[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Joint Letter of Intent Tata Steel

Industriebeleid

Brief regering

Nummer: 2025D42345, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-10-02 12:26, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29826 -266 Industriebeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z18109:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Op 29 september 2025 heeft het kabinet de Joint Letter of Intent (de “JLoI”) met Tata Steel Nederland (“TSN”), Tata Steel Limited (“TSL”) en de Provincie Noord-Holland (“PNH”) ondertekend. De JLoI is bijgevoegd bij deze brief als bijlage 1.

Met het ondertekenen van de JLoI zet het kabinet een belangrijke stap richting een bindende maatwerkafspraak met het bedrijf om de impact op de gezondheid van de omwonenden op kortst mogelijke termijn terug te dringen en om tot een grote reductie van de CO2-uitstoot te komen. De afspraken moeten leiden tot een significante vermindering van de uitstoot van stoffen die gezondheidsrisico's in de omgeving veroorzaken. Ook wordt ingezet op een reductie van geluidshinder en stof. Bij uitvoering van de projecten uit de JLoI, zal er meer dan 5% van de totale nationale CO2-uitstoot worden verminderd. Door de JLoI nu te tekenen, houden we zicht op het behalen van deze belangrijke doelen op de kortst mogelijke termijn en geven we de omgeving en het bedrijf toekomstperspectief.

Deze brief gaat in op de volgende onderwerpen:

  1. Waarom een maatwerkafspraak met Tata Steel?

  2. Terugblik – hoe is de JLoI tot stand gekomen?

  3. Advies AMVI en Expertgroep

  4. Wat staat er nu in de JLoI?

  5. Vooruitblik – hoe gaan we verder

  1. Waarom een maatwerkafspraak met Tata Steel?

Dagelijks maken we gebruik van staal. Staal is onmisbaar voor het bouwen van huizen, bruggen en auto’s. Controle over de toeleveringsketen van staal, via productie en hergebruik op eigen bodem, is van belang voor de strategische autonomie van Europa. De staalindustrie draagt ook bij aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid. TSN heeft met haar gunstige ligging aan zee (met een open haven en aanlandplek voor windenergie) en een geïntegreerde site een sterke uitgangspositie om een succesvolle en competitieve producent van groen staal te worden.

Tegelijkertijd staat TSN voor de uitdaging om de negatieve impact op de leefomgeving en gezondheidsrisico’s bij omwonenden te beperken en, als grootste industriële uitstoter van CO2 in Nederland, bij te dragen aan de nationale reductieopgave. Het kabinet wil de maatwerkafspraak daarom bouwen op twee pijlers: het terugdringen van de impact op (i) de gezondheid van omwonenden en (ii) het klimaat.

Een maatwerkafspraak met TSN is dé manier om op de kortst mogelijke termijn met de beschikbare middelen de grootste impact op de gezondheid en het klimaat te hebben. Deze JLoI vormt het kader voor een maatwerkafspraak waarmee die doelen worden gerealiseerd. Dat is van groot belang, in de eerste plaats voor de omgeving, omwonenden en werknemers.

De afgelopen jaren zijn er veel wensen uitgesproken over de maatwerkafspraak met TSN. Niet alleen door de Kamer in de vorm van Kamermoties, maar ook door omwonenden en andere belanghebbenden. De maatwerkafspraak is één stap van de vele die moeten worden gezet richting een groene en schone productie van staal in de IJmond: niet alles is in één keer mogelijk.

Hieronder wordt het proces naar de JLoI geschetst en ook de inhoud ervan toegelicht.

  1. Terugblik - hoe is de JLoI tot stand gekomen?

Op 15 juli 2022 is een Expression of Principles (“EoP”) ondertekend met TSN.1 Hierin zijn de ambities geformuleerd op het gebied van CO2-reductie en verbetering van de leefomgeving en gezondheid. Uit het RIVM-rapport van september 20232 blijkt dat TSN zorgt voor gezondheidsrisico’s voor omwonenden door de uitstoot van onder andere stikstof, fijnstof en hinder. In november 2023 heeft TSN de aangepaste plannen voor het verduurzamen en schoner maken van de staalfabriek in IJmuiden met de staat gedeeld. Naar aanleiding van het daaropvolgende rapport van Wijers/Blom3 over de alternatieven voor de staat en het eerste advies van de Expertgroep4, heeft het kabinet besloten in te zetten op een maatwerkafspraak met TSN, op basis van het voorstel van TSN, mét versnelde overlastreductie.5 In april 2024 is door de ministerraad het onderhandelingsmandaat voor een maatwerkafspraak met TSN met die inzet vastgesteld.6 De Kamer is hierover geïnformeerd met de brief van 26 april 2024 en ook is de Kamer vertrouwelijk op de hoogte gesteld van het mandaat.

De staat en de provincie hebben op basis van dit mandaat onderhandeld met TSL en TSN over de volgende fase die afgesproken is in het maatwerktraject. Dit heeft op 22 juli 2025 geleid tot een concept Joint Letter of Intent (de “concept JLoI”). De concept JLoI is conform afspraak voorgelegd aan de Adviescommissie Maatwerk Verduurzaming Industrie (de “AMVI”). Vanwege het feit dat een maatwerkafspraak met TSN een integrale afspraak moet zijn om de gezondheid te verbeteren en CO2 te reduceren, is de Expertgroep Gezondheid IJmond (de “Expertgroep”) uitgenodigd door de AMVI om gezamenlijk tot één integraal advies te komen. Dit advies is bijgevoegd als bijlage 2. Na ontvangst van het advies zijn verdere onderhandelingen gevoerd om de adviezen zoveel mogelijk mee te nemen in de definitieve JLoI.

De staat is gedurende dit gehele proces bijgestaan door verschillende adviseurs om advies te geven over de juridische, financiële en technische aspecten van het project. Ook zijn de plannen van TSN doorontwikkeld en verder geoptimaliseerd.

De staat heeft sinds de zomer van 2024 meerdere gesprekken gevoerd met de Europese Commissie (de “EC”) gedurende het zogenaamde pre-notificatietraject. Deze gesprekken zien op de voorwaarden waaronder de Nederlandse staat rechtmatig staatssteun mag verlenen. Het staatssteunkader dat van toepassing is op eventuele staatssteun aan TSN is het CEEAG (“Guidelines on State aid for Climate, Environmental Protection and Energy”). In het CEEAG staan specifieke voorwaarden waaraan de beoogde aanvraag voor de steunmaatregel dient te voldoen om in aanmerking te komen voor goedkeuring van de EC. Het is ook voor goedkeuring van de EC van belang om te toetsen dat de Nederlandse staat alleen maatregelen steunt die verder gaan dan Unienormen, alleen steun verstrekt die geschikt en proportioneel is en geen steun verleent aan een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert.

De Kamer is de afgelopen periode (vertrouwelijk) geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen. De informatie die met deze brief openbaar wordt gemaakt, wordt niet langer aangemerkt als vertrouwelijk en/of koersgevoelig.7

Afgedane moties

Met het tekenen van deze JLoI is ook een aantal moties afgedaan:

  • In de JLoI is een artikel opgenomen om bij het maken van een maatwerkafspraak ook de details van een kolenverbod te bespreken. Hiermee zijn de motie-Rooderkerk en de motie-Boucke afgedaan.8

  • Het uitgangspunt van de JLoI is het scenario 3 uit het rapport van Wijers en Blom. Hiermee is de motie-Erkens afgedaan.9

  • In de JLoI is de intentie opgenomen om de verduurzaming te realiseren vanaf 2030, waarbij het de intentie is dat een deel van de bovenwettelijke milieumaatregelen eerder gerealiseerd worden. Dit is de invulling van motie-Thijssen en de motie-Hagen.10

  • Ten behoeve van de JLoI heeft TSN alle gegevens aangeleverd die nodig waren ten behoeve van de JLoI-onderhandelingen. Hiermee is de motie-Eerdmans afgedaan.11

  • De adviezen van de Expertgroep Gezondheid IJmond zijn waar mogelijk en toepasselijk overgenomen in de JLoI en het advies is naar de Kamer verzonden. Daarmee is de motie-Thijssen afgedaan en invulling gegeven aan een toezegging.12

  • In de JLoI zijn specifieke en concrete beoogde doelen opgenomen ten aanzien van het verminderen van schadelijke emissies door TSN. Ook is opgenomen dat in de definitieve maatwerkafspraak een adequaat monitoringsysteem zal worden opgenomen. Hiermee worden de motie-Van Dijk en de motie-Hagen afgedaan.13

