[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2025D41972, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-09-29 13:47, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36820 XIII-3 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2025Z16989:

Onderdeel van zaak 2025Z17991:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 820 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 september 2025

De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 22 september 2025 voorgelegd aan de minister van Economische Zaken. Bij brief van 26 september 2025 zijn ze door de minister van Economische Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

Adjunct-griffer van de commissie,

Krijger

1

Kunt u aangeven hoe groot de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in 2025 zijn op de begroting voor het ministerie van Economische Zaken na de september-suppletoire mutaties, uitgesplitst naar de drie beleidsartikelen?

Antwoord

In de tabel hieronder worden de standen van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in 2025 voor het Ministerie van Economische Zaken volgens de september suppletoire begroting weergegeven.

Tabel: stand suppletoire begroting september 2025 (bedragen x1.000)

Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten
Art. 1 Goed functionerende economie en markten 522.924 450.128 43.906
Art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei 3.437.381 2.181.579 472.811
Art. 3 Toekomstfonds 374.351 324.590 60.227
Totaal beleidsartikelen 4.334.656 2.956.297 576.944

2

Welke middelen zijn in 2025 via het Secundair Fonds (SecFund) beschikbaar gesteld voor startups en midden- en kleinbedrijf (mkb), en hoe worden deze verdeeld tussen defensie-doeleinden en civiele toepassingen?

Antwoord

In 2025 is € 75 mln toegevoegd aan het SecFund. Hiermee worden start-ups, scale-ups en innovatieve mkb-bedrijven ondersteund in het ontwikkelen van technologie met zowel een defensie als civiele component. Het budget is niet bedoeld voor enkel één van de doelen en dient enkel dual-use technologie. Het SecFund is begin april 2025 begonnen en heeft tot eind juni €700.000 gecommitteerd.

3

Hoeveel bedraagt de ophoging voor PhotonDelta en andere NGF (Nationaal Groeifonds)-projecten in 2025, en welke bedragen zijn doorgeschoven naar latere jaren wegens vertraging?

Antwoord

De ophoging voor PhotonDelta en andere NGF-projecten bedraagt €0 in 2025. De omzettingen die nu bij Miljoenennota budgettair worden verwerkt, hebben betrekking op 2026 en verder.1 Onderstaande tabel toont de kasschuiven op de budgetten van NGF-projecten op de begroting van Economische Zaken (EZ). Aanvullend is voor een drietal projecten onderuitputting afgeboekt van het in 2025 beschikbare budget. Het gaat om onderuitputting op het budget voor het Nationaal Onderwijslab (- € 4,2 mln), NXTGEN HIGH TECH (- € 10 mln) en PhotonDelta (- € 10 mln). Voor NGF-projecten geldt een 100% eindejaarsmarge.

bedragen x € 1.000
Artikel NGF-project 2025 2026 2027 2028 2029 2030
1 AINed -2.206 -3.222 -440 814 614 4.440
Nationaal Onderwijslab -5.116 -9.073 -2.496 -28.064 12.602 32.147
2 Health-RI -317 317 5.000 -5.000 0 0
RegMed XB -3.424 1.000 500 -1.903 3.827 0
Oncode-PACT 11.709 -12.855 -25.854 0 7.000 20.000
PhotonDelta 0 -40.000 0 20.000 20.000 0
Opschaling PPS beroepsonderwijs -8.364 3.365 -7.800 2.700 2.700 7.399

4

Welke bedragen zijn in 2025 beschikbaar voor de MIT-regeling (mkb- innovatiestimulering Regio en Topsectoren) en hoe zijn deze middelen verdeeld tussen subsidies en bijdragen aan medeoverheden?

Antwoord

De MKB-innovatiestimulering topsectoren (MIT) bestaat uit een landelijk deel, welke door RVO wordt uitgevoerd, en een regionaal deel, welke door provincies wordt uitgevoerd. Het grootste gedeelte wordt via de provincies via ‘bijdrage aan medeoverheden’ beschikbaar gesteld. In 2025 gaat het om € 31,8 mln aan kasmiddelen. Hiernaast leggen de provincies zelf ook een soortgelijk bedrag in voor het regionale deel. Het gedeelte wat door RVO wordt uitgevoerd bestaat voornamelijk uit het landelijk vangnet voor regio-overstijgende projecten. Hiervoor is in 2025 maximaal € 6,5 mln aan kasmiddelen beschikbaar.

5

Hoeveel middelen zijn in 2025 toegewezen aan TNO en TO2-instellingen, en welke kasschuiven zijn hier toegepast?

