Verzamelbrief welzijn dieren buiten de veehouderij
Dierenwelzijn
Brief regering
Nummer: 2025D42237, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-09-30 10:21, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 28286 -1401 Dierenwelzijn.
Onderdeel van zaak 2025Z18069:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-10-01 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-02 10:00: Dieren buiten de veehouderij en dierproeven (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-19 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Met deze brief informeer ik de Kamer over de voortgang op een aantal dierenwelzijnsonderwerpen, die gaan over dieren buiten de veehouderij. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Gezelschapsdieren
Uitvoering motie over de voorzetting van subsidie aan het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde (Kamerstuk 29 683, nr. 308).
Toezegging over het onderzoeken van de haalbaarheid van een vertoningsverbod van gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken in niet-reclame uitingen (Kamerstuk 28 286, nr. 1397)
Toezegging vervolg landelijk expertisecentrum complexe honden, realisatie ‘opslaghouder hond+’ (Kamerstuk 28 286, nr. 1337)
Uitvoering motie verlagen kosten beoordelen Gidsen voor goede praktijken gezelschapsdieren (Kamerstuk 35 892, nr. 28)
Dierproeven en proefdiervrije innovatie
Toezegging om resultaten te delen van het onderzoek naar de mogelijkheden om dierproefvrije alternatieven nog verder te stimuleren (TZ202502-023)
Toezegging over het delen van de ervaringen met de top-up voor proefdiervrije alternatieven binnen het Off Road programma (TZ202502-025)
Uitvoering motie over vertaalbaarheid dierproeven (Kamerstuk 32 336, nr. 160)
Gezelschapsdieren
Voortzetting subsidie aan het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde (EGD)
De aangenomen motie van de leden Graus en Van Campen verzoekt om de onderzoeken van het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde mogelijk te houden binnen het hiervoor bestemde budget (Kamerstuk 29 683, nr. 308). De huidige subsidie die is verstrekt aan het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde loopt tot eind 2025. Ter uitvoering van de motie en in lijn met mijn beleid over het voorkomen van erfelijke gebreken bij gezelschapsdieren, ben ik voornemens om van 2026 tot en met 2029 opnieuw subsidie te verstrekken aan het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde. Hiermee beschouw ik deze motie als afgedaan.
Haalbaarheid vertoningsverbod van gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken in niet-reclame uitingen
In de Verzamelbrief dieren buiten de veehouderij Algemeen van 3 juli jongstleden (Kamerstuk 28 286, nr. 1397) informeerde ik de Kamer over de voortgang van het vertoningsverbod en heb ik toegezegd na de zomer terug te komen op de haalbaarheid van een wettelijk verbod op de vertoning van gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken in de categorie niet-reclame-uitingen.
Onder niet-reclame uitingen vallen persoonlijke berichten (berichten zonder commerciële aard) op particuliere én professionele sociale media-accounts, maar ook films, series en andere kunstuitingen, cultureel erfgoed en speelgoed. De reikwijdte van een verbod op het vertonen van dieren met bepaalde kenmerken in niet-reclame uitingen is potentieel dan ook zeer breed. Zo’n verbod raakt aan grondrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit geldt voor alle bovengenoemde vormen van niet-reclame uitingen, en vraagt om een stevige onderbouwing van nut, noodzaak en proportionaliteit van zo’n verbod.
Er worden reeds stappen gezet om de vertoning van dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken in de publieke ruimte tegen te gaan. Zo bereid ik momenteel een wettelijk verbod voor op de vertoning van deze dieren op wedstrijden, tentoonstellingen en keuringen, welke naar verwachting eind 2026 voorgelegd kan worden ter internetconsultatie. Daarnaast verkent de reclamesector op mijn verzoek de mogelijkheid tot het maken van afspraken over het tonen van deze dieren in reclame-uitingen op zowel reguliere als sociale media. Een aanvullend wettelijk verbod voor niet-reclame uitingen dat in hoge mate ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer acht ik daarmee niet proportioneel, en wordt door mij op dit moment als niet-opportuun ingeschat.
Vervolg landelijk expertisecentrum complexe honden (realisatie opslaghouder hond+)
In de verzamelbrief dierenwelzijn van 26 juni 2024 (Kamerstuk 28 286, nr. 1337) is de toezegging gedaan om te onderzoeken of aanvullende eisen kunnen worden gesteld aan de huisvesting en behandeling van honden die in beslag zijn genomen na een bijtincident, om het gedrag en de gezondheid te borgen van die honden. De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (hierna: RVO) bereidt een aanvullende aanbesteding voor, voor de zogenaamde ‘opslaghouder hond+’. Zij maakt daarbij gebruik van de protocollen die de Hondencampus heeft ontwikkeld in het kader van de pilot landelijk expertisecentrum complexe honden. Hierbij wordt onder andere gekeken naar welke minimumeisen noodzakelijk zijn om deze honden de zorg te geven die nodig is. Binnenkort wordt de aanvullende aanbesteding opengesteld.
Uitvoering verlagen kosten beoordelen Gidsen voor goede praktijken
Tijdens de behandeling van de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (Handelingen II 2022/23, nr. 80, item 7) heeft het lid Van der Plas een motie ingediend die verzoekt om de kosten voor het laten beoordelen van de Gids voor goede praktijken voor fokkers, die kleine huisdieren hobbymatig houden, te verlagen (Kamerstuk 35 892, nr. 28). Zoals toegezegd (Kamerstuk 28 286 nr. 1303) zullen de kosten voor het beoordelen van een gids van € 1.000,- naar € 500,– worden verlaagd. Dit biedt fokkers, maar ook kleinere bedrijven en particulieren, meer mogelijkheden om een gids voor goede praktijken te laten beoordelen. Daarnaast is het mijn voornemen de beoordelingstermijn te verlengen van acht weken naar vier maanden. Het samenstellen van een deskundig beoordelingsvoorbereidingsoverleg en de noodzaak voor maatwerk en verschillende systematiek per gids voor goede praktijken maken de huidige standaardtermijn van acht weken onhaalbaar. Hiervoor is de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren gewijzigd. De wijzigingsregeling is op 23 september 2025 gepubliceerd (nr. WJZ/ 99551451). Hiermee beschouw ik de motie als afgedaan.
Dierproeven en proefdiervrije innovatie
Toezegging om resultaten te delen van het onderzoek naar de mogelijkheden om dierproefvrije alternatieven nog verder te stimuleren (TZ202502-023)
Het onderzoek zoals gevraagd in de motie van de leden Kostić cs. (Kamerstuk motie 36600-XIV-53) en toegezegd in mijn brief van d.d. 30 juni jl. (Kamerstuk 32336 nr. 166) is gestart. Ik verwacht de resultaten in december dit jaar waarna ik in een eerstvolgende brief de Kamer zal informeren over de uitkomsten en mijn beleidsreactie daarop.
Toezegging over het delen van de ervaringen met de top-up voor proefdiervrije alternatieven binnen het Off Road programma (TZ202502-025)
In het debat van d.d. 29 januari 2025 heb ik toegezegd met een brief te komen over de ervaringen met de top-up voor proefdiervrije alternatieven binnen het ZonMw subsidieprogramma Off Road (TZ202502-025). Ik kom hierbij aan deze toezegging tegemoet en kan de Kamer informeren dat de eerste pilot inmiddels is afgerond. Voor onderzoekers was er de mogelijkheid om een extra investering aan te vragen voor proefdiervrij onderzoek, de New Approach Methodologies (NAM) investeringsmodule genoemd, als onderdeel van het Off Road subsidieprogramma. In totaal zijn er 99 projecten ingediend en 25 daarvan vroegen ook de NAM-investeringsmodule aan. Uiteindelijk zijn er 20 onderzoeksprojecten gehonoreerd, waarvan 6 ook de NAM Investeringsmodule van 30.000 euro hebben ontvangen. De ZonMw- beoordelingscommissie kijkt positief op deze pilot terug, omdat proefdiervrij onderzoek hiermee op een opbouwende wijze kan worden gestimuleerd. ZonMw heeft mij geïnformeerd samen met hun beoordelingscommissie te werken aan verdere verfijning van de procedure, zodat een tweede ronde met deze NAM-investeringsmodule nog doelmatiger ingezet kan worden. Ik ben blij de Kamer te kunnen informeren dat ZonMw hier een vervolg aan geeft.
Uitvoering motie over vertaalbaarheid dierproeven (Kamerstuk 32 336, nr. 160)
Met de motie van de leden Graus en Kostić (Kamerstuk 32 336, nr. 160) is de regering verzocht om in kaart te brengen, mede aan de hand van vergunde dierproeven, hoe goed de beoordeling van vertaalbaarheid van dierproeven op dit moment geborgd is. Ook werd de regering verzocht om vertaalbaarheid uit te laten werken tot een instrument dat door de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) en subsidiegevers gebruikt kan worden, en hierover zo snel mogelijk aan de Kamer te rapporteren.
Ten aanzien van het eerste deel van de motie informeer ik de Kamer dat ik met de CCD in gesprek ben geweest en zij het huidige instrumentarium naar aanleiding van deze motie aan het evalueren zijn. Op basis van deze evaluatie zal de CCD de toelichting op het huidige instrumentarium zodanig aanpassen dat de beoordeling van de vertaalbaarheid van wetenschappelijk onderzoek nog nadrukkelijker geborgd wordt in het afwegingskader. Voor het tweede deel van de motie ben ik in gesprek met een partij die de mate van vertaalbaarheid verder kan uitwerken tot een bruikbaar instrument. Ik ben voornemens hiervoor een subsidie te verstrekken. Met deze subsidie wordt dan gewerkt aan een proof-of-principle van een dergelijk instrument, met een focus op de aandoening Multiple Sclerosis. Voor onderzoek naar aandoeningen is namelijk geen generieke aanpak mogelijk. Elke aandoening vraagt om een specifiek soort onderzoek en daaraan gekoppelde voorwaarden voor een geschikt onderzoeksmodel. Het instrument zal daarom waarschijnlijk geen ‘one size fits all’ oplossing worden. Dit project levert, ondanks de focus op één ziekte, naar verwachting wel een goede basis voor andere onderzoeksvelden, zodat met maatwerk ook daar uitgewerkte instrumenten kunnen worden ontwikkeld. Dit is een nog niet bestaande methodiek, die nog volledig ontwikkeld moet worden en dat kost dus tijd. Ik zal de Kamer over de voortgang informeren via de jaarlijkse voortgangsbrief van TPI.
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur