Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
Wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
Nummer: 2025D41848, datum: 2025-09-25, bijgewerkt: 2025-10-01 13:02, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- Mede ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36824 -4 Wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten.
Onderdeel van zaak 2025Z17949:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-09-30 16:30: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2025-10-02 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-06 12:00: Wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten (TK 36824) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (š origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2025-2026 | ||
36 824 | Wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten | |
Nr. 4 | ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT | |
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 23 juli 2025 en het nader rapport d.d. 22 september 2025, aangeboden aan de Koning door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt. | ||
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 17 juni 2025, nr. 2025-0000356389, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van StateĀ haar advies inzake het bovenvermeldeĀ voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 23 juli 2025, nr. W04.25.00143/I, bied ik UĀ hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan.
Bij Kabinetsmissive van 17 juni 2025, no.2025001343, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van diverse wetten in verband met het overzetten van bepalingen uit de Vangnetregeling Omgevingswet naar de wet in formele zin, alsmede met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De waarnemend vicepresident van de Raad van State,
L.F.M. Verhey
Ambtshalve wijzigingen
Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om een aantal extra wijzigingen op te nemen in dit wetsvoorstel.
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Onderdelen B, D, H en J van artikel I van de Verzamelwet BZK 2024 zijn per abuis op 12 februari 2025 in werking getreden.1 De onderdelen, die de artikelen 52b, 52c, 132b en 132c van de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers wijzigen, behoren namelijk pas in werking te treden op het moment dat de lagere regelgeving, die momenteel in consultatie is, tot stand is gebracht. Daarom wordt met artikel III, onderdelen A, C, E en G allereerst de oude regeling weer van toepassing. De onderdelen B, D, F en H strekken er vervolgens toe om de beoogde wijzigingen opnieuw op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking te kunnen laten treden. De onderdelen in dit wetsvoorstel zijn louter technisch van aard.
Algemene wet bestuursrecht en Wet open overheid
De artikelen 9:36, vijfde lid, en 9:36a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen zo worden gelezen dat de daarin opgenomen bepalingen over de openbaarheid van aan de ombudsman verstrekte gegevens alleen betrekking hebben op onderzoeken naar aanleiding van een klacht en niet op onderzoeken uit eigen beweging. Dit misverstand kan worden vermeden door genoemde artikelen in een aparte afdeling te plaatsten. Artikel 9:36, vijfde lid, Awb wordt daarom verplaatst naar artikel 9:36a, eerste lid, Awb. Het huidige artikel 9:36a Awb wordt dan artikel 9:36a, tweede lid, Awb. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. De bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid verwijst naar artikel 9:36, vijfde lid, Awb. Voorgesteld wordt om in de bijlage de verwijzing naar dat vervallen artikellid te schrappen.
Comptabiliteitswet 2016
In artikel 4.20, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt āOnze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesā vervangen door āOnze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordeningā.
Huisvestingswet 2014
In artikel 11a van de Huisvestingswet 2014 is de verwijzing naar artikel 7:274c van het Burgerlijk Wetboek (BW) aangepast om deze in overeenstemming te brengen met Aanwijzing 3.34 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving. Ook is de eerder voorgestelde wijziging van artikel 11b van de Huisvestingswet 2014 aangepast, omdat verwezen werd naar de tweede zin van artikel 7:271 lid 2 BW, terwijl dit de eerste zin moet zijn. Daarnaast is de verwijzing in lijn gebracht met de Aanwijzingen voor de Regelgeving door het gebruik van āzinā in plaats van āvolzinā en door te verwijzen naar het BW overeenkomstig het model in Aanwijzing 3.34.
Omgevingswet
In artikel 15.40 van de Omgevingswet staat een formulering die afwijkt van andere artikelen in die wet (bijvoorbeeld de artikelen 16.45 en 16.54a) en van de Leidraad wetgevingskwaliteit stelsel Omgevingswet. Om deze reden wordt voorgesteld het woord āmedeā in dit artikellid te vervangen door het woord āmeeā.
In artikel 18.10, vierde lid, van de Omgevingswet staat bovendien een verwijzing naar artikel 5.37, tweede lid, van die wet. Dit moet het derde lid zijn. Om deze reden wordt voorgesteld de verwijzing aan te passen.
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
In de artikelen 9, 14 en 15b van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt verwezen naar andere artikelen uit die wet. De toevoeging āvan de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimteā is daarbij overbodig, omdat het artikelen uit dezelfde wet betreft. Daarom wordt voorgesteld om āvan de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimteā uit de verwijzingen te schrappen. Daarnaast is het onderdeel dat artikel 53a van de Uitvoeringswet huurprijzen zou laten vervallen uit dit wetsvoorstel geschrapt. Het wetsvoorstel toekomstbestendige Huurcommissie voorziet namelijk al in het schrappen van dat artikel.2
Wet basisregistratie ondergrond
In artikel 1 van de Wet basisregistratie ondergrond wordt de omschrijving van het begrip gebruiksrecht aangepast. Gebruiksrecht is ƩƩn van de vier categorieƫn op basis waarvan registratieobjecten worden opgenomen in het Besluit basisregistratie ondergrond. De begripsomschrijving was niet toereikend voor ƩƩn registratieobject, waardoor deze aanpassing nodig is.
Wet op het overleg huurders verhuurder
De voorgestelde wijziging van artikel 1, eerste lid, van de Wet op het overleg huurders verhuurder is aangepast, opdat niet alleen de aanduidingen in dit artikellid vervallen, maar ook de begripsbepalingen in alfabetische volgorde worden geplaatst. Voor de overzichtelijkheid wordt voorgesteld het artikellid opnieuw vast te stellen. Daarnaast wordt voorgesteld artikel 9 van deze wet te laten vervallen, nu de evaluatiebepaling in dit artikel sinds 2001 geen materiƫle werking meer heeft.
Woningwet
In de artikelen 1 en 21e van de Woningwet vervallen de verwijzingen
naar onderdeel g, respectievelijk onderdeel e van artikel 1, eerste lid,
van de Wet op het overleg huurders verhuurder. Dit wetsvoorstel voorziet
namelijk in het vervallen van de lettering in artikel 1, eerste lid, van
de Wet op het overleg huurders verhuurder.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer
Besluit van 30 januari 2025, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de enige artikelen van de wet van 23 oktober 2024 tot het herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen hoofdzakelijk op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Verzamelwet BZK 2024) (Stb. 2025, 34).ā©ļø
Kamerstukken II 2024/25, 36 791, nr. 2ā©ļø