[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 29 en 30 september

Raad voor Concurrentievermogen

Brief regering

Nummer: 2025D39247, datum: 2025-09-16, bijgewerkt: 2025-09-25 15:19, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-30-678).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-678 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2025Z16913:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 678 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2025

Op 29 en 30 september 2025 organiseert het Deens voorzitterschap een formele Raad voor Concurrentievermogen over de onderdelen 1) industrie en interne markt en 2) onderzoek en innovatie. Met deze brief stuur ik u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet. De geannoteerde agenda voor het onderdeel onderzoek en innovatie stuur ik u mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Minister van Economische Zaken,
V.P.G. Karremans

Inleiding

De Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) op 29 en 30 september a.s. staat in het teken van twee onderdelen: 1. Interne markt & Industrie en 2. Onderzoek & Innovatie. Deze indeling wordt ook aangehouden in de geannoteerde agenda.

Interne markt en industrie (29 september 2025)

Europees Concurrentievermogenfonds

Beleidsdebat

De Raad bespreekt het Commissievoorstel voor een European Competitiveness Fund (ECF), dat onderdeel is van het pakket voor een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028–2034. Met dit voorstel beoogt de Commissie twaalf programma's onder het huidige MFK samen te voegen tot één raamwerk met als overkoepelend doel het versterken van het EU-concurrentievermogen, meer in het bijzonder in de strategische sectoren en technologieën die daarvoor cruciaal zijn.

Nederlandse positie

De Kamerbrief van 12 september 2025 met de kabinetsappreciatie van de MFK-voorstellen van de Commissie voor het volgend MFK is de basis voor de Nederlandse onderhandelingspositie. De overkoepelende Nederlandse inzet richt zich op een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK waarbij de focus gelegd dient te worden op strategische prioriteiten. Zoals de rapporten van Draghi en Letta duidelijk hebben gemaakt, is de versterking van het Europese concurrentievermogen essentieel voor de toekomst van de EU en dus ook voor Nederland. Specifiek op het ECF is de Nederlandse inzet met de Kamer gedeeld via het BNC-fiche van 12 september 2025. Het kabinet ondersteunt het belang dat de Commissie via dit voorstel geeft aan het versterken van het Europese concurrentievermogen en benadrukt daarbij het belang van de verhoging van productiviteitsgroei. Het kabinet acht het van belang dat waar mogelijk wordt gefocust op de meest strategische technologieën en sectoren. Ook vindt het kabinet het van belang dat besteding van middelen over de gehele breedte van het ECF zoveel als mogelijk op basis van excellentie en impact en in open competitie plaatsvindt.

Krachtenveld

In den brede is er steun vanuit de meeste lidstaten voor de ambitieuze doelen van het ECF. Hierbij geldt dat lidstaten vragen hebben over hoe het ECF in de praktijk zal functioneren. Ook hebben verschillende lidstaten vragen over de prioritering binnen het ECF, de interpretatie van subdoelen en de synergie met andere fondsen.

Omnibus-simplificatiepakketten: jaarlijks voortgangsverslag over handhaving en uitvoering

Gedachtewisseling

De Raad bespreekt de voortgang van de Commissie met het vereenvoudigen van EU-wetgeving via zogeheten «omnibus-simplificatiepakketten» en Annual Progress Report on Simplification, Implementation and Enforcement. Dit past binnen het bredere kader van de Better Regulation Agenda en het streven naar werkbare en toekomstbestendige regelgeving voor bedrijven en overheden.

De Commissie heeft eveneens aangekondigd dit najaar drie nieuwe omnibusvoorstellen te publiceren, namelijk op het gebied van milieu, digitalisering en militaire mobiliteit.

Nederlandse positie

Nederland ondersteunt het principe van omnibusvoorstellen als middel om regeldruk te verlagen, wetgeving te stroomlijnen en uitvoerbaarheid te verbeteren. Tegelijkertijd wijst Nederland de Commissie op het belang van het uitvoeren van gedegen impact assessments, zeker indien deze ontbreken.

De Omnibustrajecten sluiten aan bij de Nederlandse regeldrukaanpak. Het kabinet zet sterk in op vermindering van regeldruk en heeft daartoe het Actieprogramma Minder Druk Met Regels opgesteld.1 De inzet op EU-niveau via de Omnibussen vormt hiervan een onderdeel.

Het geagendeerde voortgangsrapport is nog niet verspreid. Daarover kan daarom op dit moment nog geen oordeel worden gegeven over het rapport.

Krachtenveld

De steun voor dit vereenvoudigingstraject is breed in de Raad, maar er zijn uiteenlopende verwachtingen over de invulling van specifieke omnibuspakketten: sommige lidstaten vragen meer nadruk op lastenverlichting, andere op betere implementatie of meer politieke zichtbaarheid.

Diversenpunten

Oostenrijk heeft een diversenpunt aangevraagd over territoriale leveringsbeperkingen. Het kabinet steunt de aandacht voor dit probleem en pleit al langer voor een oplossing in de vorm van wetgeving. Momenteel staat Nederland in contact met Oostenrijk om uit te zoeken of het Nederlandse standpunt volledig overeenkomt met de Oostenrijkse positie.

Onderzoek en innovatie (30 september 2025)

Geannoteerde Agenda voor het onderzoeks- en innovatiedeel van de formele Raad voor Concurrentievermogen op 30 september 2025 te Brussel

Dit deel van de Geannoteerde Agenda is mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gaat enkel over het onderzoeks- en innovatiedeel van de Raad.

Het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon Europe 2028–2034): de rol van O&I voor dual-use, veiligheid en defensie

Beleidsdebat

De Raad spreekt tijdens een beleidsdebat over de voorstellen voor het tiende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (O&I) voor de periode 2028–2034, Horizon Europe2. Het voorzitterschap wil tijdens dit debat ingaan op de bijdrage die het kaderprogramma kan leveren aan dual-use, veiligheid en defensie. Op het moment van schrijven is er nog geen discussiestuk of nadere toelichting op het onderwerp bekend. De Nederlandse inbreng volgt uit eerder verzonden stukken aan de Kamer. Daarnaast zal het BNC-fiche over het volgende kaderprogramma als basis dienen. Dit BNC-fiche is op 12 september jl. gedeeld met uw Kamer3.

Nederlandse positie

Europese samenwerking op het gebied van O&I is belangrijk om het concurrentievermogen, de duurzaamheid, veiligheid en weerbaarheid van de EU te versterken. Horizon Europe geeft invulling aan de Europese O&I-inzet. Nederlandse deelnemers, zoals universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven, doen zeer succesvol mee in het lopende kaderprogramma, Horizon Europe (2021–2027)4. Het huidige kaderprogramma kent een civiele focus, dit betekent dat O&I-projecten die gefinancierd worden onder Horizon Europe geen militaire doeleinden mogen hebben. Om de kruisbestuiving tussen civiele en militaire O&I te verbeteren is er voorgesteld om dual-use en defensiegerelateerde activiteiten toe te staan.

Nederland is voorstander van het beter gebruik maken van de wisselwerking tussen civiele en defensiegerelateerde O&I door in Horizon Europe dual-use O&I toe te staan. De huidige geopolitieke ontwikkelingen onderstrepen het belang hiervan. Nederland benadrukt daarbij de noodzaak te zorgen voor heldere uitwerking en implementatie van de regels en in samenspraak met de lidstaten. Hierbij is ook aandacht nodig voor of en de manier waarop er met niet-EU-landen kan worden samengewerkt. Daarnaast wil Nederland graag dat verzekerd wordt dat civiele (niet-militaire) partijen toegang blijven houden tot het programma en er proportionele veiligheidseisen zijn. Als laatste dient er rekening te worden gehouden met ethische kaders en de toepassing van open science. Bij dual-use en defensiegerelateerde activiteiten zal er ook aandacht zijn voor de uitvoerbaarheid van maatregelen en de regeldruk voor deelnemers.

