[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2026 begrotingshoofdstuk (IV) Koninkrijksrelaties en (H) BES-fonds

Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

Brief Algemene Rekenkamer

Nummer: 2025D40974, datum: 2025-09-23, bijgewerkt: 2025-09-29 13:44, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36800-IV-4).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 IV-4 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026.

Onderdeel van zaak 2025Z17530:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

Nr. 4 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2025

Het budgetrecht is één van de belangrijkste parlementaire rechten. Het begint met het vooraf goedkeuren van begrotingswetsvoorstellen door het parlement. Ieder jaar stuurt de Algemene Rekenkamer de Tweede Kamer daarom aandachtspunten bij de ontwerpbegrotingen van de ministeries ten behoeve van de begrotingsbehandeling.

Deze brief gaat in op de ontwerpbegroting 2026 (begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties).

De onderwerpen in deze begrotingsbrief zijn:

1. Geld

2. Sturen op resultaten

3. Risico’s en beheer

Wij verwachten dat de Minister de Kamer op inzichtelijke wijze informeert over deze onderwerpen.

1. Geld

De ontwerpbegrotingen moeten de Kamer inzicht bieden in de beleidsvoornemens van het kabinet en de daarmee gemoeide uitgaven en ontvangsten.

De uitgaven op begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties betreffen slechts een deel van de gelden voor de Caribisch rijksdelen. Er gaat niet alleen geld vanuit begrotingshoofdstuk IV naar de Caribische rijksdelen. Ook op andere begrotingen wordt er geld vrij gemaakt. Daarnaast wordt er vanuit begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties geld overgemaakt naar andere begrotingshoofdstukken voor het behalen van beleidsdoelen. In totaal wordt € 66,75 miljoen overgemaakt van begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties naar andere begrotingshoofdstukken, zoals naar Defensie voor de grensbewaking (€ 31,24 miljoen) en naar Justitie en Veiligheid voor recherchecapaciteit (€ 17,53 miljoen).

De begrote uitgaven voor 2026 zijn in totaal € 222,15 miljoen. In de begroting 2025 was de stand € 214,22 miljoen. Het verschil bedraagt dus + € 7,93 miljoen. Hieronder lichten we een aantal grote mutaties uit en geven aan welke toelichting de Minister daarbij geeft in zijn begroting.

7 Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord – 1,3 De apparaatstaakstelling uit het HLA wordt deels budgettair ingevuld op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4 Actieagenda Goed bestuur – Caribisch Nederland 0,6 0,9% Betreft een overboeking voor de actieagenda Goed Bestuur Caribisch Nederland zoals is opgenomen in het HLA.

2. Sturen op Resultaten

Doelen

In de Staat van de Rijksverantwoording 2024 deden wij de aanbeveling om een aantal specifieke en meetbare hoofddoelen van het kabinetsbeleid voor de lange en korte termijn te kiezen (zoals stikstofreductie, woningen, vestigingsklimaat, migratie) en deze op te nemen in de beleidsagenda in de begroting. In het jaarverslag kunnen vervolgens de concrete resultaten van het beleid in relatie tot het doel worden gemeld. Op deze wijze kunnen doelen en resultaten beter worden gevolgd.

We stellen vast dat voor de in de beleidsagenda aangegeven prioriteiten wel concrete doelen zijn geformuleerd.

We geven ter illustratie enkele voorbeelden van een formulering van een doelstelling (beleidsprioriteit of anderszins) in deze ontwerpbegroting:

Goed voorbeeld WolBES herziening vindt plaats in 2026. Artikel 1. Versterken rechtsstaat Dit is een meetbaar en concreet doel.
Minder goed voorbeeld Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunt het Ministerie van BZK bij het implementeren in Caribisch Nederland van de departementale beleidsagenda’s. Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur Dit is geen specifieke, meetbare doelstelling.

Wij hebben daarbij in deze ontwerpbegroting 2026 geen directe verwijzing naar de monitor brede welvaart gevonden. Wel hebben we indicatoren gevonden die (sterk) overeenkomen met de brede welvaartindicatoren die in de monitor brede welvaart Caribisch Nederland staan beschreven. Zo schrijft de Minister dat hij de brede welvaart op Caribisch Nederland wil vergroten, het voorzieningenniveau wil verhogen en economische ontwikkeling wil stimuleren. De Minister wil de genoemde indicatoren ook beïnvloeden met beleid en noemt ze niet slechts als contextinformatie. De indicatoren worden echter niet expliciet als brede welvaartsindicatoren gepresenteerd of gekoppeld aan de brede welvaartmonitor. De brede welvaartindicatoren die hierbij relevant zijn voor KR zijn bijvoorbeeld cijfers over armoede, subjectief welzijn en economische groei.