Antwoord

Voor 2025 is op de begroting van het ministerie van EZ een bedrag van € 383 mln beschikbaar gesteld aan TNO en € 76 mln aan de overige TO2-instellingen. Daarnaast is binnen het instrument Faciliteit Toegepast Onderzoek in 2025 een bedrag van € 9,3 mln gereserveerd die voor de TO2-instellingen en RKI’s wordt ingezet. Op de begroting van het ministerie van LVVN is € 245 mln uitgetrokken voor de TO2-instelling Wageningen Research. Ook het ministerie van Defensie stelt middelen ter beschikking aan TNO en andere TO2-instellingen, die via opdrachten bij EZ binnenkomen. Binnen de TO2-instellingen heeft een beperkte kasschuif plaatsgevonden. Deze kasschuiven hebben betrekking op de middelen van het Faciliteiten Toegepast Onderzoek waarover uw Kamer op 10 april 2024 (DGBI-I&K/45550886) is geïnformeerd.

6

Wat is de omvang van de mutaties bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in 2025, en welke dalingen in opdrachten van andere departementen verklaren dit?

Antwoord

De mutaties van de RVO worden toegelicht in de agentschapsparagraaf van de begroting. De totale baten van de RVO bedragen € 1,37 mld (stand suppletoire begroting september). In de september suppletoire begroting zijn de baten naar beneden bijgesteld met € 51,9 mln. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door mutaties in opdrachten van de volgende departementen: Ministerie van Binnenlandse Zaken (- € 45,6 mln), het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (- € 11,6 mln) en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (€ 8,7 mln). De grootste mutatie bij BZK wordt vrijwel volledig verklaard door een daling bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Bij het IMG is sprake van lagere instroom van aanvragen en meer afwijzingen c.q. intrekkingen dan verwacht. Dit doet zich vooral voor bij de Aanvullende Vaste Vergoeding (AVV), Vaste Eenmalige Schadevergoeding (VES), Duurzaam Herstel en Waardedaling. Als gevolg hiervan worden er ook minder uitvoeringskosten gemaakt.

7

Welke middelen zijn in 2025 toegevoegd aan de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) via het Toekomstfonds, en wat verklaart de kasschuif van € 10 miljoen naar voren?

Antwoord

In 2025 is er in totaal € 2,8 mln aan verplichtingenbudget toegevoegd aan het budget voor de Kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Dit budget is bestemd voor een voorgenomen kapitaalstorting in de ROM Utrecht van in totaal € 12,8 mln. Deze verplichting wordt naar verwachting dit jaar aangegaan met een uitbetaling over de komende twee jaar. Om dit te faciliteren is er hiernaast een verplichtingenschuif van € 10 mln verwerkt waarbij dit verplichtingenbudget van 2026 naar 2025 is geschoven. Door deze mutaties is er per saldo in 2025 een ophoging van het verplichtingenbudget van € 12,8 mln plaatsgevonden. Het kasbudget in 2025 is niet gewijzigd bij de September Suppletoire Begroting.

8

Hoe groot is de verlaging in 2025 van de Innovatiekredieten en de Vroegefasefinanciering, en hoe zijn deze bedragen doorgeschoven naar latere jaren?

Antwoord

Voor de Innovatiekredieten is het kasbudget tot nu toe in totaal met € 5 mln opgehoogd voor begrotingsjaar 2025. In de eerste suppletoire begroting is het kasbudget opgehoogd met €19,9 mln. Bij de Suppletoire Begroting September is het kasbudget naar beneden bijgesteld met € 14,8 mln.

Voor het begrotingsjaar 2025 is het kasbudget van de Vroegefasefinanciering (VFF) tot nu toe in totaal met € 16,5 mln naar beneden bijgesteld. In de eerste suppletoire begroting is het kasbudget met € 3,6 mln naar beneden bijgesteld. Bij de Suppletoire Begroting September is het kasbudget nogmaals naar beneden bijgesteld met € 12,7 mln.

Deze budgetten zijn middels een kasschuif naar latere jaren op de begroting geschoven, de meerjarige bijstellingen hiervan zijn zichtbaar in de Ontwerpbegroting 2026.

9

Hoeveel bedraagt de verhoging van de bijdrage aan de Kamer van Koophandel in 2025, en in hoeverre hangt dit samen met de implementatie van de EU Digitaliseringsrichtlijn?

Antwoord

De verhoging van de bijdrage aan de Kamer van Koophandel in de suppletoire begroting september 2025 bedraagt € 10,1 mln. Hiermee komt de totale bijdrage uit op € 174,8 mln. De bijstelling bestaat hoofdzakelijk uit loon- en prijsbijstelling en € 2,5 mln voor de EU Digitaliseringsrichtlijn. Dit is aanvullend aan de eerder vrijgemaakte € 3 mln aan middelen voor de uitvoering van de EU Digitaliseringsrichtlijn bij de eerste suppletoire begroting van 2024.