  • Er is een bijdrage gegeven van ca. € 19 miljoen aan de provincie Noord-Holland voor de uitbreiding van de capaciteit bij de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.14 Daarnaast is in de JLoI ingezet op het vormgeven van monitoring van de afspraken inclusief handhaving hiervan. Hiermee zijn de motie-Zeedijk en de motie-Kostić afgedaan.15

  1. Advies AMVI & Expertgroep

Op 17 september 2025 hebben de AMVI en de Expertgroep een gezamenlijk advies uitgebracht over de voorgelegde concept-JLoI.16 Het kabinet is de AMVI en de Expertgroep zeer erkentelijk voor dit gezamenlijke advies, ook vanwege de uitdagingen als gevolg van de vereiste geheimhouding en de korte periode die beschikbaar was voor advisering. Bovendien bevatten de adviezen goede en nuttige handvatten om de te maken afspraken te versterken. De adviezen zijn daarom al zo veel mogelijk overgenomen in de definitieve JLoI en het uitgangspunt is om dat ook in de definitieve maatwerkafspraak te doen.

De AMVI en de Expertgroep concluderen dat de Groenstaalplannen zonder maatwerkafspraken niet geïmplementeerd worden. Volgens hen zou dit betekenen dat er geen vooruitgang in de gezondheid van de omwonenden is, de klimaatdoelstellingen van Nederland niet bereikt worden en de kans op strategische importafhankelijkheid voor Europa groter wordt. De AMVI en de Expertgroep trekken ook de conclusie dat een aantal punten onvoldoende waren vastgelegd in de concept-JLoI. De AMVI en de Expertgroep geven, op hoofdlijnen, de volgende adviezen:

  1. Creëer garanties ten aanzien van gezondheid en leefomgeving.

  2. Borg een adequate rol voor TSL en dek financiële risico’s voor de Rijksoverheid af in de definitieve JLoI en maatwerkafspraken.

  3. Bied meer zekerheid over het voorkomen van een subsidiefuik en het risico dat fase 2 niet wordt uitgevoerd.

  4. Spreek duidelijke en haalbare tijdpaden af.

  5. Bied een integrale verantwoording van de gemaakte keuzes en afwegingen aan de politiek en de maatschappij.

Op basis van het advies is een aantal aanpassingen in de definitieve JLoI doorgevoerd. Zo is er naar aanleiding van het advies extra inzet op ultrafijnstof afgesproken en zijn er in artikel 3.2 nieuwe stoffen toegevoegd aan de scope van de JLoI, waaronder fijnstof (PM2,5), stikstofdioxide (NO2, naast de algemene doelstelling voor stikstofoxiden (NOx)), chroom-6, nikkel, arseen en cadmium. Ook zijn er naar aanleiding van het advies extra inspanningen geformuleerd voor het meten en monitoren van geur en geluid, waarbij de resultaten openbaar beschikbaar moeten komen. Er zijn ook enkele onderdelen uit het advies, zoals de reductiedoelstellingen voor een aantal stoffen, die niet met dit pakket aan maatregelen kunnen worden behaald. Dat vraagt meer maatregelen, meer middelen en meer tijd. Wel zijn in de definitieve JLoI afspraken toegevoegd over het inzichtelijk maken van emissiereducties op de langere termijn.

In lijn met het advies van de AMVI, is in de JLoI opgenomen dat TSN zal onderzoeken hoe de onafhankelijkheid en transparantie van metingen en monitoring verder kan worden versterkt. Hiervoor is mogelijk een actualisering van het huidige wettelijke kader nodig. Dit is ook een van de onderwerpen die momenteel door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden onderzocht in de Actieagenda Industrie en Omwonenden. Over de uitkomsten wordt u eind dit jaar geïnformeerd.

Ook zijn naar aanleiding van het advies nog strakkere afspraken over de financiën gemaakt in de definitieve JLoI. De staat krijgt meer zekerheden en TSL en TSN zijn verantwoordelijk als de kosten hoger uitvallen. De subsidies zullen in eerste instantie voorlopig zijn en pas later definitief worden vastgesteld. Ook zal het subsidieritme afhankelijk van de voortgang zijn. De bijdrage van de staat is gemaximeerd en in de JLoI is opgenomen dat de verantwoordelijkheid voor fase 2 volledig bij de onderneming ligt. Met de uitwerking van de JLoI richting een maatwerkafspraak, komen we in een volgende fase en worden de tijdpaden concreter en helder afgesproken. Als onderdeel van de publieke consultatie17 wordt een beleidskompas opgesteld waarin op navolgbare wijze de gekozen route en gemaakte keuzes worden onderbouwd.

De AMVI en de Expertgroep geven in het advies aan dat de steun zeer kosteneffectief is. De AMVI heeft berekend dat er een subsidiebedrag van 28 euro per vermeden ton CO2 is (indien bij gelijkblijvende productiecapaciteit wordt gerekend is deze enkele euro’s hoger). De AMVI stelt dat dit in vergelijking met andere JLoI’s een laag bedrag is.18 Ook als de steun vergeleken wordt met steunmaatregelen voor andere staalbedrijven in Europa gaat het om kosteneffectieve steun. In het advies staat dat het toegezegde ondersteunings-percentage19 in Duitsland 43-67% is, in Frankrijk 50%, in België 25% en in het Verenigd Koninkrijk en Nederland 40%. Bij elkaar bedraagt de in de omringende landen verstrekte subsidie ruwweg 53% van het ondersteunde investeringsbedrag. TSN vraagt minder subsidie dan dit gemiddelde en treft daarnaast specifieke maatregelen met betrekking tot gezondheid en milieu. In de andere landen worden daarvoor geen specifieke maatregelen getroffen. De AMVI concludeert op basis van bovenstaande dat de subsidie doelmatig wordt besteed.

Het advies onderstreept daarnaast wat belangrijke aandachtspunten zijn richting het sluiten van een bindende maatwerkafspraak met Tata Steel. Zo stelt het advies bijvoorbeeld dat er duidelijkheid moet komen over de status en toepasbaarheid van de staalslakken die vrijkomen bij het maken van (groen) staal. Daarnaast zien wij net als de AMVI en de Expertgroep de noodzaak voor een meer proactieve houding van het bedrijf in plaats van een defensieve, reactieve houding op het gebied van milieu. Ook ontbreekt het nog aan absolute garanties voor gezondheidswinst, mede doordat het in deze fase nog om inspanningsverplichtingen gaat en het controle- en boetesysteem voor de uiteindelijke resultaatverplichtingen ten aanzien van de emissiereductiedoelen nog moet worden uitgewerkt in de maatwerkafspraak. Al deze punten zullen de vereiste aandacht krijgen in de onderhandelingen over de maatwerkafspraak. Datzelfde geldt voor punten die de Kamer, in moties en anderszins, heeft meegegeven voor de definitieve, bindende afspraak.

  1. Toelichting op de JLoI

De JLoI is een stap in het proces om te komen tot bindende maatwerkafspraken. In de JLoI staan inspanningsverplichtingen opgenomen voor de staat, TSN, TSL en de Provincie Noord-Holland. Deze inspanningsverplichtingen zien erop om tot definitieve maatwerkafspraken te komen. Daarnaast staan in de JLoI ook een groot aantal beoogde doelen, afspraken en verplichtingen die in de maatwerkafspraak opgenomen moeten worden. Hiermee zijn de contouren van de toekomstige maatwerkafspraak naar de huidige inzichten vastgelegd.

In deze paragraaf staat een toelichting op verschillende onderwerpen die in de JLoI aan de orde komen en, waar relevant, de daarbij behorende adviezen. De onderwerpen worden in de volgende volgorde behandeld:

  1. De beoogde doelen

    1. Gezondheid

    2. CO2-reductie

  2. De voorgestelde projecten om de doelen te bereiken

  3. Advies over technische haalbaarheid

  4. Het financiële kader

  1. De beoogde doelen

De beoogde maatwerkafspraak met Tata Steel ziet op het terugdringen van de impact op (i) de gezondheid van omwonenden en (ii) het klimaat. De beoogde doelen worden uiteindelijk als resultaatverplichtingen in een subsidiebeschikking vastgesteld. Er komt een maatwerkafspraak met TSN waarbij zowel het verbeteren van de gezondheid als het reduceren van CO2 bereikt moet worden door TSN.