Verder vindt Nederland het belangrijk dat het zwaartepunt van de beschikbare middelen en de programmering van het kaderprogramma bij civiele toepassingen ligt, gezien de op defensie toegespitste O&I-mogelijkheden die in het Europees Concurrentievermogenfonds (ECF) al worden voorgesteld.

Krachtenveld

Tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen, op 17 juli jl. werd het voorstel voor Horizon Europe 2028–2034 breed verwelkomd door de lidstaten. Er werd wel aangegeven dat de samenhang tussen het ECF en Horizon Europe nog niet duidelijk is en nadere uitwerking nodig is, onder andere ten aanzien van de implementatie van dual-use.

Raadsconclusies over het belang van onderzoek en innovatie voor de EU-strategie voor startups en scale-ups

Aanname Raadsconclusies

De Raad zal naar verwachting Raadsconclusies aannemen over de EU-strategie voor startups en scale-ups. Dit is een reactie op de publicatie van de strategie hierover door de Europese Commissie op 28 mei 2025. De strategie gaat in op de doorgroei van innovatieve startups en scale-ups.5 De Raadsconclusies gaan over de O&I-onderdelen uit de strategie, zoals het verbeteren van toegang tot financiering en het ondersteunen van van het opnemen van toepassingen uit startups en scale-ups door de markt. Ook wordt er ingegaan op de uitbreiding van startups en scale-ups, het aantrekken en behouden van talent en het vergemakkelijken van toegang tot infrastructuur, netwerken en diensten.

Nederlandse positie

Zoals aangegeven in het BNC-fiche6, steunt Nederland dit voorstel. Het voorstel richt zich op een EU-strategie voor startups en scale-ups en hun grote rol in het versterken van het concurrentievermogen van de EU. Nederland onderschrijft de noodzaak die de Commissie aangeeft om de voorwaarden en prikkels die tot snellere doorgroei van innovatieve startups leiden stevig te verbeteren en daarmee het investeringsklimaat te bevorderen. De inzet is noodzakelijk om de EU-concurrentiepositie te versterken, de open strategische autonomie en het toekomstige verdienvermogen te waarborgen. De focus van de strategie is potentierijk en ambitieus, maar uiteindelijk afhankelijk van de nadere uitwerking en de implementatie.

De Raadsconclusies zijn in lijn met de Nederlandse positie uit het BNC-fiche. Nederland zal tijdens de Raad het belang van toegang tot financiering en durfkapitaal benoemen en benadrukken dat onder andere de European Innovation Council (EIC) een cruciale rol in het Europese financieringslandschap vervult. Tevens zal Nederland aandacht vragen voor problematiek rond regels ten aanzien van Onderneming in Moeilijkheden. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies.

Krachtenveld

Naar verwachting zullen alle lidstaten instemmen met de Raadsconclusies.

Raadsconclusies over de «Strategy for European Life Sciences»

Aanname Raadsconclusies

Op 2 juli jl. presenteerde de Europese Commissie de Strategy for European Life Sciences. Deze strategie heeft tot doel de Europese Unie in 2030 wereldwijd leidend te laten zijn in de biowetenschappen. Biowetenschappen, waaronder belangrijke (sleutel)technologieën, zijn volgens de Europese Commissie van cruciaal belang voor het concurrentievermogen en het versterken van de open strategische autonomie van de Europese Unie. Door middel van een integrale aanpak op de biowetenschappen wordt de Europese interne markt, haar concurrentievermogen en crisisbestendigheid versterkt. Door innovatie en opschaling te stimuleren, toegang tot de markt te versnellen en de opname van nieuwe technologie te verbeteren, wordt de Europese Unie neergezet als de meest aantrekkelijke regio voor biowetenschappen.

Nederlandse positie

Nederland steunt de inzet van de Europese Commissie om zich te richten op de (toepassingsgebieden van) biowetenschappen en de dwarsdoorsnijdende sleuteltechnologieën, waaronder biotechnologie, digitalisering en artificiële intelligentie (AI). Dit is ook aangegeven in het BNC-fiche hierover7. Nederland ziet de samenhangende benadering van de biowetenschappen als zeer positief en herkent de kansen die de strategie in beeld brengt voor de Europese Unie.

Nederland heeft gevraagd om prioritering van de inzet van een One Health-benadering8 in de strijd tegen antimicrobiële resistentie en preventie van zoönosen. Bij de uitwerking van de strategie is het voor Nederland belangrijk dat de rol van fundamenteel onderzoek als essentieel voor het genereren van nieuwe ideeën en technologieën in de kennisketenbenadering goed wordt meegenomen. Nederland heeft ook aandacht gevraagd voor een robuuste digitale onderzoeksinfrastructuur, inclusief dataopslag, dataverwerking en netwerkvoorzieningen voor datatransport en voor het (her)gebruik van gezondheidsdata. Daarnaast is regeldruk een punt van zorg. Nederland zet zich binnen Europa in voor toekomstgerichte en veerkrachtige regelgeving die de innovatiekracht niet belemmert en tegelijkertijd voldoende veiligheidsgaranties voor mens, dier en milieu biedt. Streng waar nodig, soepel waar mogelijk. Gezien de snelle technologische ontwikkelingen moeten regulatoire kaders toekomstgericht en flexibel zijn, met mogelijkheid tot maatwerk.9 Ook heeft Nederland gevraagd om in de strategie en voorlopige Raadsconclusies aandacht te geven aan kennis- en economische veiligheid voor het versterken en vergroten van de weerbaarheid van onderzoek en wetenschap en tegen ongewenste overdracht van onder meer kennis over biotechnologie en goederen.

De onderhandelingen over de Raadsconclusies zijn nog gaande ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde Agenda en worden op korte termijn afgerond. Er lijkt overeenstemming te zijn over het belang van bovenstaande onderwerpen. Indien deze afdoende benoemd worden in de Raadsconclusies is Nederland voornemens in te stemmen.

Krachtenveld

Naar verwachting zullen alle lidstaten instemmen met de Raadsconclusies.


  1. Kamerbrief over actieprogramma Minder Druk Met Regels | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  2. Op 16 juli 2025 heeft de Europese Commissie een wetgevend voorstel gepresenteerd voor het volgende Kaderprogramma, Horizon Europe (2028–2034), zie Horizon Europe 2028–2034: twice bigger, simpler, faster and more impactful – European Commission↩︎

  3. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2025/09/12/bnc-fiche-mfk-voorstel-verordening-en-besluit-horizon-europa-het-europese-kaderprogramma-voor-onderzoek-en-innovatie↩︎

  4. Sinds de start van Horizon Europe (2021–2027) is na Duitsland, Frankrijk en Spanje, het meeste budget aan Nederlandse deelnemers toegekend, inmiddels ruim 4,5 miljard euro.↩︎

  5. Kamerstuk 2025, 22 112, nr. 4098↩︎

  6. Kamerstuk 2025, 22 112, nr. 4098↩︎

  7. Kamerstuk 2025, 22 112, nr. 4135↩︎

  8. One Health is het principe waarbij de integrale gezondheid van milieu, dier en mens centraal staat bij gezondheidsbevordering en het beperken van infectierisico’s. Het kabinetsbeleid is reeds gericht op een goede samenwerking tussen verschillende disciplines vanuit de One Health gedachte en de Nederlandse ervaring en expertise op dit terrein wordt gedeeld in fora waarbij internationaal wordt samengewerkt.↩︎

  9. Kabinetsvisie op biotechnologie 2025–2040 | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