[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D41489, datum: 2025-09-24, bijgewerkt: 2025-10-03 11:39, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36820 V-3 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2025Z16994:

Onderdeel van zaak 2025Z17767:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 820 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 september 2025

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 22 september 2025 voorgelegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. Bij brief van 24 september 2025 zijn ze door de minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Klaver

De griffier van de commissie,

Westerhoff

Vragen en antwoorden

Nr Vraag
1

Kunt u aangeven wat het totale bedrag aan verplichtingen, uitgaven en ontvangsten is in de begroting van Buitenlandse Zaken voor 2025 en hoe dit zich met de suppletoire begroting van september heeft ontwikkeld?

Antwoord:

Het totale bedrag aan verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de begroting van Buitenlandse Zaken voor 2025 betreft:

  • Verplichtingen: EUR 13.087.533.000

  • Uitgaven: EUR 13.396.412.000

  • Ontvangsten: EUR 2.571.016.000

Bovenstaande bedragen betreffen de eindstand na het verwerken van de mutaties van de suppletoire begroting september.

Tijdens de suppletoire begroting september hebben de volgende ontwikkelingen zich voortgedaan:

  • De verplichtingen en uitgaven zijn respectievelijk gestegen met EUR 321 miljoen en EUR 325,7 miljoen door met name mutaties op de afdrachten en invoerrechten aan de Europese Unie. Een aantal kleinere overhevelingen en kasschuiven hebben hier ook aan bijgedragen.

  • De ontvangsten zijn in totaal met EUR 63,8 miljoen gestegen door aanpassing van de invoerrechten en overige ontvangsten van de Europese Unie.

2

Hoeveel bedraagt de extra bijdrage in 2025 aan het Veiligheidsfonds in verband met de NAVO-top in Nederland?

Antwoord:

Er is geen extra bijdrage geweest aan het Veiligheidsfonds in 2025 in verband met de NAVO-top. De financiering NAVO-top staat op zich zelf.

De extra bijdrage aan het Veiligheidsfonds in 2025 in de suppletoire begroting september in 2025 ter hoogte van EUR 535.000 is een overheveling vanuit het Ministerie van Defensie voor het Comprehensive Planning and Performance Assessment System (CPAS).

3

Hoe groot is de verlaging van de subsidies op artikel 2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme?

Antwoord:

Subsidies op artikel 2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme is met EUR 150.000 verlaagd door overheveling aan het Ministerie van Financiën in het kader van de mede financiering van het Financieel Expertise Centrum (het FEC) voor de uitoefening van taken in het kader van Ongewenste Buitenlandse Financiering (OBF).

4

Wat is het budget dat in 2025 voor het Stabiliteitsfonds beschikbaar is?

Antwoord:

Het stabiliteitsfonds heeft in 2025 een budget van EUR 65,173 miljoen.

5

Hoeveel bedragen de verplichtingen en uitgaven bij artikel 2 Veiligheid en stabiliteit na verwerking van de suppletoire mutaties van september?

Antwoord:

De stand van de verplichtingen in van de eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) was EUR 365.803.000 en na de mutaties in de suppletoire begroting september is deze EUR 333.827.000.

De stand van de uitgaven in de eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) was EUR 404.148.000 en na de mutaties in de suppletoire begroting september is deze EUR 372.747.000.

6

Hoeveel middelen zijn in 2025 beschikbaar voor accountability, humanitaire ontmijning, het NAVO-Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund en cyberweerbaarheid?

Antwoord:

Op artikelonderdeel 2.6 Oekraïne is er in 2025 EUR 11,5 miljoen beschikbaar in de suppletoire begroting september voor accountability Oekraïne. Voor humanitaire ontmijning is dit EUR 10 miljoen, voor UCAP is dit EUR 75 miljoen en voor het versterken van de cyberweerbaarheid is er EUR 10 miljoen beschikbaar.

7

Wat is de reden van de kasschuif van het budget voor de verbouwing van het agressietribunaal voor Oekraïne van 2025 en 2026 naar 2027?