  1. Gezondheid

De JLoI bevat, in lijn met eerdere toezeggingen en adviezen, een paragraaf met beoogde doelstellingen op het gebied van gezondheid. Daarbij wordt gefocust op aanzienlijke reducties van stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2), fijnstof (PM10 en PM2,5), een reeks zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en piekbelasting (geur en geluid). De beoogde doelen voor NOx, SO2, PM10, PM2,5 en ZZS’en worden in de JLoI geformuleerd in maximale jaarlijkse emissies. De milieu- en gezondheidswinst is zowel het gevolg van het realiseren van het verduurzamingstraject waarbij oude installaties worden uitgeschakeld, als van de aanvullende milieumaatregelen die onder andere in fijnstofreductie resulteren.

De JLoI legt de focus op díe stoffen die genoemd worden in het tweede advies van de Expertgroep en het gezamenlijke advies van de AMVI en de Expertgroep. Door maximale jaarlijkse emissies van bepaalde direct door TSN uitgestoten stoffen af te dwingen, wordt de beoogde milieu- en gezondheidswinst op een goede manier meetbaar en is het bedrijf daarop af te rekenen. De emissiereductie resulteert in een verbetering van de leefomgeving, wat vervolgens leidt tot gezondheidsverbetering van omwonenden. Dit sluit aan op het basisconcept uit de eerdergenoemde studie van het RIVM uit 2023. De gezondheidseffectrapportage (GER), een instrument dat de Expertgroep heeft aangedragen in haar eerste advies, moet inzichtelijk maken hoe groot dit verwachte effect precies is.

In de JLoI zijn ook doelen gesteld om nieuwe methoden voor het verwerken van staalslakken te onderzoeken en te implementeren en om meer schroot in te zetten. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het monitoren en verminderen van piekbelasting (geluid en geur) en ultrafijnstof en over het inzichtelijk maken van emissiereducties op de langere termijn. Al deze gezondheidsdoelstellingen zijn op dit moment niet wettelijk afdwingbaar via het reguliere spoor voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, blijkt uit advies van de Landsadvocaat bijlage 3. Met een op deze JLoI gebaseerde maatwerkafspraak worden die reducties toch op korte termijn bereikt en worden de effecten van de staalproductie op de leefomgeving in belangrijke mate gereduceerd.

  1. CO2-reductie

De beoogde CO2-reductie zal gefaseerd plaatsvinden. Met de nieuwe installatie stapt TSN eerst over van kolen op aardgas. Dit levert een reductie op van 5,4 Mton. TSN zal ook CO2 afvangen en opslaan (CCS). Dit levert een verdere reductie op van 0,6 Mton. Vervolgens zal TSN aardgas vervangen door biomethaan en/of waterstof. Dit levert een reductie op van 1,2 Mton in de operationele fase t/m 2037. Dit betekent uiteindelijk een totale CO2-reductie van 7,2 Mton per jaar. Dit staat gelijk aan een reductie van ca. 57% t.o.v. de maximale uitstoot van 12,6 Mton per jaar. In de JLoI staat opgenomen dat partijen streven naar een maximale CO2-reductie, maar de plannen moeten nog verder uitgewerkt worden en daarom wordt een onzekerheidsmarge van 0,6 Mton aangehouden. In de uitwerking van de plannen in de maatwerkafspraak worden de exacte reductiedoelen opgeschreven. Het uiteindelijke doel is dat TSN naar netto nul gaat. Dit moet zo snel mogelijk, maar uiterlijk in 2045.

Afbeelding met tekst, schermopname, nummer, Perceel Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.

  1. De voorgestelde projecten om de doelen te bereiken op hoofdlijnen

  • Eerste fase “Groen Staal-plan”:

    • De bouw van een installatie voor direct-gereduceerd ijzer en elektrische boogoven (DRP-EAF) ter vervanging van kooks- en gasfabriek 2 (KGF2) en Hoogoven 7 (HO7);

    • De aanleg van infrastructuur voor CO2-afvang en -opslag (CCS);

    • De vervanging van aardgas door biomethaan en/of waterstof;

  • Aanvullende milieu- en gezondheidsmaatregelen:

    • De bouw van overkappingen en windschermen voor de grondstoffenopslag;

    • Aanpassingen in de verwerking en opslag van staalslakken;

    • Diverse maatregelen om geluidsoverlast terug te dringen.

  1. Advies over technische haalbaarheid en behalen emissiedoelen

Het kabinet heeft een technisch adviseur gevraagd om te verifiëren of de voorgestelde projecten voldoende zijn om de doelen te kunnen behalen. Dit ziet op het bepalen van de emissiereducties (inclusief hinder), de technische uitwerking en haalbaarheid van de projecten en de inschatting van de bijbehorende kosten. Het advies hierover is bijgevoegd als bijlage 4. In het kort concludeert de technisch adviseur dat TSN een aanpak heeft gevolgd die in lijn is met industrie-standaarden en verwachtingen. Hoe verder uitgewerkt een project is, hoe kleiner de onzekerheden ten aanzien van het behalen van de emissiereducties en de kosten zijn. Het DRP-EAF project is het verst uitgewerkt, met daardoor minder onzekerheden in emissies, haalbaarheid en kosten. Het plan voor de verwerking van het slak kent de grootste onzekerheid, aangezien dit project zich nog in een vroeg stadium van ontwikkeling bevindt.

  1. Het financiële kader

De totale investeringskosten voor de projecten gezamenlijk (gezondheidsmaatregelen en CO2-reductie) bedragen tussen 4 - 6,5 miljard euro. TSL en TSN zijn verantwoordelijk voor een bijdrage van 2,3 - 4,0 miljard euro. Een deel hiervan zal externe financiering zijn en door TSL en TSN geregeld moeten worden. TSN heeft ook een aanvraag bij het Europese Innovatiefonds ingediend voor het DRP-EAF-project.

Voor de bouw van de DRP-EAF zal de staat een subsidie van maximaal 1,2 miljard euro verstrekken. Daarnaast verstrekt de Staat een lening van maximaal 200 miljoen euro. Deze lening wordt omgezet in een subsidie als aardgas door biomethaan en/of waterstof wordt vervangen. Voor de gezondheidsmaatregelen verstrekt de staat een subsidie van maximaal 600 miljoen euro.

De investering van TSL en TSN en de bijdrage van de staat zijn proportioneel. De bijdrage van de staat is gemaximeerd op 2 miljard euro, ongeacht waar het bedrag in de bovengenoemde bandbreedte op uitkomt. TSL en TSN dragen het risico als de kosten hoger worden dan voorzien.

  1. Vooruitblik – hoe gaan we verder

Het ondertekenen van de JLoI is een belangrijke mijlpaal richting het sluiten van een bindende maatwerkafspraak, met in potentie veel gezondheidsverbetering en significante CO2-reductie als eindresultaat. Tegelijkertijd zijn er nog de nodige stappen te zetten om bij dat resultaat te komen. Ook zijn er nog belangrijke randvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn om de volgende stap te kunnen zetten. Deze zijn vastgelegd in de JLoI.

Tevens laat het kabinet, naar aanleiding van de adviezen van de Expertgroep, een GER opstellen om de impact van de beoogde projecten op de gezondheid van omwonenden in kaart te brengen. De GER is een nieuw instrument, dat zal laten zien wat de geschatte gezondheidseffecten van de maatwerkafspraak met TSN zullen zijn. De GER zal geen oordeel bevatten over de vraag of dit voldoende of onvoldoende is om de gezondheid van werknemers en omwonenden te borgen. Dat is uiteindelijk een politieke afweging die het kabinet en de Kamer zelf zullen moeten maken, op het moment dat de uitkomsten beschikbaar zijn. Tussentijdse inzichten die worden opgedaan bij de uitvoering van de GER-TSN zullen zoveel mogelijk worden betrokken bij de onderhandelingen over de maatwerkafspraak. Zoals dit voorjaar aan de Kamer gemeld20 zal, op basis van de ervaringen met de GER voor TSN, ook worden verkend of een GER als generiek instrument voldoende effectief en werkbaar is. Op basis daarvan kan worden gekeken of het onderdeel zou moeten worden van het VTH-stelsel. Hierover wordt u eind dit jaar nader geïnformeerd in de brief over de resultaten van de Actieagenda Industrie en Omwonenden.

