Appreciatie van de gewijzigde motie van het lid Vermeer over een extractieplan voor de repatriëring van Nederlandse militairen uit Oekraïne (t.v.v. Kamerstuk 36045-234)
Situatie in Oekraïne
Brief regering
Nummer: 2025D40660, datum: 2025-09-22, bijgewerkt: 2025-09-30 13:58, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36045 -236 Situatie in Oekraïne .
Onderdeel van zaak 2025Z17441:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-09-23 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-02 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 045 Situatie in Oekraïne
Nr. 236 Brief van de minister van Defensie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2025
Tijdens het debat over de ontwikkelingen rondom de onderhandelingen over de oorlog in Oekraïne op 11 september jl. is door het lid Vermeer (BBB) een motie ingediend over een extractieplan voor de repatriëring van Nederlandse militairen uit Oekraïne (Kamerstuk 36045, nr. 234). De motie verzoekt de regering, voorafgaand aan enige inzet van Nederlandse militairen in Oekraïne, een volledig en zelfstandig uitvoerbaar extractieplan met eigen middelen voor onmiddellijke repatriëring klaar te hebben, waarmee onze eigen mensen snel in veiligheid kunnen worden gebracht.
Tijdens het debat heb ik de motie ontraden, omdat niet geborgd kan worden dat Nederland een volledig zelfstandig en uitvoerbaar extractieplan kan garanderen. Elk extractieplan zal gezamenlijk met de landen verenigd in de Coalition of the Willing moeten worden afgestemd, waarbij ook gebruik zal moeten worden gemaakt van de capaciteiten van deze landen.
Ik heb tijdens het debat aangegeven op basis van welke wijzigingen ik de motie aan het oordeel van de Kamer kon overlaten. Aangezien deze voorstellen zijn doorgevoerd in de gewijzigde motie van het lid Vermeer (Kamerstuk 36045, nr. 237) bevestig ik hierbij het oordeel aan de Kamer te laten.
De minister van Defensie,
R.P. Brekelmans