[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek van het lid Van Baarle, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 23 september 2025, over het bericht ‘Anti-immigratie-protest in Den Haag escaleert, ruiten D66-kantoor ingegooid’

Naar een veiliger samenleving

Brief regering

Nummer: 2025D41532, datum: 2025-09-24, bijgewerkt: 2025-09-29 15:10, versie: 5 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -786 Naar een veiliger samenleving.

Onderdeel van zaak 2025Z17806:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 786 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2025

Zaterdag 20 september jongstleden hebben er op verschillende plaatsen in Den Haag geweldsincidenten en vernielingen plaatsgevonden. Deze hebben zich onder meer gericht tegen de politie, journalisten, ondernemers en het partijkantoor van D66. Hierbij zijn er verschillende rechts-extremistische uitingen gedaan. Het kabinet heeft met afschuw naar de gebeurtenissen van afgelopen weekend gekeken en veroordeelt ten zeerste het geweld dat is gebruikt en de uitingen die zijn gedaan. Hiervoor is geen plaats in onze democratische rechtsstaat. Dit mag niet gebeuren.

Tijdens het mondelinge vragenuur van 23 september zijn de rellen van afgelopen zaterdag in uw Kamer aan de orde geweest. Hierin heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgelaten over het geweld dat heeft plaatsgevonden. In het debat over de bestrijding van antisemitisme in de avond van 23 september heb ik mijn uitingen tijdens het vragenuur verduidelijkt. Hierbij heb ik benadrukt dat ik met afschuw heb gekeken naar de hooligans en rechts-extremistische relschoppers die geweld gebruikten, die wij onder meer de Hitlergroet zagen brengen en de meest vreselijke leuzen hoorden roepen. Dat vind ik nazistisch en antisemitisch en dus verwerpelijk en afschuwelijk. Ik wilde tijdens het vragenuur voorkomen dat ik als minister van Justitie en Veiligheid een strafzaak negatief beïnvloed met mijn oordeel. Daarom was ik tijdens het vragenuur te voorzichtig, maar laat ik duidelijk zijn, er was in mijn ogen sprake van rechts-extremisme en politiek geweld.

Met deze brief informeer ik uw Kamer nader over de gebeurtenissen van afgelopen weekend. Ik zal ingaan op het feitenrelaas over de aanloop naar en het verloop van de anti-immigratiedemonstratie en de genomen maatregelen. Daarnaast deel ik met uw Kamer de duiding van de NCTV van de gebeurtenissen en de stand van zaken in het opsporingsonderzoek. Dit betreft een beeld van de gebeurtenissen aan de hand van informatie waarover ik nu beschik. Op verzoek van uw Kamer zal ik ook ingaan op de voedingsbodem voor de dreiging vanuit het rechts-extremisme. Tot slot zal ik ingaan op de inzet van het kabinet om rechts-extremisme tegen te gaan.

Feitenrelaas gebeurtenissen 20 september

Kort na de start van de demonstratie op het Malieveld, splitste een groep van circa 1.500 personen zich af van de demonstratie en zocht op zeer gewelddadige wijze doelbewust de confrontatie met de politie. Relschoppers vielen op en rond het Malieveld de politie aan en bezetten de A12. Hierbij is ook grof geweld gebruikt tegen andere aanwezigen, waaronder journalisten. De politie heeft hierop ingegrepen met de Mobiele Eenheid, paarden en waterwerpers en heeft de relschoppers teruggedrongen naar het Malieveld. Op het Malieveld is de politie wederom aangevallen. Om het geweld te keren is traangas ingezet en is een noodbevel afgegeven. De demonstratie werd in de loop van de middag ontbonden, omdat de veiligheid van de demonstranten niet kon worden gegarandeerd.

Op meerdere plekken op het Malieveld ontstonden vervolgens tegelijkertijd hevige confrontaties tussen de Mobiele Eenheid en de relschoppers. Daarop is door de Mobiele Eenheid fors ingezet, ook met waterwerpers en traangas. Een deel van de relschoppers heeft toen gelegenheid gevonden om de binnenstad in te trekken. Hierbij zijn vernielingen aangericht, onder andere aan het partijkantoor van D66. Ook is een poging gedaan om het afgesloten Binnenhof te betreden. De politie heeft dit voorkomen. In de avond zijn groepen relschoppers door de politie aangehouden en uit het centrumgebied verwijderd. Onder moeilijke omstandigheden is de politie er in geslaagd de rust te laten terugkeren. Voor een gedetailleerd overzicht van het verloop van het politieoptreden verwijs ik u naar de brief (inclusief het noodbevel) die de burgemeester van Den Haag op 24 september jl. aan de gemeenteraad gestuurd heeft en die als bijlage bij deze brief zijn opgenomen.

Voorbereiding en genomen maatregelen

De lokale driehoek heeft mij laten weten dat ter voorbereiding op de demonstratie de politie een zogenaamd Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO) heeft ingericht. Het beeld rondom de demonstratie is voorafgaand daaraan ook meerdere keren besproken in de lokale driehoek van Den Haag, waarbij rekening is gehouden met een scenario waarin dit tot een gewelddadige confrontatie zou kunnen komen. Op basis van de scenario’s zijn door de lokale driehoek op voorhand forse maatregelen getroffen, waaronder de beschikbaarheid van vier pelotons ME, waterwerpers, paarden en honden. De bij de lokale driehoek beschikbare informatie leidde, zoals in het feitenrelaas van de burgemeester staat, niet tot de verwachting dat zich een situatie zou voordoen waarin sprake was van de massaliteit en de extreme mate van het geweld, zoals die heeft plaatsgevonden. Op sociale media werd juist door de verschillende betrokken groepen opgeroepen om vreedzaam te demonstreren.

Duiding gebeurtenissen 20 september

De NCTV en AIVD waarschuwen al langere tijd voor de dreiging van rechts-extremisme (en rechts-terrorisme) en dat normalisering van rechts-extremistisch gedachtengoed1 kan leiden tot rechts-extremistisch gemotiveerd geweld. Zo werd in opeenvolgende Dreigingsbeelden Terrorisme en Nederland (DTN) en ook in het jaarverslag van de AIVD van 2024 aandacht besteed aan de normalisering van rechts-extremistisch gedachtegoed en de verspreiding hiervan online. De snelle online radicalisering en mogelijke geweldsdreiging van met name jongeren in onder andere rechts-terroristische online netwerken is hier onderdeel van. Normalisering van het rechts-extremistisch gedachtegoed kan leiden tot een toenemende intolerantie jegens instituten en andere groepen in de samenleving, waardoor geweld tegen deze groepen sneller wordt geaccepteerd. Om het gedachtegoed te normaliseren spelen rechtsextremisten in op bestaande maatschappelijke onvrede. Het geweld van afgelopen zaterdag is mogelijk een teken van de normalisering van rechts-extremistisch gedachtegoed in de samenleving. Daarbij is het een zorgelijke ontwikkeling dat (al dan niet extremistische) groepen met verschillende achtergronden zich vanuit een gedeelde onvrede kunnen verenigen en elkaar kunnen versterken in hun (extremistische) denkbeelden en in het uiterste geval geweldsbereidheid tonen.

De gebeurtenissen van afgelopen zaterdag passen dus helaas in een breder beeld. Voor de duiding van de NCTV van de gebeurtenissen van 20 september verwijs ik u naar de bijlage. Hierin vindt u de factsheet met de duiding van de NCTV die ten behoeve van het mondelinge vragenuur van afgelopen dinsdag is opgesteld. Hiermee voldoe ik tevens aan het informatieverzoek van het lid Koekkoek.

Stand van zaken opsporingsonderzoek

De strafrechtelijke onderzoeken van het Openbaar Ministerie zijn op dit moment in volle gang. Deze onderzoeken zullen moeten uitwijzen wat de precieze toedracht is geweest, in welke mate de rellen bijvoorbeeld georganiseerd waren en wat in individuele gevallen de motieven waren. Hierover kan ik op basis van de informatie die op dit moment bekend is, aangeven dat er op 20 september 37 personen zijn aangehouden en er direct is gestart met een groot rechercheonderzoek, onder leiding van een Team Grootschalige Opsporing (TGO). Het TGO richt zich op het in kaart brengen van de rol van de aangehouden personen en het identificeren en opsporen van andere relschoppers die nog niet aangehouden zijn. De eerste verdachten zijn voor de rechtbank gebracht en een aantal van hen is inmiddels veroordeeld via het supersnelrecht. Gezien de aard, impact en omvang van de ongeregeldheden is de verwachting dat het aantal verdachten dat wordt geïdentificeerd, aangehouden en vervolgd zal toenemen.

Inzet

De gebeurtenissen van dit weekend vragen op verschillende punten om onverminderde inspanning van het kabinet. Daartoe wordt de volgende inzet gepleegd:

Versterken informatiepositie

Het is voor het lokaal gezag en de politie essentieel om een goede informatie positie te hebben om een demonstratie in goede banen te kunnen leiden en daar waar nodig handhavend op te reden. Hierdoor kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende groepen: vreedzame demonstranten enerzijds en relschoppers die de demonstratie willen verstoren of kapen anderzijds. Personen die verantwoordelijk zijn voor de escalatie van geweld en de demonstratie hun vreedzame karakter ontnemen, worden niet door het demonstratierecht beschermd.

Het wetsvoorstel voor gegevensvergaring uit de publiek toegankelijk bronnen is met de grootst mogelijke snelheid deze zomer in consultatie gebracht conform de toezegging aan uw Kamer. Ik wacht nog op de consultatie adviezen van een aantal belangrijke partijen, waaronder de politie. Ook de gevraagde uitvoeringstoetsen zijn erg belangrijk voor dit wetsvoorstel. Uit de consultatiereacties halen wij ook waardevolle informatie voor het wetsvoorstel gegevensvergaring uit de besloten groepen. Een wetsvoorstel voor de besloten groepen is complexer op het gebied van grondrechten. Ik kan u verzekeren dat aan beide trajecten met volle kracht wordt gewerkt.

Daarnaast spreekt de NCTV maandelijks met die gemeenten die Versterkingsgelden ontvangen voor hun lokale aanpak radicalisering. Er zijn lokaal adviseurs van de NCTV verbonden aan de gebieden van politie eenheden. Zij zijn bekend met de aanpak van de gemeentes in dat gebied. Ook brengen zij het netwerk van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in contact met de gemeentes, met als doel om relevante informatie te kunnen delen.

Instrumentarium Mobiele Eenheid

Ik vind het van groot belang dat leden van de Mobiele Eenheid (ME) toereikend zijn uitgerust met beschermende kleding en middelen om veilig op te kunnen treden bij openbare ordeverstoringen en geweld. Zeker bij heftige rellen waarbij grof geweld wordt gebruikt, moet de ME beschikken over adequate geweldmiddelen zodat snel en effectief kan worden opgetreden. Ik zal met de politie nagaan of de uitrusting van de ME voldoende adequaat is voor de ME-taak.

Het onderzoeksprogramma Politie en Openbare Orde Management, dat vorig jaar van start is gegaan, onderzoekt al verschillende mogelijkheden om de slagkracht en de inzet van de ME te verbeteren. Ook de vraag of aanvullende bewapening van meerwaarde kan zijn, wordt uitvoerig onderzocht. Nadat een inventarisatie is gemaakt van mogelijke geweldmiddelen en ervaringen die daarmee in het buitenland zijn opgedaan, wordt bepaald welk middel of middelen nader kunnen worden beproefd.

Verbod op gezichtsbedekkende kleding

Zoals in de Kamerbrief van 15 april jl. is aangegeven werk ik op dit moment samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan een aanpassing van de Wet openbare manifestaties (Wom), waarmee demonstreren met gezichtsbedekkende kleding wordt verboden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Eerdmans en Stoffer.2 Het huidige wettelijk kader biedt burgemeesters al verschillende mogelijkheden om ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden in te grijpen ten aanzien van een demonstratie. Waar het gezichtsbedekkende kleding betreft vindt het kabinet het echter wenselijk om een algemene verbodsnorm te stellen. Op deze manier kan naar de mening van het kabinet beter worden opgetreden tegen demonstranten die gezichtsbedekkende kleding dragen om doelbewust herkenning bij opsporing of handhaving van de openbare orde te voorkomen. Een dergelijk verbod moet wel effectief en uitvoerbaar zijn en ruimte laten voor situaties waarin het dragen van gezichtsbedekkende kleding een legitiem doel dient. Over de invulling van deze voorwaarden vinden momenteel gesprekken plaats. Hierbij worden ook leden van lokale driehoeken betrokken.

Schade vernielingen en berechting

Het kabinet vindt het belangrijk dat personen die zorgen voor vernielingen bij rellen of ontwrichtende demonstraties zoveel mogelijk de door hen aangerichte schade betalen. Zoals in het halfjaarbericht politie eerste helft 2025 is aangegeven dat het een praktische belemmering is voor schadeverhaal tijdens rellen dat het door het onoverzichtelijke en chaotische karakter van dergelijke situaties niet altijd mogelijk is om te achterhalen wie verantwoordelijk is voor welke concrete schade. Politie en OM zetten zich echter altijd in om dit waar mogelijk te achterhalen. Wanneer in het opsporingsonderzoek een verdachte wordt geïdentificeerd en vervolgd, kan het slachtoffer zich als benadeelde partij voegen in het strafproces om zo zijn schade te verhalen. Als in het vonnis de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, in het CJIB de schadevergoeding voor het slachtoffer bij de dader. Het slachtoffer hoeft dat niet zelf te doen. Daders kunnen ook civielrechtelijk worden aangesproken. Er wordt gewerkt aan verschillende maatregelen om het verhalen van schade te verbeteren en te vergemakkelijken. Hiervoor wordt verwezen naar de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2025-2028 die op 25 juni jl. met uw Kamer is gedeeld.

Daarnaast zal ik bij het Openbaar Ministerie aandacht vragen voor een stevige aanpak van discriminatoire delicten en het daar waar mogelijk toepassen van (super)snelrecht.

Brede aanpak rechts-extremisme

De aanpak van extremisme is gericht op het tegengaan en voorkomen van alle vormen hiervan die Nederland bedreigen. Sinds het verschijnen van DTN 56 en de Kamerbrief over de aanpak van rechts-extremisme in oktober 2021, is de inzet van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op de rechts-extremistische- en terroristische dreiging in Nederland geïntensiveerd en is de aanpak verstevigd waar nodig.

Online

De snelle online radicalisering en mogelijke geweldsdreiging van met name jongeren in rechts-terroristische online netwerken legt bloot dat het online domein anoniem is, een corrigerend geluid mist en door terroristen en extremisten wordt benut om hun gedachtegoed te verspreiden en netwerken te onderhouden. Hierbij wordt veel gebruik gemaakt van groepen die zich bevinden op gesloten platformen, waarbij detectiemogelijkheden beperkt zijn. De handelingsmogelijkheden van de overheid liggen met name ten aanzien van de open platformen. Hoewel we de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (hierna: ATKM) hebben die effectief kan optreden tegen terroristische content, heeft de ATKM alleen bevoegdheden op open platformen. Voor het optreden tegen content die zeer onwenselijk is, maar net niet de lat van strafbaarheid haalt, en het voorkomen van doorlinken, is de overheid grotendeels afhankelijk van de internetsector. De Digital Service Act legt zorgvuldigheidsverplichtingen op aan online platformen om bij te dragen aan het creëren van een veilige online omgeving. Daarnaast werk ik aan effectieve interventiemogelijkheden en zoek ik de samenwerking op met de sector. Zo start in december 2025 de pilot met de ReDirect-methode, waarbij gebruikers die online zoeken naar terroristische of extremistische content worden geconfronteerd met een informatieveld om hen door te geleiden naar online hulp. Aanvullend wordt voortdurend bekeken of de huidige wet- en regelgeving toereikend is, en blijf ik mij inzetten voor preventie, educatie en samenwerking met lokale en internationale partners.

Kennis en kunde vergroten

Om tijdig signalen van rechts-extremisme- en terrorisme te onderkennen, wordt voortdurend ingezet op het behouden en vergroten van kennis en kunde bij (lokale) professionals. Zo is onder meer het trainingsaanbod van het Rijksopleidingsinstituut Radicalisering (ROR) uitgebreid met trainingen op het gebied van rechts-extremisme. Het ROR biedt een thematraining ‘Rechts-extremisme’ aan die in 2023 is doorontwikkeld op basis van de laatste inzichten en voortdurend tegen het licht wordt gehouden bij nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast heeft NCTV samen met Nationale Politie een Symbolenbank ontwikkeld met daarin informatie over rechts-extremistische symbolen. Deze Symbolenbank is beschikbaar voor politieagenten en andere professionals die in hun werk in aanraking kunnen komen met rechts-extremistische symboliek en helpt bij het herkennen hiervan.

Lokale aanpak

Gemeenten spelen een cruciale rol in het tegengaan van radicalisering en het verminderen van de dreiging die kan uitgaan van extremistische personen. Als bepaalde acties of gedragingen de lat van extremisme of terrorisme halen, dan kunnen personen worden opgenomen in de lokale persoonsgerichte aanpak radicalisering. Binnen deze aanpak kunnen maatregelen vanuit de verschillende domeinen worden afgestemd. De lokale professionals zijn geëquipeerd om signalen van alle vormen van extremisme te herkennen en in samenwerking met andere (lokale) ketenpartners een passende aanpak op maat op te stellen. Door middel van de Versterkingsgelden die het Rijk jaarlijks beschikbaar stelt, zetten gemeenten projecten in ten behoeve van de integrale lokale aanpak. De lokale aanpak bestaat uit programma’s en projecten om jongeren weerbaarder te maken.

Bevorderen, beschermen, bestrijden

Voorts wil ik benadrukken dat extremisme niet alleen vanuit een veiligheidsperspectief kan worden tegengegaan. Het is van belang om ook aan de voorkant te zorgen dat voedingsbodems voor extremisme worden weggenomen. Dit moeten we vanuit verschillende invalshoeken doen; van het investeren in de weerbaarheid van de samenleving, het beschermen van de democratische rechtsorde tegen desinformatie tot het weerbaarder maken van individuen tegen complotten en de aantrekkingskracht van geweld. Daarnaast is er natuurlijk ook een krachtig overheidsoptreden nodig indien grenzen worden overschreden, geweld wordt gebruikt of anderen worden aangezet tot geweld. Extremisme is dus zowel een sociaal-maatschappelijk als een veiligheidsvraagstuk en het vraagt betrokkenheid van ons allemaal, zoals ook beschreven in de Nationale Extremisme Strategie.3

Tot slot

In Nederland is geen plaats voor geweld en extremisme. Het kabinet zet alles op alles om dit te bestrijden. Via deze weg wil ik mijn grote dank uitspreken voor de politieagenten die elke dag in de vuurlinie staan om ons veilig te houden. Ook op momenten dat zij geconfronteerd worden met buitenproportioneel geweld. Ik roep iedereen op: blijf van de mensen die voor onze veiligheid zorgen af.

De minister van Justitie en Veiligheid,

F. van Oosten


  1. Gedachtegoed is rechts-extremistisch als een of meer van de volgende denkbeelden centraal staan: racisme en wit superioriteitsdenken, antisemitisme, vreemdelingenhaat (inclusief moslimhaat), haat jegens vreemde (cultuur)elementen, de omvolkingstheorie en ultranationalisme.↩︎

  2. Kamerstuk 36 600, nr. 34. Zie ook de motie Eerdmans, Kamerstuk 29 628, nr. 1229.↩︎

  3. De Nationale Extremisme strategie 2024-2029↩︎