Antwoord:

Het Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne (het ‘agressietribunaal’) is opgericht bij bilateraal verdrag tussen Oekraïne en de Raad van Europa. Dit oprichtingsverdrag werd op 25 juni jl. in Straatsburg ondertekend door de Oekraïense president Zelenskyy en de secretaris-generaal van de Raad van Europa. Hier is ruim twee jaar van intensief onderhandelen aan vooraf gegaan in een zogeheten kerngroep van 36 landen. In 2023 heeft het kabinet een principebesluit genomen om gastlandschap voor het agressietribunaal onder voorwaarden aan te bieden. Nederland heeft, op basis van een principebesluit van de ministerraad van 17 februari 2023, aangeboden dat het Agressietribunaal in Nederland gevestigd kan worden indien het aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • brede internationale politieke en financiële steun voor het Tribunaal;

  • geen ondermijning van het mandaat en de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof; en

  • voldoende capaciteit voor Nederland als gastland, waaronder voldoende financiële dekking en steun van andere staten, om het tribunaal te huisvesten en effectief te laten functioneren.

Nederland is momenteel een voorstel wat betreft de vorm van dit gastlandschap aan het formuleren. Om die reden is het budget ten behoeve van huisvesting van het agressietribunaal doorgeschoven. Pas als er definitief uitsluitsel is over de vorm van dit gastlandschap en het Nederlands gastlandschap formeel is bevestigd door de Ministerraad, kan er overgegaan worden tot besteding van middelen ten behoeve van huisvesting.

8

Hoeveel middelen zijn in 2025 beschikbaar voor het Shiraka-programma en voor welke landen of regio’s wordt dit ingezet?

Antwoord:

Het Shiraka-programma heeft in 2025 een budget van EUR 16.8 miljoen en dit is bestemd voor projecten in landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

9

Hoe hoog is de totale Nederlandse bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit in 2025?

Antwoord:

Voor 2025 is op de begroting van Buitenlandse Zaken EUR 267 miljoen gereserveerd voor de Europese Vredesfaciliteit (EPF), dit betreffen uitgaven voor de pijler voor EPF-steunmaatregelen. Daarnaast is op de begroting van Defensie in 2025 EUR 9 miljoen gereserveerd voor de pijler operaties. De daadwerkelijke betaling aan de EPF vindt plaats op basis van de afroepen die Nederland vanuit de EU ontvangt, gelimiteerd door een jaarplafond op basis waarvan lidstaten hun jaarlijkse EPF-reservering begroten. Over de realisatie van uitgaven aan de EPF wordt uw Kamer via de jaarverslagen van Buitenlandse Zaken en Defensie geïnformeerd.

10

Hoeveel bedragen de verplichtingen en uitgaven bij artikel 3 Effectieve Europese samenwerking en welk deel daarvan heeft betrekking op de afdrachten aan de Europese Unie?

Antwoord:

Het totale bedrag aan verplichtingen onder artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking na de mutaties in de suppletoire begroting september is EUR 11.492.265. Het totale bedrag aan uitgaven is EUR 11.763.695.

Daarvan is het totale bedrag aan afdrachten aan de Europese Unie incl. mutaties EUR 6.744.332. U kunt deze bedragen terug vinden in tabel 5.

11

Hoeveel bedragen de Nederlandse BNI(Bruto Nationaal Inkomen)-afdracht, de BTW (Belasting Toegevoegde Waarde)-afdracht en de plastic-afdracht in 2025?

Antwoord:

De Nederlandse BNI-afdracht bedraagt na mutaties in de suppletoire begroting september EUR 5.009.030. De BTW-afdracht bedraagt na mutaties in de suppletoire begroting september EUR 1.499.293. De plastic-grondslag bedraagt na mutaties in de suppletoire begroting september EUR 236.009. U kunt deze bedragen terug vinden in tabel 5.

12

Hoeveel bedragen de ontvangsten die Nederland in 2025 terugkrijgt als gevolg van de casus Lage Waarde Textiel en Schoenen?