10
Hoeveel middelen zijn in 2025 beschikbaar voor de AI-fabriek (inclusief PEGA), en welke kasschuiven zijn toegepast om dit project in het juiste ritme te financieren?

Antwoord
Voor de AI-fabriek is vanuit de begroting van de verschillende departementen in totaal € 127,9 mln beschikbaar gesteld. Dit bedrag is als volgt over de jaren geschoven, waarbij minbedragen betekenen dat middelen uit het betreffende jaar zijn verplaatst en positieve bedragen dat middelen naar dat jaar zijn verschoven (bedragen zijn weergegeven in duizendtallen).

Het totale saldo van de verschuivingen komt niet exact overeen met het totaalbedrag dat beschikbaar is gesteld, omdat sommige bijdragen al in het juiste jaar waren opgenomen en derhalve geen kasschuif vereisten:

2025: € - 98.863

2026: € 38.211

2027: € 7.075

2028: € 6.076

2029: € 11.879

2030: € 35.622

Tevens vragen wij € 70 mln van The European High Performance Computing Joint Undertaking (EuroHPC JU). Berichtgeving vanuit EuroHPC JC of deze middelen worden toegekend, wordt medio oktober verwacht.

11

Hoe is in het afgelopen jaar het verloop van de AIQ geweest? Hoe is dit geweest van de winstquote en van de investeringsquote? Hoeveel lager is de AIQ in vergelijking met 2019, zowel in procentpunten als in miljarden euro’s?

Antwoord

Het CBS publiceert de Arbeidsinkomensquote (AIQ) uitsluitend op jaarbasis, niet per maand. De meest recente cijfers zijn te vinden op de CBS-website: Arbeidsinkomensquote; bedrijfstak, nationale rekeningen | CBS. In 2019 was de AIQ 73,5 procent en de totale beloning van arbeid 306,148 miljard euro. In 2024 was de AIQ 69,9 procent en de totale beloning van arbeid 400,442 miljard euro. Dit betekent dat de AIQ in 2019 3,6 procentpunt hoger was dan in 2024. De totale beloning van arbeid was in 2019 94,294 miljard euro lager. Let wel: De gegevens over 2024 zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld.

Het CBS publiceert de winstquote, de operationele winst als percentage van de toegevoegde waarde, op kwartaalbasis. Deze cijfers zijn te vinden op de CBS-website: Winst niet-financiële bedrijven | CBS. De ontwikkeling van de winstquote over de laatste vier kwartalen waar gegevens over beschikbaar zijn is als volgt:

  • Q3 2024: 47,6%

  • Q4 2024: 44%

  • Q1 2025: 43,1%

  • Q2 2025: 37,6%

Het CBS publiceert de investeringsquote, het aandeel van bruto investeringen in vaste activa ten opzichte van de toegevoegde waarde, op kwartaalbasis. Deze cijfers zijn te vinden op de CBS-website: StatLine - Kerngegevens sectoren; nationale rekeningen. De ontwikkeling van de investeringsquote over de laatste vier kwartalen waar gegevens over beschikbaar zijn is als volgt:

  • Q3 2024: 14,6%

  • Q4 2024: 17,0%

  • Q1 2025: 17,0%

  • Q2 2025: 16,4%

12

Hoe staat het met de doelstelling om 3% van het BNP te besteden aan onderzoek en innovatie? Op welk percentage komt Nederland (onder andere op basis van deze begroting) nu?

Antwoord

Het kabinet houdt vast aan de ambitie om 3% van het bruto binnenlands product te investeren in R&D. Dit is cruciaal voor een toekomstbestendige en weerbare economie. Het is nog niet precies te zeggen wat de R&D-intensiteit van Nederland is in 2025, maar eerder dit jaar schatte TNO dat percentage op 2,28%. Om de 3%-doelstelling te realiseren wordt werk gemaakt van de interventies uit het 3%-R&D-actieplan. Bovendien maakt het kabinet de komende jaren 430 miljoen euro vrij voor deelname aan de IPCEI Advanced Semiconductor Technologies en het European Tech Champions Initiative. Beide initiatieven zijn van belang voor ons innovatievermogen en kunnen op termijn een bijdrage leveren aan de 3%-doelstelling.

