Reactie op brief derde met oproep tot verbod op handel in dolfijnen en zeezoogdieren vanuit Koninkrijk der Nederlanden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026
Brief regering
Nummer: 2025D42232, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-09-30 10:01, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 36800 XIV-6 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026.
Onderdeel van zaak 2025Z18067:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-10-01 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-02 10:00: Dieren buiten de veehouderij en dierproeven (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-19 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Mevrouw K.G. laat zich in haar brief kritisch uit over het houden en verhandelen van zeezoogdieren in het Koninkrijk.
Het welzijn van dieren gaat mij aan het hart. Zoals ik aangegeven heb in mijn brief van 26 mei 2025, met kenmerk 36600-XIV-81 getiteld “Stand van zaken ontwikkeling beleid Dierentuinen”, heb ik onlangs een traject in gang gezet, waarmee ik de toekomstbestendigheid van de dierentuinen wil waarborgen. Dit wil ik doen door de regelgeving rondom het vergunningsstelsel aan te passen, met welzijn, educatie en conservatie als speerpunten. Het is belangrijk dat dierentuinen invulling blijven geven aan maatschappelijke doelen, terwijl er gekeken moet worden naar zorgen rondom het houden en het welzijn van dieren in gevangenschap.
In Nederland mogen alleen dierpresentaties en interacties door dierentuinen aangeboden worden die voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Welzijnseisen zijn in Nederland opgenomen in de vergunning van dierentuinen, dus ook bij het Dolfinarium. Onder bepaalde omstandigheden kunnen zeezoogdieren gehouden worden, maar niet als dat is met als doel van dierpresentaties en interacties die puur voor het vermaak van mensen zijn; dit omdat ze niet het vereiste educatieve karakter hebben. In Nederland zijn voorschriften aan de vergunning verbonden waardoor er geen dierpresentaties uitgevoerd mogen worden die het natuurlijk gedrag van dolfijnen tegengaat en of het welzijn schaden.
Dierentuinen moeten zich naast de geldende wet- en regelgeving voor de dierentuinen ook houden aan de regels rondom export. Dat betekent dat een dierentuin zich moet houden aan regels rondom welzijn (Besluit houders van dieren) en aan de CITES-regelgeving (vergunning). In het Besluit houders van dieren is geregeld dat de vergunninghouder zich er bij overdracht van dieren, ook als het om export gaat, van verzekert dat de ontvangende partij de dieren zal houden, huisvesten en verzorgen op een wijze die overeenkomt met de eisen van voornoemd besluit. Indien uit de beoordeling blijkt dat de ontvangende dierentuin zich hieraan zal houden, mag het dier geëxporteerd worden. Tegen die achtergrond zie ik geen reden om een algeheel verbod in te stellen op export van dolfijnen en andere zeezoogdieren.
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur