Waarborgen passief kiesrecht
Grondrechten in een pluriforme samenleving
Brief regering
Nummer: 2025D40367, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-26 13:17, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29614-185).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 29614 -185 Grondrechten in een pluriforme samenleving.
Onderdeel van zaak 2025Z17352:
- Indiener: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- : Verkiezingen (tot nader order uitgesteld) (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-09-23 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-25 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 | 
| Vergaderjaar 2025-2026 | 
29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving
35 165 Verkiezingen
Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2025
Recent was er media-aandacht voor het (wettelijk) waarborgen van het passief kiesrecht voor vrouwen in Nederland. Omdat dit een belangrijk onderwerp is, en het wenselijk is dat hierover geen onduidelijkheden rijzen, bericht ik uw Kamer graag als volgt.
De aanleiding voor genoemde media-aandacht was de publicatie van de conceptkandidatenlijst van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). De Hoge Raad heeft in 2010 een uitspraak gedaan, waarin staat dat de uitsluiting van vrouwen in politieke functies in strijd is met het discriminatieverbod en met het passief kiesrecht, ongeacht religieuze overtuigingen.1 De Hoge Raad wees daarbij op de rol van de regering in het borgen van het passief kiesrecht voor vrouwen.
Politieke partijen gaan zelf over het afwegingskader dat zij hanteren voor de totstandkoming van de kandidatenlijst. Het is evenwel de taak van de Minister van Binnenlandse Zaken om toe te zien op de eerbiediging van ieders grondrechten.
In een recent gesprek met de SGP heeft mijn ambtsvoorganger zich ervan willen verzekeren dat er binnen die partij geen obstakels voor vrouwen zijn om als kandidaat op de kandidatenlijst te komen en daarmee om het passief kiesrecht – het recht om gekozen te worden – te realiseren. Op basis van dit gesprek heeft mijn ambtsvoorganger zich ervan vergewist dat er bij de SGP voor vrouwen de mogelijkheid bestaat om zich kandidaat te stellen en dat een weging of en welke vrouwen daadwerkelijk op de lijst terechtkomen en daarmee verkiesbaar zijn, telkens een op zichzelf staande afweging per kandidaat is. De SGP heeft afgelopen voorjaar de lokale afdelingen hierover geïnformeerd. De conclusie uit het gesprek is dat het zijn van een vrouw deze weging niet kan en mag belemmeren voor een plaats op de kandidatenlijst van de SGP.
De recente media-aandacht en het publiek debat over de borging van het passief kiesrecht voor vrouwen roept wel de vraag op, of het kunnen uitoefenen van het passief kiesecht door vrouwen voldoende wettelijk geborgd is. Ik zal daarom – mede gelet op het arrest van de Hoge Raad – een verkenning doen binnen de volle breedte van het politieke bestel, naar de wenselijkheid en mogelijkheid van (aanvullende) wettelijke borging van het passief kiesrecht voor vrouwen. Daarbij zal ik uiterste zorgvuldigheid betrachten en andere vrijheden zoals bijvoorbeeld het recht van vereniging betrekken en in acht nemen. Ik zal uw Kamer eind 2025 informeren over de uitkomsten van deze verkenning.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
- HR 9 april 2010 ECLI:NL:HR:2010:BK4549 ro. 4.5, Gst 2010/63 m.nt. J.L.W. Broeksteeg, AB 2010/190 m.nt. F.J. van Ommeren.↩︎