36820-XIV Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D42009, datum: 2025-09-26, bijgewerkt: 2025-09-26 18:00, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (PVV)
- Mede ondertekenaar: A. van den Brule-Holtjer, griffier
Onderdeel van zaak 2025Z18000:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-19 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de Suppletoire begroting september (36820-XIV), ingezonden 22 september 2025.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
36820-XIV
1 | |
Is de Extensiveringsregeling inmiddels door de Europese Commissie (EC) goedgekeurd? Zo nee, wanneer wordt dat verwacht? Antwoord De Subsidieregeling extensivering melkveehouderij (Sem) ligt sinds eind juli ter prenotificatie voor bij de Europese Commissie. Er vindt constructief overleg plaats met de Commissie. Er dient rekening te worden gehouden met een termijn van in totaal vier maanden voor het proces van zowel de prenotificatie als de notificatie samen. 2 |
|
2 | Waarom is er 22 miljoen euro overgeboekt naar het Provinciefonds Wat betekent de "herijking van beheerjaar 2024" concreet? Antwoord De overboeking van € 22,0 mln. naar het Provinciefonds maakt onderdeel uit van de middelen uit het aangenomen amendement-Grinwis (36 600 XIV/4). Met dit amendement kwamen er in 2025 aanvullende middelen beschikbaar voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). In mijn brief over de uitwerking van de contourenbrief Agrarisch Natuurbeheer (33576/28625, 4 juli 2025) heb ik aangekondigd dat ik vooruitlopend op het uitbreiden van het ANLb, middelen uit het amendement-Grinwis in wil zetten om de herijkingstekorten bij het ANLb te dekken. Dit is een tekort bij provincies dat is ontstaan doordat provincies vanaf 2023 in afstemming met mijn departement de ANLb-tarieven hebben geactualiseerd, zonder de hectaredoelstelling te verlagen. 3 |
3 | Waaruit bestaat het capaciteitsgebrek bij de provincies dat leidt tot vertraging bij de Natuurherstelverordening? Antwoord Om vertraging te voorkomen en de provincies in staat te stellen bij te dragen aan de totstandkoming van het Natuurplan, heeft het Rijk tot en met 2027 ondersteunende financiële middelen ter beschikking gesteld aan provincies. Het mogelijke capaciteitsgebrek bij provincies om in de toekomst te voldoen aan de Natuurherstelverordening is nog niet in beeld. De uitvoering van de natuurherstelverordening vraagt om een extra inspanning van de provincies op het bestaande natuurbeleid. Dit bevat bijvoorbeeld het opzetten van structurele additionele natuurmonitoring, ook buiten Natura 2000, om de nieuwe monitoringsverplichtingen van de Natuurherstelverordening te realiseren. Ook zal er een bijdrage moeten worden geleverd aan het opstellen van het Natuurplan en het in beeld brengen van de additionele opgave. 4 |
4 | Hoe verklaart de minister dat de reorganisatie van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) zoveel vertraging oploopt? Antwoord Het doel van de reorganisatie van het ministerie is om een robuuste en flexibele organisatie te bouwen. Dat vraagt een gedegen proces dat we zorgvuldig vormgeven. Dat kost tijd. De reeds ingeboekte taakstelling is een kader voor de reorganisatie. 5 |
5 | Hoe wordt de jaarlijkse bijdrage aan de Food and Agriculture Organization van de Verenigde Naties (FAO) vastgesteld en welke factoren bepalen de hoogte daarvan? Antwoord De bijdrage wordt vastgesteld op basis van de VN-bijdragenschaal, die de economische draagkracht van lidstaten weerspiegelt met o.a. het bruto national product als uitgangspunt. Daarbij worden correcties toegepast voor onder meer koopkracht, wisselkoersen en de schuldenlast. Er geldt tevens een minimum- en maximumpercentage om de bijdragen in verhouding te houden. De FAO conferentie stelt tweejaarlijks de begroting vast; de Nederlandse bijdrage volgt hieruit. Voor de periode 2026-2027 is voor Nederland een aandeel van 1,298% van de totale FAO-begroting vastgesteld (tegenover 1,377% in 2024-2025). 6 |
6 | Hoe worden bijdragen aan andere internationale organisaties precies bepaald? Antwoord Dat verschilt per organisatie. Binnen het VN-stelsel geldt doorgaans dezelfde VN-bijdragenschaal. Regionale organisaties hanteren eigen verdeelsleutels, veelal gebaseerd op BNP. Daarnaast bestaan er vrijwillige bijdragen, waarvan de hoogte door lidstaten zelf wordt bepaald. 7 |
