[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Mutluer over een jaarlijkse rapportage over beroepsverboden

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II)

Motie

Nummer: 2025D41397, datum: 2025-09-24, bijgewerkt: 2025-09-25 12:10, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36463-16).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36463 -16 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II).

Onderdeel van zaak 2025Z17717:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

36 463 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II)

Nr. 16 MOTIE VAN HET LID MUTLUER

Voorgesteld 24 september 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verruiming van de mogelijkheid tot ontzetting uit ambt of beroep bedoeld is om te voorkomen dat veroordeelden functies bekleden van waaruit zij criminele netwerken kunnen faciliteren;

overwegende dat de naleving van zo'n beroepsverbod nu grotendeels afhankelijk is van het vragen van een vog door werkgevers, terwijl dit niet in alle sectoren verplicht of gebruikelijk is;

overwegende dat hiermee het risico bestaat dat een beroepsverbod in de praktijk onvoldoende effectief kan worden gehandhaafd;

verzoekt de regering jaarlijks aan de Kamer te rapporteren hoeveel beroepsverboden zijn opgelegd, op welke wijze toezicht op de naleving plaatsvindt, wat de effectiviteit hiervan is en op welke wijze deze naleving kan worden geoptimaliseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Mutluer