[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda informele Europese Raad 1 oktober en Europese Politieke Gemeenschap 2 oktober 2025

Bijlage

Nummer: 2025D41752, datum: 2025-09-25, bijgewerkt: 2025-09-25 18:09, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad op 1 oktober 2025 en de Europese Politieke Gemeenschap op 2 oktober 2025 (2025D41751)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde Agenda informele Europese Raad 1 oktober en Europese Politieke Gemeenschap 2 oktober 2025

Op woensdag 1 oktober a.s. vindt een informele bijeenkomst van de leden van de Europese Raad (ER) plaats in Kopenhagen, op uitnodiging van het Deens voorzitterschap van de Raad. De regeringsleiders zullen spreken over Europese veiligheid en defensie en de steun aan Oekraïne. Het betreft een informele bijeenkomst. Er worden geen besluiten genomen, noch conclusies of een verklaring aangenomen. Aansluitend vindt een bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) plaats met als thema’s veiligheid en weerbaarheid, economische veiligheid en migratie.

Informele Europese Raad

Europese veiligheid en defensie

Tijdens deze informele bijeenkomst van de ER wordt de balans opgemaakt van de lopende inspanningen ter versterking van de Europese veiligheid en defensie. De Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger (HV) zullen op de ER van 23-24 oktober aanstaande een routekaart publiceren die een overzicht moet vormen van alle inspanningen inzake defensiegereedheid 2030. Op de informele ER van 1 oktober bespreken regeringsleiders welke elementen deze routekaart moet bevatten. Daarnaast zullen zij de voortgang bespreken op het gebied van de negen Prioritised Capability Areas (PCA’s), zoals overeengekomen op de ER van 6 maart jl.1 en aangevuld met de Security Action for Europe-verordening (SAFE).2 Voorafgaand aan de informele RBZ-Defensie van 28-29 augustus jl. is een lijst gedeeld met EU-lidstaten die interesse hebben om (mede) de leiding te nemen op de PCA’s.3 Nederland heeft aangeboden de leiding te nemen op de PCA-drones en counter-drones, evenals Letland en Kroatië, en de PCA militaire mobiliteit, evenals Duitsland en België.

De NAVO is verantwoordelijk is voor de collectieve afschrikking en verdediging. De EU heeft een belangrijke ondersteunende en coördinerende rol in het versterken van de Europese defensiegereedheid. Het kabinet acht het van belang dat Europese landen binnen de NAVO op korte termijn een grotere rol op zich nemen in het waarborgen van de veiligheid op het Europese continent. Het belang hiervan wordt versterkt door recente ontwikkelingen zoals de herhaaldelijke incursies van het luchtruim van Europese bondgenoten. Het kabinet vindt het positief dat de Commissie de voortgang van de initiatieven gaat monitoren via de aangekondigde routekaart voor defensiegereedheid. Het is wenselijk dat hierover regulier wordt gerapporteerd aan de ER en aan de RBZ-Defensie. Het is van belang dat bij het opstellen en evalueren van de routekaart zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande monitoringsmechanismen en -processen. Duplicatie dient te worden voorkomen. Het kabinet ziet in de routekaart graag indicatoren voor militaire steun aan Oekraïne en burden sharing onder lidstaten, versterking van de defensie-industrie en vereenvoudiging van wetgeving. Voor de verdere uitwerking van de PCA’s ziet het kabinet graag dat zoveel mogelijk bestaande structuren van het Europese Defensie Agentschap (EDA) worden gebruikt.

Het kabinet zal daarnaast oproepen tot spoedige afronding van de triloog-fase van het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP). Inzake het SAFE-instrument zijn recent onderhandelingen gestart met het Verenigd Koninkrijk en Canada voor aanvullende toegang voor de defensie-industrie van beide landen. Het kabinet zal eveneens oproepen tot spoedige afronding van deze onderhandelingen. Wat betreft de defensie-industriepilaar binnen het voorstel voor het volgende meerjarig financieel kader (MFK) steunt het kabinet het ambitieniveau van de Commissie4. Het kabinet zal oproepen tot het via het MFK waarborgen van verdere Europeanisering van de defensieproductieketens, zodat toeleveranciers uit de gehele EU op basis van eerlijke concurrentie onderdeel kunnen worden van de toeleveringsketens van grote Europese producenten. Het kabinet zal ook pleiten voor de stimulering van de integratie van mkb en start- en scale-ups in deze waardeketens en het voldoende openstellen van het MFK voor defensie-industrie uit derde landen. Tot slot acht het kabinet het van belang dat er geen nieuwe financieringsinstrumenten worden gecreëerd, bovenop alles dat reeds voorhanden is op gebied van defensie zoals het SAFE-instrument, het aanstaande EDIP en het Europees Defensiefonds.

Oekraïne

De Russische agressieoorlog blijft onverminderd doorgaan, met dagelijkse luchtaanvallen op Oekraïense steden. De luchtruimschendingen in Polen en Estland in september hebben nogmaals laten zien dat de Europese en Oekraïense veiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De voortgezette militaire en niet-militaire steun aan Oekraïne blijft daarom cruciaal: juist nu is het van belang om Oekraïne sterk te positioneren. Het kabinet zal tijdens de Europese Raad de EU-lidstaten oproepen hun militaire steun voor Oekraïne te intensiveren en zorg te dragen voor voldoende en voorspelbare begrotingssteun om tegemoet te komen aan de financieringsnoden van Oekraïne. Hierbij is het van belang dat alle lidstaten hun bijdrage leveren en de verantwoordelijkheid voor de Europese samenwerking gezamenlijk wordt gedragen, met oog voor een eerlijke lastenverdeling (burden sharing). Daarnaast blijft het van groot belang dat er zoveel mogelijk druk wordt gezet op de Russische overheid om de agressieoorlog te beëindigen en het vermogen om de oorlog te financieren. Nederland zal ervoor pleiten de druk op Rusland nog verder op te voeren, waaronder door middel van spoedige aanname van een stevig negentiende sanctiepakket. Daarnaast zal Nederland pleiten voor concrete stappen naar de volledige uitfasering van invoer van Russische olie in de EU.

Mogelijk zal tijdens de bijeenkomst het toetredingsperspectief voor Oekraïne en Moldavië ter tafel komen, zonder dat hierover concrete besluiten worden genomen. Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het uitbreidingspakket5, geldt voor Oekraïne en Moldavië dat wanneer de Commissie het voorstel doet om Cluster 1 (Fundamentals) te openen, het kabinet hier kritisch-constructief tegenover staat. Tijdens de ER van juni jl. werd nota genomen van de beoordeling van de Commissie dat Cluster 1 klaar is om geopend te worden. Het kabinet is voornemens in te stemmen met het openen van Cluster 1 wanneer dit besluit voorligt en door de Raad wordt geconcludeerd dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Het kabinet zet daarbij in op strikte verankering van prioritaire thema’s in de benchmarks – vereisten binnen Cluster 1 waar Oekraïne en Moldavië aan moeten voldoen tijdens het toetredingsproces. Rechtstatelijke hervormingen en anti-corruptie maatregelen hebben de expliciete aandacht van het kabinet. Pas nadat de benchmarks door de Raad worden vastgesteld, kan Cluster 1 geopend worden. Binnen de Raad wordt van gedachten gewisseld over de omgang met de Hongaarse blokkade op de opening van Cluster 1 met Oekraïne. Het kabinet stelt zich hierbij constructief op en geeft aan dat oneigenlijke bilaterale blokkades de geloofwaardigheid van het op merites gebaseerde uitbreidingsproces aantasten. In algemene zin staat het kabinet zeer kritisch tegenover uitbreiding van de EU en houdt het streng vast aan de eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de zogenoemde Kopenhagen-criteria. Bovendien benadrukt het kabinet steevast dat de geldende uitbreidingsmethodologie en besluitvormingsprocedures in stand moeten worden gehouden. Dit betekent dat er geen formele besluitvormingsstappen overgeslagen kunnen worden en dat unanimiteit bij besluitvorming een vereiste blijft.

Bijeenkomst Europese Politieke Gemeenschap (EPG) op 2 oktober

Op 2 oktober a.s. zal de zevende bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) plaatsvinden in Kopenhagen. Gedurende de top zullen regeringsleiders van meer dan veertig Europese landen met elkaar spreken over gezamenlijke uitdagingen en kansen. Naast de zevenen-

twintig lidstaten van de EU is een groot aantal andere Europese landen aanwezig, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, IJsland, de tien kandidaat-lidstaten van de EU, Armenië en Azerbeidzjan.

De EPG is in 2022 opgericht om in de context van geopolitieke spanningen een forum te creëren voor politieke dialoog en samenwerking tussen EU-lidstaten en naastgelegen landen uit de «ring rond Europa». Het kabinet ziet de toegevoegde waarde van de EPG als een forum voor uitwisseling en samenwerking en geeft de voorkeur aan een flexibele en lichte structuur om duplicatie met andere multilaterale fora te voorkomen. Er zal geen gezamenlijke EPG-verklaring worden aangenomen en er is geen concrete besluitvorming voorzien.

Het thema van deze EPG-top is de veiligheidssituatie in Europa. Voortbouwend op de eerdere bijeenkomsten van de EPG zal deze Top worden geopend met een plenaire sessie over Oekraïne en Europese veiligheidsuitdagingen. Een beperkt aantal regeringsleiders en staatshoofden zal spreken.

Na de plenaire sessie zullen drie thematische rondetafelgesprekken plaatsvinden over veiligheid en weerbaarheid, economische veiligheid en migratie.

De minister-president is voornemens deel te nemen aan de ronde tafel over veiligheid en weerbaarheid. Nederland zal in deze ronde tafel onderstrepen dat het nodig is om vaart maken met het ontwikkelen van Europese capaciteiten. Veiligheid van Oekraïne is direct verbonden met veiligheid van Europa, daarom zal Nederland ook in dit verband oproepen tot doorzetten en verhogen van steun aan Oekraïne en het belang van burden sharing onderstrepen. Daarnaast zal naar verwachting worden stilgestaan bij hybride dreigingen. Nederland zal hier aandacht vragen voor voldoende structurele steun voor partnerlanden die op dit vlak een risico lopen.


  1. Kamerstuk 21501-20, nr. 2216↩︎

  2. Kamerstuk 22112, nr. 4026↩︎

  3. Kamerstuk 21501-28, nr. 290↩︎

  4. Kamerstuk 22112, nr. 4153↩︎

  5. Kabinetsappreciatie uitbreidingspakket 2024, Kamerstuk 23987 nr. 397↩︎