[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Transit hub Oeganda

Vreemdelingenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D41757, datum: 2025-09-25, bijgewerkt: 2025-09-26 09:25, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3477 Vreemdelingenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z17918:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Hierbij wordt u geïnformeerd over de ondertekening van een Letter of Intent op 25 september 2025 met Oeganda over het verkennen van een transit hub, als onderdeel van de intensivering van de bilaterale relatie. De transit hub samenwerking beoogt het terugkeren van vertrekplichtige vreemdelingen uit Nederland via Oeganda naar het land van herkomst. In deze brief licht ik de samenwerking met Oeganda toe, het doel van de transit hub en beoogde contouren van deze samenwerking.

Nederland en Oeganda werken als gelijkwaardige partners samen op tal van beleidsterreinen waaronder landbouw, opvang van vluchtelingen, migratie en handel. Nederland en Oeganda zijn al partners waar het de opvang van vluchtelingen in de regio betreft. Oeganda biedt opvang aan een groeiende vluchtelingenpopulatie van meer dan 1,9 miljoen vluchtelingen en is daarmee het grootste opvangland voor vluchtelingen in Afrika. Nederland ondersteunt Oeganda hierbij onder andere via het PROSPECTS programma. Daarnaast kent Nederland een bredere samenwerking bijvoorbeeld op het gebied van aquacultuur, in nauwe samenwerking met Nederlandse bedrijven in deze sector. Het kabinet zet, in lijn met de beleidsbrief BHO1, in op het verder versterken van deze bestaande samenwerking.

Op 25 september 2025 ondertekenden de Minister van Asiel en Migratie en de Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland met de Minister van Buitenlandse Zaken van Oeganda een Letter of Intent. Deze brief is de politieke bevestiging van het voornemen om de reeds brede bilaterale samenwerking tussen Oeganda en Nederland te versterken. Onderdeel van deze versterkte samenwerking is de afspraak dat Nederland en Oeganda een kleinschalige pilot van een transit hub de aankomende tijd gezamenlijk uitwerken. Deze transit hub moet uiteraard in lijn zijn met nationaal, Europees en internationaal recht.

Het tekenen van deze Letter of Intent is een belangrijke stap in het verder ontwikkelen van innovatieve oplossingen om irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen. Het kabinet is hierin koploper in de EU en zet zich in voor het uitwerken van pilots binnen het huidig juridisch kader. Tegelijkertijd, voor de lange termijn, zet het kabinet in op het creëren van meer ruimte in de Europese wetgeving, waaronder de terugkeerverordening, voor de implementatie van innovatieve oplossingen zoals terugkeerhubs2.

De transit hub beoogt als maatregel terugkeer te realiseren van vertrekplichtige vreemdelingen, en is een uitbreiding van het instrumentarium van Nederland om terugkeer te effectueren. Een vreemdeling is, nadat een eventuele asielprocedure is doorlopen, vertrekplichtig als hij geen verblijfsrecht (meer) heeft en er geen reëel risico bestaat op schending van het non-refoulement beginsel bij terugkeer naar het land van herkomst. In het terugkeerproces is zelfstandig vertrek het uitgangspunt. Wanneer de vreemdeling niet meewerkt aan zelfstandig vertrek komt gedwongen vertrek in beeld. Als het niet lukt om deze vreemdeling op korte termijn rechtstreeks gedwongen naar het land van herkomst uit te zetten, kan het gebruik van de transit hub overwogen worden. Met Oeganda werd besproken dat enkel vreemdelingen met een herkomst uit de regio van Oeganda in aanmerking komen voor terugkeer via de transit hub. In het transit hub proces worden vreemdelingen gedwongen van Nederland naar Oeganda overgebracht. Nederland toetst vóór een overbrenging naar Oeganda ook of er voor de vreemdeling een reëel risico bestaat op schending van het non-refoulement beginsel door de overbrenging naar Oeganda3. De vreemdeling kan vanzelfsprekend in beroep gaan bij de rechter tegen het besluit tot overbrenging van de vreemdeling naar Oeganda. In Oeganda wordt de vreemdeling opgevangen in een opvanglocatie. Vanuit deze opvanglocatie zal verder worden gewerkt aan het voortzetten van terugkeer naar het land van herkomst. Ook hierbij is het uitgangspunt zelfstandig vertrek vanuit Oeganda.

Oeganda en Nederland zullen de komende tijd de afspraken voor de transit hub verder uitwerken. De benodigde middelen voor het operationaliseren van een transit hub zijn afhankelijk van de uiteindelijke afspraken tussen Nederland en Oeganda en de daarbij horende modaliteiten. Het is noodzakelijk dat de uitwerking van de transit hub zorgvuldig gebeurt waarbij aandacht is voor de juridische kaders en het borgen van de (mensen)rechten van de vreemdeling. In de verdere uitwerking zal er daarom continu aandacht blijven voor het waarborgen van de (mensen)rechten van de vreemdelingen en het voorkomen van (indirecte) schending van non-refoulement beginsel, in het bijzonder daar waar de Oegandese wetgeving afwijkt van de Nederlandse. Het kabinet heeft over de vormgeving van de transit hub ook contact met de Europese Commissie en internationale organisaties, zoals de Internationale Organisatie voor Migratie en de VN Vluchtelingen organisatie (UNHCR). Uw Kamer wordt zoals gebruikelijk geïnformeerd over de voortgang op voorwaarde dat de diplomatieke vertrouwelijkheid van deze onderhandelingen het toelaat.

De Minister van Asiel en Migratie,

D.M. van Weel

De Minister van Buitenlandse Zaken

D.M. van Weel


  1. Kamer II, vergaderjaar 2024-2025, BZ2512336↩︎

  2. Kamer II, vergaderjaar 2024-2025, KST 32317, nr. 967↩︎

  3. Artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie↩︎