7 | Welke natuurorganisaties of niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) ontvangen geld via deze begroting en om welke bedragen gaat het? Antwoord Op de LVVN-begroting zijn in 2025 diverse middelen geraamd om te verstrekken aan natuurorganisaties en NGO’s. Op de LVVN-begroting is in 2025 ca. € 78 mln. geraamd voor subsidies voor natuur die voor het grootste deel aan diverse natuurorganisaties en NGO’s worden verstrekt. Het gaat hier bijvoorbeeld om subsidies die aan diverse organisaties in het kader van onder andere natuurmonitoring, natuurherstel, kennisontwikkeling en natuureducatie worden verstrekt. Verder ontvangt Staatsbosbeheer jaarlijks een Rijksbijdrage die in 2025 ca. € 32 bedraagt. Ook wordt € 1,8 mln. in 2025 geraamd voor de contributies van een aantal internationale organisaties zoals het United Nations Environmental Programma (UNEP). De uitgaven op de LVVN-begroting in 2025 worden verantwoord in het Jaarverslag 2025. 8 |
8 | Wordt er geld besteed aan het programma Natuurherstel Noordzee? Zo ja, hoeveel geld gaat er naar dit programma per jaar? Antwoord Ja, voor deze maatregel is tot en met 2030 € 109,1 mln. begroot op de LVVN-begroting. De meerjarenbegroting ziet er als volgt uit: 2025: 4,0 mln. 2026: 20,6 mln. 2027: 23,8 mln. 2029: 18,2 mln. 2030: 13,2 mln. 9 |
9 | Wordt er in de begroting geld uitgetrokken voor oesterherstelprojecten? Zo ja, hoeveel geld gaat er naar dit programma per jaar? Antwoord Naast maatregelen gericht op herstel van vogels en vissen, wordt er gewerkt aan herstel van Noordzee bodemhabitats en rifherstel, waaronder ook oesterherstelprojecten. De projecten dragen bij aan doelen onder N2000, de Kaderrichtlijn Mariene Strategie en de Natuurherstelverordening (gericht op bodemherstel) en het Programma Noordzee waar toepasbaar binnen de windenergiegebieden. Er is nog geen overzicht te geven van de bedragen per doel, en per jaar. In de programmabegroting voor de langere termijn wordt een substantieel deel voorzien voor rif- en oesterherstel maar dit is nog in voorbereiding. Daarbij is de besteding per doel ook afhankelijk van de diverse in te zetten instrumenten zoals subsidies, opdrachten en aanbestedingen. 10 |
10 | Hoeveel geld gaat er in totaal naar natuurherstel in water (Noordzee, rivieren, grote wateren)? Hoeveel daarvan is een nationale kop bovenop de Europese verplichting? Antwoord Ik verwijs hiervoor naar de LVVN-begroting 2026 (TK 36 800 XIV, nr. 2). Onder het opdrachtenbudget ‘Natuur en biodiversiteit Grote Wateren’ op het beleidsartikel 22 zijn de geraamde bedragen voor 2025-2030 opgenomen inclusief een toelichting op de inzet in 2026. Het Rijk is verantwoordelijk voor het beschermen, herstel en versterken van natuur en biodiversiteit in de grote wateren, het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied. LVVN zorgt ervoor dat het natuurbelang goed is gewaarborgd bij het gebruik en beheer en bij de uitvoering van projecten in de Noordzee, Wadden en de overige grote wateren. De voorziene herstelmaatregelen vormen geen nationale kop maar uitwerking van bestaand beleid. De beleidskaders voor de maatregelen zijn Natura 2000, de KRM, de KRW, het Programma Noordzee 2022-2027 en de Natuurherstelverordening. 11 |
11 | Klopt het dat de EC overweegt om de stof halosulfuron-methyl met mogelijk schadelijke effecten voor ongeboren kinderen toe te laten op de Europese markt? Antwoord De stof halosulfuron-methyl is een herbicide dat op EU-niveau is goedgekeurd als Candidate for Substitution (kandidaat om vervangen te worden). In Nederland zijn geen middelen toegelaten op basis van deze stof. Op EU-niveau loopt de reguliere herbeoordelingsprocedure waarbij Italië optreedt als rapporteur lidstaten. Alle lidstaten worden in het proces betrokken. 12 |
12 | Klopt het dat de Verordening 1107/2009 voorstaat dat het beschermen van de gezondheid van ongeboren kinderen boven het beschermen van de plantgezondheid gaat? Antwoord Een gewasbeschermingsmiddel mag alleen op de markt komen als dit veilig kan worden toegepast voor de mens, dier en milieu, dat omvat ook kwetsbare groepen zoals ongeboren kinderen. 13 |
13 | Klopt het dat het Europees Hof van Justitie (EHJ) onlangs heeft geoordeeld dat de bescherming van de gezondheid van mensen boven de bescherming van teelten en economisch gewin gaat? Antwoord Het EU Hof van Justitie heeft deze lijn binnen diverse arresten in de afgelopen jaren bevestigd. Deze lijn is vastgelegd in Verordening (EC) 1107/2009 (o.a. overweging 8 en artikel 4, lid 2a voor stoffen en lid 3b voor middelen) en wordt ook zo door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toegepast. 14 |
