Tweeminutendebat Verzameldebat BES (CD 4/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D42679, datum: 2025-09-30, bijgewerkt: 2025-10-01 09:43, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-09-30 16:30: Tweeminutendebat Verzameldebat BES (CD 4/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verzameldebat BES
Verzameldebat BES
Aan de orde is het tweeminutendebat Verzameldebat BES (CD d.d.
04/09).
De voorzitter:
Ik heropen. Aan de orde is het tweeminutendebat Verzameldebat BES. Wij
hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer. Een hartelijk woord van
welkom aan de staatssecretaris Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Vandaag geldt het herfstregime, oftewel: geen
interrupties. Een enkele vraag kan gesteld worden, één verduidelijkende
vraag per motie, en dan alleen door de indiener van de motie. We zitten
mudjevol deze week, dus het herfstregime geldt. Mevrouw Bruyning is de
eerste spreker. Het woord is aan haar.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Genoeg is genoeg. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er al geruime tijd grote zorgen bij omwonenden zijn
over de situatie van de vuilstort Lagun op Bonaire en dat de Inspectie
Leefomgeving en Transport vorig jaar tot de conclusie kwam dat de
situatie zorgwekkend en urgent is;
constaterende dat er regelmatig branden zijn, er giftige en schadelijke
stoffen aangetroffen worden in lucht, bodem en zee en de vuilstort
daarmee de leefomgeving op Bonaire ernstig aantast;
overwegende dat de Nationale ombudsman stelt dat de situatie inmiddels
onhoudbaar is en het niet kan en mag dat wat in Europees Nederland
ondenkbaar is, in Caribisch Nederland gangbaar is;
verzoekt de regering in overleg met het eilandsbestuur over te gaan tot
zo spoedig mogelijke sluiting van de vuilstort bij Lagun en in lijn met
het advies van de Ombudsman te komen tot een hersteloperatie, en de
Kamer maandelijks over de voortgang te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning en White.
Zij krijgt nr. 9 (36800-IV).
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer White van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het belangrijke principe van "comply or explain"
vooral bij nieuwe wetgeving ten aanzien van de BES-eilanden wordt
betrokken en dat bij bestaande wetgeving dit slechts stapsgewijs wordt
aangepast;
constaterende dat "explain" regelmatig slechts summier wordt
gemotiveerd, zonder helder tijdpad of criteria, waardoor modernisering
van wet- en regelgeving onnodig vertraging oploopt;
overwegende dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli)
stelt dat met name in het fysieke domein het "comply or
explain"-principe tekortschiet;
verzoekt de regering om samen met de eilandbesturen tot een verbetering
van de toepassing van het "comply or explain"-principe te komen, en de
Kamer over deze verbeteringen voor de zomer van 2026 te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden White, Ceder en Bamenga.
Zij krijgt nr. 10 (36800-IV).
De heer Vermeer, BBB. Nee, de heer White is nog niet klaar; excuses. U had er twee. Gaat uw gang.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik had er twee.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de BES- en CAS-eilanden te maken hebben met een
zogenoemde braindrain van jongeren die in Europees Nederland gaan
studeren en voor wie het daarna vaak onaantrekkelijk is om terug te
verhuizen naar een van de eilanden;
overwegende dat het zowel voor de eilanden als voor de jongeren zelf
verstandig is om na hun studie een baan te zoeken op de eilanden, maar
dat dit mede als gevolg van de hoogte van studieschulden in relatie tot
het salarisniveau vaak niet aantrekkelijk is;
verzoekt de regering om in overleg met de eilanden in het Caribische
deel van het Koninkrijk te onderzoeken of het mogelijk is om een deel
van de studieschuld kwijt te schelden wanneer mensen na het afronden van
hun studie voor een minimale periode zich vestigen op een van de
eilanden, en de Kamer hierover uiterlijk voor 1 maart 2026 te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid White.
Zij krijgt nr. 11 (36800-IV).
Dank u wel. Bent u klaar?
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Yes!
De voorzitter:
De heer Vermeer, BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli)
en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) grote knelpunten signaleren
in de infrastructuur van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;
constaterende dat de eilanden met te veel opgaven tegelijk te maken
hebben, dat de problemen door bevolkingsgroei zullen toenemen en dat de
uitvoeringskracht beperkt is;
constaterende dat er onvoldoende structurele middelen beschikbaar zijn
voor onderhoud, vervanging en investeringen;
verzoekt de regering een meerjarig programma op te zetten om samen met
de eilanden de achterstanden en verbeteringen in de leefomgeving aan te
pakken;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe opvolging kan worden gegeven aan
de adviezen van de Rli en ROB over een investeringsfaciliteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 12 (36800-IV).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de situatie rond de afvalverwerking bij Selibon nog
steeds zorgwekkend is;
overwegende dat er inmiddels technieken bestaan, zoals ontwikkeld door
Blue Systems, waarmee niet-recyclebaar afval lokaal kan worden omgezet
in groen synthetisch gas en andere nuttige producten;
verzoekt de regering te onderzoeken of dergelijke technieken op korte
termijn kunnen bijdragen aan een structurele oplossing voor de
afvalproblematiek op de BES-eilanden, en de Kamer hierover te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 13 (36800-IV).