Antwoord:

Nederland heeft EUR 34,2 miljoen terug gekregen als gevolg van de verrekening van het onder voorbehoud betaalde voorschot op invoerrechten van de Lage Waarde Textiel en Schoenen (LWTS) casus. In maart 2024 is als onderdeel van de constructieve dialoog (Kamerstuk 2023/24 31 934, nr. 78) overeenstemming gekomen tussen Nederland en de Commissie over dit terug te ontvangen bedrag voor LWTS. Het bedrag is in 2025 verrekend met de maandelijkse afdracht aan de Commissie.

13

Hoeveel middelen zijn in 2025 beschikbaar voor consulaire bijstand en reisdocumenten?

Antwoord:

Voor Consulaire bijstand is EUR 384.000 en voor Reisdocumenten is EUR 4.629.000 aan programmamiddelen beschikbaar.

14

Hoeveel bedragen de verplichtingen en uitgaven bij artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden na de suppletoire begroting van september?

Antwoord:

Na de suppletoire begroting september zijn de verplichtingen en uitgaven van artikel 4 als volgt:

  • Verplichtingen: EUR 50.881.000

  • Uitgaven: EUR 52.856.000

15

Hoe groot is de jaarlijkse bijdrage van het ministerie van Defensie aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het gezamenlijke project Clingendael/HCSS Progress 3.0?

Antwoord:

De jaarlijkse bijdrage betreft EUR 1,25 miljoen van het ministerie van Defensie aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voor dit project. Het gezamenlijke project loopt van 2025 t/m 2028.

16

Hoeveel middelen zijn in 2025 toegevoegd aan artikel 6 Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) onverdeeld?

Antwoord:

De stand van HGIS onderverdeeld artikel 6.1 tijdens de ontwerpbegroting 2025 was EUR 26.031.000. Mutaties via moties en amendementen resulteerden in een vastgestelde begrotingstand van EUR 18.636.000. Tijdens de 1e suppletoire begroting is dit per saldo verlaagd met EUR 13.902.000, waardoor de stand uitkwam op EUR 4.734.000. De mutatie ten tijde van de suppletoire begroting september was per saldo een verhoging van EUR 6.268.000. Dit brengt de huidige stand op EUR 11.002.000. Onderdeel van de per saldo mutaties gedurende het jaar zijn ook de bijstellingen van de HGIS non-ODA als gevolg van de ontwikkeling van het prijs BBP. Hiervoor is het budget in 2025 op artikel 6.1 bij de 1e suppletoire begroting verhoogd met EUR 12.594.000 als gevolg van de ontwikkeling van het prijs BBP bij de CEP2025. Bij de suppletoire begroting september werd het budget verhoogd met EUR 6.268.000 als gevolg van de ontwikkeling van het prijs BBP bij de MEV2026.

17

Zijn de mutaties op Eigen Personeel onder artikel 7.1.13 het gevolg van de taakstelling?

Antwoord:

Deze mutaties zijn niet het gevolg van de apparaatstaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord. De taakstelling op het apparaatsbudget is reeds verwerkt in de Ontwerpbegroting 2025 en de Eerste suppletoire begroting 2025. In de suppletoire begroting september vindt er een technische mutatie plaats van Eigen personeel naar Inhuur Externen om inhuur externen zo realistisch mogelijk te ramen. Dit betreft niet extra externe inhuur, maar voorzetting van bestaande externe inhuur.

18

Zijn de hogere kosten op Inhuur Externen onder artikel 7.1.13 het gevolg van de taakstelling op het apparaat?

Antwoord:

Zie antwoord vraag 17.

19

Waar zijn de hogere kosten op Inhuur Externen onder artikel 7.1.13 aan besteed?

Antwoord:

Zie antwoord vraag 17.

20

Hoeveel dalen de uitgaven op het apparaatsartikel (artikel 7) in 2025 door vertragingen op investeringen in huisvesting in het buitenland?

Antwoord:

De uitgaven op apparaat dalen in 2025 met EUR 11 miljoen als gevolg van vertragingen op investeringen in huisvesting in het buitenland.