14 | Hoe verhoudt de eventuele toelating van de stof halosulfuron-methyl zich tot het voorzorgsbeginsel? Antwoord Een werkzame stof wordt alleen (hernieuwd) goedgekeurd wanneer wetenschappelijk is aangetoond dat deze veilig kan worden toegepast. Dit is de basis van het voorzorgsbeginsel: geen goedkeuring of toelating als niet is aangetoond dat een stof of middel aan de eisen voldoet. Dit geldt ook voor halosulfuron-methyl. 15 |
15 | Wat zijn de juridische en praktische voorwaarden van een derogatie onder artikel 4, lid 7 van Verordening (EG) 1107/2009? Bevatten deze voorwaarden minimumeisen voor afdoende beschikbare informatie? Antwoord Conform artikel 4, lid 7 van Verordening (EC) 1107/2009 is het mogelijk, mits wordt voldaan aan de voorwaarden in het overige deel van dat artikel, om een stof goed te keuren wanneer deze niet volledig aan de goedkeuringscriteria voldoet, maar wanneer deze stof nodig is om een serieus gevaar te beheersen dat op geen enkel andere wijze te beheersen is. Bij een dergelijke goedkeuring dient te worden aangetoond dat de blootstelling van de stof verwaarloosbaar is zodat de mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu minimaal blijven. Ik vind het belangrijk dat er zeer terughoudend wordt omgegaan met deze goedkeuringsmogelijkheid. 16 |
16 | Waarom is de aanvraag voor de derogatie van halosulfuron-methyl onder artikel 4, lid 7, alsnog behandeld, aangezien volgens Verordening (EG) 1107/2009 de uitzonderingspositie in artikel 4, lid 7, niet geldt voor “categorie 1B zonder drempel, of als toxisch voor de voortplanting, categorie 1A zijn ingedeeld of moeten worden"? Antwoord Bij de herbeoordeling van halosulfuron-methyl wordt onder andere gekeken of deze conform art 4.7 van de Verordening (EG) 1107/2009 goedgekeurd zou kunnen worden. Indien deze stof niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, kan deze niet via deze weg worden goedgekeurd. 17 |
17 | Klopt het dat geen derogatie kan worden aangevraagd voor de stof halosulfuron-methyl wanneer de herbeoordeling niet volledig kan worden afgerond door het ontbreken van informatie? Zo nee, waarom niet? Antwoord Halosulfuron-methyl wordt momenteel herbeoordeeld binnen het hiervoor vastgestelde Europese proces. Indien de herbeoordeling niet volledig kan worden afgerond doordat onvoldoende informatie beschikbaar is, zal de Europese Commissie aan de lidstaten voorstellen om de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen. 18 |
18 | Wat voor een commentaar heeft de Nederlandse delegatie in de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (ScoPAFF)-vergadering geleverd op het verzoek van de European Food and Safety Authority (EFSA) (agendapunt A.04, punt 6)? Antwoord Momenteel vinden in Europa technisch-wetenschappelijke discussies plaats in het kader van de herbeoordeling van halosulfuron-methyl. Ik vind het belangrijk dat deze wetenschappelijke discussies vrijuit kunnen plaatsvinden en doe daarom geen mededelingen over ingediend commentaar. 19 |
19 | Wat is het standpunt van de regering omtrent de hernieuwde toelating van halosulfuron-methyl en andere stoffen met een reprotox 1B-classificatie? Antwoord Wanneer de Europese risicobeoordeling van halosulfuron-methyl is afgerond zal de Europese Commissie een voorstel aan de lidstaten doen over het al dan niet verlengen van de goedkeuring. Ik zal het Ctgb vervolgens, zoals gebruikelijk, om een advies vragen hierop, waarna ik mijn standpunt zal bepalen. Ik zal uw Kamer hier vervolgens over informeren. 20 |
20 | Klopt het dat Tsjechië in de Raad twee voorstellen heeft gedaan die zouden neerkomen op een versoepeling van Verordening (EG) 1107/2009, namelijk het verlengen van de transitieperiode en het verbreden van de uitzonderingspositie (artikel 4, lid 7)? Antwoord Dat klopt, ik heb uw Kamerverslag gedaan over deze vergadering (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1723). 21 |
21 | Klopt het dat Nederland openstaat voor aanpassingen van de Verordening Gewasbeschermingsmiddelen? Wat wordt hiermee bedoeld en onder welke voorwaarden staat de regering hiervoor open? Antwoord Nederland staat hiervoor open, als die aanpassingen bijdragen aan het sneller op de markt krijgen van alternatieve biologische en laag-risicomiddelen. |
22 | Klopt het dat Nederland zich niet aansluit bij voorstellen die zorgen voor meer of makkelijker derogaties voor risicovolle en gevaarlijke pesticiden? Antwoord Volgens Nederland moet nu Europees worden ingezet op een versnelde markttoegang van biologische en laag-risico gewasbeschermingsmiddelen. Eventuele aanvullende voorstellen zal ik apart beoordelen alvorens hier een mening over te vormen. |
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur