een goede wijze kunnen worden afgerond. Dat vind ik tegelijk met de implementatie van de reguliere schadeafhandeling van groot belang en daar blijf ik mij met volle energie voor inzetten. Zo wil ik deze Groningers weer toekomstperspectief bieden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Herstel Groningen, Koninkrijksrelaties en Digitalisering

Eddie van Marum


  1. Kamerstukken II 2023/24, 33 529, nr. 1181.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023/24, 33 529, nr. 1209.↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 33 561, nr. 67.↩︎

  4. Groninger Bodem Beweging, Groninger Gasberaad↩︎

  5. Stut en Steun, Ons laand, ons lu↩︎

  6. De gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt, vertegenwoordigd in de werkgroep Schade van de Provincie.↩︎

  7. Commissie Bijzondere Situaties, Interventieteam Vastgelopen Situaties↩︎

  8. Artikel 1a.1, derde lid, van de Regeling Tijdelijke wet Groningen.↩︎

  9. Eén casus is naar CBS doorverwezen omdat de bewoner in kwestie eerder al een traject met CBS had doorlopen. Van één casus wordt beoordeeld of IVS een rol kan spelen bij het oplossen van de ontstane situatie. Daarnaast heb ik de uitvoeringsorganisaties gevraagd te kijken naar de meldingen van eigen gemaakte kosten in de versterking van bewoners die niet door IVS kunnen worden opgepakt.↩︎

  10. artikel 2, lid 4 Tijdelijke Wet Groningen↩︎

  11. artikel 2, lid 5 Tijdelijke Wet Groningen↩︎