Strategische evaluatieagenda (SEA)

De Minister is verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid dat aan zijn/haar begroting ten grondslag ligt. De SEA laat zien welke evaluaties zijn uitgevoerd en gepland per beleidsthema. De Kamer kan de evaluatieagenda in deze begroting beoordelen en kan de Minister aangeven welke evaluaties met extra belangstelling worden gevolgd en welke evaluaties ontbreken in de agenda. Wij zijn nagegaan:

a. of Minister de Kamer inzicht geeft of de evaluatieagenda financieel dekkend is;

b. of, op basis van de kennis uit eerder onderzoek, de SEA (inhoudelijke) blinde vlekken kent

c. Daarnaast wijzen we de Kamer op evaluaties die ons inziens van bijzonder belang zijn.

a. Afdekking van de uitgaven door evaluatieonderzoek

Uit de SEA blijkt dat voor alle begrotingsartikelen van begrotingshoofdstuk IV evaluaties zijn uitgevoerd of gepland staan. Bij één geplande evaluatie wordt aangegeven welke financiële uitgaven met deze evaluatie worden afgedekt. Het gaat hierbij om de evaluatie naar de regio enveloppe Caribisch Nederland. De Minister maakt deels inzichtelijk in hoeverre begrotingsmiddelen met evaluaties zijn afgedekt en biedt de Kamer zo geen volledig beeld van de afdekking van de financiële middelen met evaluaties. Op het niveau van het begrotingsartikel heeft de Kamer wél inzicht in de mate waarin geplande en uitgevoerde evaluaties in de SEA de uitgaven afdekken. Dit inzicht is er op het niveau van financiële instrumenten niet.

b. Evidente blinde vlekken in de SEA

Uit de SEA blijkt dat voor alle begrotingsartikelen van begrotingshoofdstuk IV evaluaties zijn uitgevoerd of gepland staan. Wij zien op basis van de kennis uit eerder onderzoek geen evidente blinde vlekken in de SEA.

c. Geplande evaluaties in de SEA die wij van bijzonder belang achten

Gelet op ons verantwoordingsonderzoek 2023 naar de Caribisch Nederland-envelop vinden we het evaluatieonderzoek dat in 2026 wordt gedaan naar de regio enveloppe Caribisch Nederland uit de SEA van bijzonder belang voor de Tweede Kamer commissie Koninkrijksrelaties. In ons onderzoek uit 2023 concludeerden we dat de 3 onderzochte projecten die (deels) werden gefinancierd uit de CN-envelop een positief effect hadden op de betaalbaarheid van het leven van inwoners van Caribisch Nederland (doelstelling van de CN-envelop). Wel vroegen we ons af of voor de onderzochte projecten het extra geld uit de CN-envelop zorgde voor een additioneel effect boven op de bestaande plannen en beleid. Wellicht dat de evaluatie naar de regio enveloppe hier antwoord op kan geven.

Bovendien staat in de SEA beschreven dat in deze evaluatie van de regio enveloppe de coördinerende rol van de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties wordt betrokken. De Algemene Rekenkamer heeft sinds 2010 meermaals gewezen op het belang van de coördinerende rol van BZK. Wij adviseren u daarom de evaluatie naar de regio enveloppe Caribisch Nederland, die in 2026 uitgevoerd wordt, voor uw agendering in overweging te nemen.

3. Risico’s en beheer

In het verantwoordingsonderzoek 2024 hebben we opmerkingen gemaakt over financiële risico’s en beleidsrisico’s. Aanvullend wijzen verschillende andere organisaties in hun onderzoeken op risico’s voor begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties. Wij verwachten dat in de begroting aandacht wordt besteed aan deze risico’s en hoe de Minister daarmee wil omgaan. In onderstaande tabel 3 beschrijven we de gesignaleerde risico’s en hoe de Minister deze aanpakt.

Beperkte uitvoeringskracht op de eilanden. AR VO 2024, AR VO 2022 Ja Uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering. Het vergroten van de uitvoeringskracht is ook onderdeel van de bestuurlijke afspraken.
Complexe coördinatie van rijksbeleid in Caribisch Nederland. AR Grip op Koninkrijksrelaties, 2024 Ja Uitvoeren en monitoren van bestuurlijke afspraken die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Ambtelijk-bestuurlijke integriteitschendingen. WODC-rapport Ja In 2026 worden bestuurlijke afspraken gemaakt over inkoop en aanbesteden op de eilanden en wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden om melders van integriteitsschendingen beter te beschermen. Ook worden in 2026 de eerste resultaten van de Monitor Integriteit en Veiligheid gepubliceerd.
Grote achterstanden kwaliteit fysieke leefomgeving. Rli-rapport Ja In 2026 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met de eilanden en betrokken departementen verder uitgewerkt.
Taken en middelen openbare lichamen niet in balans. Onderzoek eilandelijke taken en middelen Ja De voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Wet financiën BES wordt in 2026 voortgezet. Deze herziening is ingegeven door de wens om de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de openbare lichamen en Europees Nederland te verbeteren.

Wij vragen uw aandacht voor deze risico’s want deze kunnen uiteindelijk gevolgen hebben voor de raming (begroting) en het bereiken van afgesproken resultaten.

Wij vertrouwen erop dat deze brief behulpzaam is bij de begrotingsbehandeling in uw Kamer.

Algemene Rekenkamer


drs. P.J. (Pieter) Duisenberg,
president


drs. C. (Cornelis) van der Werf,
secretaris