13

Hoeveel middelen gaan er totaal naar innovatie, onderzoek, onderwijs en wetenschap? Hoe verhouden deze middelen zich tot het totaal van voorgaande jaren, als er gekeken wordt naar de twee begrotingen die dit kabinet gemaakt heeft? Kunt u deze getallen aanleveren in een overzichtelijke tabel?

Antwoord

De uitgaven aan innovatie, onderzoek, onderwijs en wetenschap staan verspreid over verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Tezamen beslaan deze onderwerpen een dermate groot beleidsterrein, dat er geen overzicht is van precies deze uitgaven. Een vergelijking met voorgaande jaren is niet mogelijk. Uit recente analyses van TNO en het Rathenau Instituut, die de uitgaven aan onderdelen van deze onderwerpen in kaart brengen en analyseren, blijkt echter dat Nederland de doelstelling om in totaal 3% van het bruto binnenlands product (bbp) te investeren in R&D bij ongewijzigd beleid niet zal halen.2 Recent heb ik uw Kamer daarom het 3%-actieplan aangeboden, met daarin voorstellen om meer private investeringen in technologie en innovatie te mobiliseren.3 Verder heeft het Rathenau Instituut een overzicht van de R&D component per departement waarin de verschillende begrotingen worden uitgesplitst.4

Op mijn eigen begroting staan de uitgaven aan innovatie, onderzoek, onderwijs en wetenschap ook verspreid, maar voornamelijk op de beleidsartikelen 2 en 3. Hieronder vindt u het totaal van de meerjarig geraamde bedragen bij MJN 2025 en MJN 2026. Een vergelijking met 2024 en verder terug gaat niet op, aangezien dat voor de herverkaveling van de EZK-begroting was en er toen ook nog uitgaven voor verduurzaming van de industrie vanaf beleidsartikel 2 werden gedaan. De uitgaven aan innovatie, onderzoek en wetenschap vanaf mijn begrotingen zijn echter ontegenzeggelijk gedaald onder andere door het uitfaseren van het Nationaal Groeifonds en de subsidietaakstellingen uit de voorbije jaren.

Cumulatief geraamde kasuitgaven bij MJN (bedragen x € 1.000)*
Artikel 2025 2026
Beleidsartikel 2 7.503.827 7.616.256
Beleidsartikel 3 1.600.091 1.689.434
Totaal 9.103.918 9.305.690

* NB op deze artikelen staan ook uitgaven ter stimulering van andere onderdelen van het bedrijvenbeleid, bijvoorbeeld ter bevordering van het Nederlandse en Europese ondernemings- en vestigingsklimaat.

14

Kunt u specificeren hoeveel middelen in 2025 zijn toegekend voor Invest-NL en Qredits, en hoeveel daarvan gericht is op mkb- en startupfinanciering?

Antwoord

Voor Invest-NL is in 2025 € 12,8 mln beschikbaar voor business development waarmee marktonderzoeken worden uitgevoerd, en financieringsinstrumenten worden ontwikkeld. Voor Qredits is in 2025 € 4 mln beschikbaar gesteld vanuit het klimaatfonds voor rentesubsidies op investeringen in verduurzaming of energiebesparing. Zowel Invest-NL als Qredits is gericht op mkb- en startupfinanciering.

Daarnaast zijn er verschillende fondsen bij Invest-NL die via het Toekomstfonds (artikel 3 van de EZ-begroting) middelen ontvangen voor het stimuleren van mkb- en startupfinanciering. Dit gaat in 2025 om € 2 mln via het Dutch Future Fund (DFF), € 50 mln voor het Deep Tech Fund (DTF) en € 10 mln voor het Fonds Alternatieve Financiering (DACI).

15

Hoeveel middelen zijn in 2025 beschikbaar voor de herstructurering van winkelgebieden en binnensteden, en hoe verklaart u de verlaging van € 4,3 miljoen ten opzichte van eerdere ramingen?

Antwoord

In 2025 is in totaal € 9,3 mln aan kasmiddelen beschikbaar voor de herstructurering van winkelgebieden. Het verschil van € 4,3 mln ten opzichte van eerdere ramingen komt door een kasschuif: het budget zelf is niet verlaagd, maar het kasritme is aangepast zodat dit beter aansluit op de daadwerkelijke financieringsbehoefte van gemeenten. Het gaat dus om een aanpassing in het tijdspad van de uitgaven, niet om een verlaging van de ramingen.


  1. Kamerstuk 36 800 L, nr. 2↩︎

  2. Rathenau Instituut (2025): TWIN 2023-2029. TNO (2025): De Nederlandse R&D kloof groeit↩︎

  3. Kamerstuk 33009, nr. 165↩︎

  4. Overheidsfinanciering van R&D | Rathenau Instituut↩︎