Op grond van het relevante Europese staatssteunkader (CEEAG) is een publieke consultatie vereist. De publieke internetconsultatie zal binnenkort starten en zes weken openstaan.21 Na het afronden van de publieke consultatie kan, naar verwachting, het formele proces van notificatie bij de EC gestart worden. De internetconsultatie ziet ook op de milieu- en gezondheidsmaatregelen. Daarmee wordt dus tegelijkertijd voldaan aan de verplichtingen in het Verdrag van Aarhus, dat stelt dat bij dergelijke maatregelen inspraak moet kunnen worden gegeven. De reacties op de consultatie worden meegenomen bij het vormgeven van de uiteindelijke maatwerkafspraak. Er zal op korte termijn ook een informatieavond in de IJmondregio worden georganiseerd om de JLoI nader toe te lichten aan de omwonenden.

De partijen hebben de intentie uitgesproken om binnen een jaar tot een bindende maatwerkafspraak te komen. Hiervoor moet nog veel uitgewerkt worden.

TSN/TSL hebben meer zekerheid nodig over de ontwikkeling van de nationale CO2-heffing en de netwerktarieven. Er zijn op dit moment geen middelen op de Rijksbegroting gereserveerd buiten het genoemde bedrag. Er is geen budgettaire ruimte om de maatwerksubsidie te verhogen ter compensatie voor de nettarieven of een hogere CO2-heffing. Ook zijn er op dit moment geen middelen om de nettarieven generiek te verlagen.

De staat en de provincie willen onder andere vooruitgang zien op het plan om de cultuur en bedrijfsvoering verder te versterken met betrekking tot de milieu- en gezondheidsaspecten. Binnen de kaders van de JLoI gaan het kabinet, het bedrijf en de provincie met deze aandachtspunten aan de slag, met als inzet om zo snel mogelijk tot een bindende maatwerkafspraak te komen.


Tot slot

Voor de zomer spraken we in de IJmond met omwonden, werknemers en ondernemers over hun zorgen en wensen rondom Tata Steel. Met het ondertekenen van de JLoI kunnen we hen meer duidelijkheid bieden over de toekomst van het bedrijf. Die toekomst is schoner, groener en meer circulair. Met de maatwerkafspraak kan uiteindelijk bindend worden vastgelegd dat de impact op de gezondheid van omwonenden significant verbetert en dat we minimaal 5% van de nationale CO2-uitstoot reduceren. Daarmee geeft de uiteindelijke afspraak, Tata Steel ook de basis om een succesvolle producent van groen staal te worden. De Kamer blijft (vertrouwelijk) geïnformeerd worden over de voortgang.

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei

A.A. (Thierry) Aartsen

Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat - Openbaar Vervoer en Milieu


  1. Kamerstuk 32813, nr. 1082↩︎

  2. https://www.rivm.nl/publicaties/bijdrage-van-tata-steel-nederland-aan-gezondheidsrisicos-van-omwonenden-en-kwaliteit↩︎

  3. Hoe Tata Steel Nederland te verduurzamen | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  4. Gezondheid geborgd | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. Kamerstuk 32813 nr. 1369↩︎

  6. Kamerstukken 29826 nr. 209↩︎

  7. Koersgevoelig in de zin van voorwetenschap zoals benoemd in van artikel 14 van de Europese Verordening Marktmisbruik.↩︎

  8. Kamerstukken 28089, nr. 310 en 29826, nr. 183↩︎

  9. Kamerstuk 28089, nr. 313↩︎

  10. Kamerstukken 36410-XIII, nr. 52 en 30175, nr. 422↩︎

  11. Kamerstuk 28089, nr. 316↩︎

  12. Kamerstuk 28089, nr. 307 en toezegging TZ202503-046↩︎

  13. Kamerstukken 28089, nr. 288 en 28089, nr. 315↩︎

  14. Kamerstuk 36800-XIII, nr. 2↩︎

  15. Kamerstukken 28089, nr. 315 en 29826, nr. 256↩︎

  16. Beoordeling van alternatieven valt buiten het mandaat van de adviescommissie, zie voor het instellingsbesluit: Staatscourant 2023, 5816 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎

  17. Zie paragraaf 5 van deze brief voor verdere informatie over de publieke consultatie.↩︎

  18. Zie advies AMVI en Expertgroep, pagina 23.↩︎

  19. Het maximum van de specifieke subsidie afgezet tegen de investering bij het oorspronkelijke project.↩︎

  20. Kamerstuk 28089, nr. 334↩︎

  21. Vanaf moment van opstellen zal de consultatie openstaan via: https://www.internetconsultatie.nl/jloi_tata_steel↩︎