Kabinetsbeleid ten aanzien van Syrië, met aandacht voor de bescherming van Syrische minderheden
Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten
Brief regering
Nummer: 2025D40456, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-26 13:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 32623 -376 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Onderdeel van zaak 2025Z17373:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-09-23 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-25 11:30: Procedurevergadering (verplaatst i.v.m. APB) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-10-02 19:30: Actuele stand van zaken in de wereld (verplaatst van 1 oktober naar 2 oktober 2025) (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het kabinetsbeleid ten aanzien van Syrië, met aandacht voor de bescherming van Syrische minderheden.
In december 2024 kwam er na 54 jaar een einde aan de verschrikkelijke dictatuur van het Assad-regime. De machtswisseling in Damascus heeft de regionale verhoudingen opgeschud, het land ligt nog grotendeels in puin, en geweldsescalaties met een sektarisch karakter hebben op verschillende plekken plaatsgevonden. Kortom, de situatie in Syrië blijft complex, volatiel en onvoorspelbaar.
Nederland heeft belang bij een veilig en stabiel Syrië. Nieuwe geweldsescalaties kunnen leiden tot vluchtelingenbewegingen en regionale instabiliteit, wat ook gevolgen kan hebben voor onze veiligheid. Om die reden zet het kabinet zich langs meerdere sporen in.
Allereerst onderhoudt Nederland contact met de Syrische overgangsregering, met diverse gemeenschappen in Syrië en de verschillende spelers in de regio. Het kabinet is zich bewust van de achtergrond van de huidige machtshebbers in Damascus. Echter, in het licht van de Nederlandse belangen en om de invloed van Iran en Rusland te beteugelen is het noodzakelijk om te engageren met de huidige Syrische overgangsregering. Dat doet Nederland in nauwe samenwerking met de EU en andere partners.
Er valt veel aan te merken op de processen van deze transitie, waaronder de parlementaire verkiezingen deze maand, en de Syrische overgangsregering heeft vooralsnog onvoldoende grip op veiligheid en rechtshandhaving. Het kabinet blijft de stappen wel zeer nauwlettend en kritisch volgen. Samen met de EU en andere partners blijven we in ons contact met de Syrische overgangsregering serieus aandringen op het belang van een inclusieve transitie en de bescherming van alle gemeenschappen. Afhankelijk van hun houding schromen we het niet om de druk op de ketel te houden, bijvoorbeeld via onze diplomatieke kanalen en het sanctie-instrumentarium.
Ook in Europees verband blijft Nederland actief. Het kabinet onderkent dat wederopbouw, economische ontwikkeling en stabiliteit bijdragen aan veiligheid en perspectief voor alle Syriërs. Vooruitgang op wederopbouw, economisch herstel en versterkt vertrouwen tussen overheid en burgers zal ook bijdragen aan het creëren van voorwaarden voor terugkeer van Syriërs. In de EU zet het kabinet zich in voor versterkte Europese en internationale coördinatie ten aanzien van wederopbouw en te kijken naar verdere sectorale sanctieverlichting die nodig is voor economisch herstel. Ook landen in de regio, waaronder de Golfstaten, en internationaal financiële instellingen als de Wereldbank en de IMF zijn in gesprek met de Syrische overgangsregering over steunpakketten voor macro-economisch herstel. Het kabinet volgt deze ontwikkelingen nauwgezet.
Verder blijft humanitaire steun onmisbaar. Nederland ondersteunt de meest kwetsbaren in Syrië met flexibele financiering aan humanitaire partners. In 2025 gaat het om in totaal EUR 20,4 miljoen, via de Dutch Relief Alliance, het Nederlandse Rode Kruis en VN-humanitaire landenfondsen. Conform de motie Kahraman, heeft Nederland in EU-verband bepleit dat hulp wordt verleend op basis van de grootste noden en ten behoeve van de meest kwetsbare groepen, inclusief aan etnische en religieuze gemeenschappen zoals christenen, Alawieten, Druzen, en Koerden.
Ten slotte is het tegengaan van straffeloosheid en gerechtigheid voor misdaden onder het Assad-regime essentieel voor duurzame vrede. Nederland heeft ten tijde van het Assad-regime een actieve rol gespeeld op deze thema’s, bijvoorbeeld samen met Canada in de zaak bij het Internationaal Gerechtshof tegen Syrië onder het VN-antifolterverdrag, en zal dit blijven doen. Het kabinet heeft dit jaar opnieuw middelen beschikbaar gesteld voor de VN-bewijzenbank IIIM, het OHCHR-veldkantoor in Damascus en het International Center for Transitional Justice.1 Deze instellingen verzamelen en bewaren bewijs, zodat vervolging in nationale en internationale processen mogelijk blijft. Ook ondersteunen ze slachtoffers van onrecht. Mede op aandringen van Nederland heeft de EU de recente geweldsescalaties scherp veroordeeld en de overgangsregering gemaand tot actie. Daarnaast zijn sancties ingesteld tegen individuen die verantwoordelijk zijn voor sektarisch geweld en mensenrechtenschendingen.
De komende periode blijft onzeker en vraagt voortdurende afweging. De situatie in Syrië kent grote risico’s, maar ook kansen. Door vast te houden aan druk en sancties waar nodig, steun te geven aan verantwoordingsmechanismen en humanitaire partners, bij te dragen aan wederopbouw en economisch herstel, en de Syrische overgangsregering aan te spreken op haar verantwoordelijkheden, draagt Nederland bij aan de bescherming van minderheden en de stabiliteit in de regio. Tegelijkertijd biedt deze inzet kansen om onze waarden van rechtvaardigheid en inclusiviteit uit te dragen, stappen te zetten ten aanzien van migratie en terugkeer, en internationale samenwerking te versterken en zo ook de veiligheid van Nederland zelf te waarborgen.
De minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel |
---|
Middels deze inzet geeft het kabinet uitvoering aan motie 32 623, nr. 343 - Kahraman c.s. over steun voor het OHCHR-veldkantoor of bewijzenbank IIIM.↩︎