[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van het lid Van der Werf over bij de augustusbesluitvorming eenmalig 5,6 miljoen euro voor het Centrum Seksueel Geweld beschikbaar stellen (Kamerstuk 36725-VI-26)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026

Brief regering

Nummer: 2025D40436, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-29 14:25, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 VI-7 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026.

Onderdeel van zaak 2025Z17365:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2026

Nr. 7 Brief van de staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2025

Uw Kamer heeft op 3 juli jl. de motie1 van het lid Van der Werf (D66) inzake een eenmalige financiering van de Centra Seksueel Geweld (CSG) in 2026 aangenomen.2 De motie verzoekt de regering om bij de augustusbesluitvorming eenmalig 5,6 miljoen voor de CSG beschikbaar te stellen voor 2026, en deze uitgaven te dekken met resterende middelen op artikel 12 op de begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gereserveerd voor het constitutioneel hof en de verzelfstandiging van de Raad van State.

Inmiddels is duidelijk geworden dat de betreffende middelen niet beschikbaar zijn op de begroting van BZK. De reeks op artikel 12 loopt van 2028 tot 2030. Daarnaast is door uw Kamer middels het amendement van het lid Sneller c.s.,3 een andere bestemming, te weten een bijdrage aan het oplossen van de capaciteitsproblematiek in het gevangeniswezen, voor deze middelen gevonden. Hiermee is er sprake van een ondeugdelijke dekking en zou de motie conform kabinetsbeleid als niet uitvoerbaar moeten worden gekwalificeerd.

Wij vinden het echter belangrijk dat slachtoffers van seksueel geweld snel en passende hulp ontvangen op het moment dat zij dit nodig hebben. Om die reden hechten we eraan dat de ondersteuning die de regionale CSG bieden geborgd is en blijft. De verantwoordelijkheid voor de financiering van de regionale CSG ligt bij de centrumgemeenten Vrouwenopvang. Op dit moment lopen de gesprekken over de begroting voor 2026 tussen de gemeenten en de CSG.

Op basis van de uitkomsten van deze gesprekken zullen wij, in het licht van de motie, bezien of en zo ja welke aanvullende middelen voor 2026 vanuit het Rijk moeten worden gevonden binnen onze begrotingen.

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

A.C.L. Rutte

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

N.J.F. Pouw-Verweij


  1. Kamerstuk 36 725 VI, nr. 26.â†Šī¸Ž

  2. Ingebracht tijdens het wetgevingsoverleg over de wijziging van de begrotingsstaten van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2026 (1 juli 2025).â†Šī¸Ž

  3. Kamerstuk 36 725 VI, nr. 14.â†Šī¸Ž