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Ik moet nu snel naar een IenW-debat, dus ik zal de
beantwoording vol vertrouwen tegemoetzien. Als ik geen "oordeel Kamer"
krijg, vertrouw ik erop dat mijn collega's dat alsnog proberen voor
elkaar te krijgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ja, alleen geldt er herfstregime, dus die interrupties sta ik niet eens
toe.
De heer Vermeer (BBB):
Dat is wel heel sneu.
De voorzitter:
Het leven is hard.
De heer Vermeer (BBB):
Is dat nu al ingegaan?
De voorzitter:
Ja, dat is nu al ingegaan.
De heer Vermeer (BBB):
Oké. Tja, het is herfst.
Dank u.
De voorzitter:
Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Haasen, van de fractie van
de PVV, die na zijn heupoperatie weer loopt als een kievit, met een
zekere ondersteuning.
De heer Van Haasen (PVV):
Bedankt, voorzitter, voor deze introductie. Het zal frappant zijn, maar
mijn chirurg heette Kievit.
De voorzitter:
Het is ook een kleine wereld.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik heb geen motie, maar ik heb wel een aanvullende vraag aan de
staatssecretaris, meneer de voorzitter.
We zien nu op Bonaire dat de portefeuilles binnen het bestuurscollege
worden verschoven alsof het om een stoelendans gaat. Terwijl de
afvalcrisis bij Selibon acuut is, wordt er tijd verspeeld aan politieke
spelletjes. De ene gedeputeerde schuift het probleem door en de andere
vraagt waarschijnlijk om inwerktijd, maar ondertussen verzuipt de
bevolking letterlijk in de rotzooi. Mijn vraag aan de staatssecretaris
is daarom heel concreet. Ziet hij in dat deze bestuurlijke wisseling kan
leiden tot nog meer vertraging, nog minder verantwoordelijkheid en nog
meer onzekerheid bij Selibon? Wat gaat hij doen om dit te
voorkomen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Ceder van de
ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. We zijn hier om moties in te dienen naar aanleiding van het
debat over de BES. Ik heb tijdens dat debat twee punten
aangekaart.
Allereerst ging het over de situatie op Selibon. Die is onhoudbaar. Ook
de Nationale ombudsman heeft zich uitgesproken. Er moet wat veranderen,
en snel. Om die reden ben ik mede-indiener van de motie die mevrouw
Bruyning heeft ingediend. Ik reken op een brede Kamermeerderheid, want
wat op Selibon op Bonaire gebeurt, is onhoudbaar en onbestaanbaar. Daar
moet echt ingegrepen worden.
Voorzitter. Ik heb het ook gehad over de situatie en de escalatie tussen
Venezuela en Amerika. Aan de grens van ons koninkrijk dreigt oorlog of
in ieder geval escalatie. We weten dat daar nu te weinig mankracht is om
een geloofwaardige verdediging in stand te houden, laat staan voldoende
afschrikking. Dat moet veranderen. Ook op grond van het Statuut zijn we
verplicht om de landen en de bijzondere gemeenten veilig te houden. De
angst daar neemt toe. Nederland levert niet en geeft te weinig
informatie. Dat moet anders. Ik roep het kabinet op om duidelijkheid te
geven. Elke dag neemt de escalatie toe. Het is gewoon onze
verantwoordelijkheid. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de situatie tussen Venezuela en de Verenigde Staten
verder escaleert;
overwegende dat de Aruba, Curaçao en Bonaire grenzen aan Venezuela en de
toenemende spanningen vragen om regie vanuit Nederland;
overwegende dat de onrust steeds meer aan het toenemen is op de
eilanden, mede vanwege het gebrek aan informatievoorziening;
verzoekt de regering de informatievoorziening over internationale
dreigingen en de bescherming daartegen richting de regeringen en
besturen in het Caribische deel van het Koninkrijk te verbeteren;
verzoekt de regering de defensiecapaciteit van het Caribische deel van
het Koninkrijk te versterken, bijvoorbeeld door middel van inzet van
drones,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder, White, Bamenga en
Bruyning.
Zij krijgt nr. 14 (36800-IV).
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Bamenga van
D66.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op Bonaire vorig jaar bijna 1.300 meldingen
binnenkwamen bij de Huurcommissie;
constaterende dat Saba en Statia nog steeds geen huurcommissie
hebben;
overwegende dat huurders op deze eilanden hierdoor onvoldoende
bescherming en rechtsbescherming hebben;
verzoekt de regering om per direct een huurcommissie in te stellen voor
Saba en Statia, zodat huurconflicten adequaat kunnen worden behandeld en
de rechten van huurders worden gewaarborgd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bamenga, Ceder en White.
Zij krijgt nr. 15 (36800-IV).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel lage-inkomenshuishoudens op de BES-eilanden
onvoldoende profiteren van de verhuurderssubsidie;
constaterende dat de huidige regeling alleen werkt wanneer verhuurders
meewerken, wat lang niet altijd gebeurt;
constaterende dat hierdoor de financiële druk en bestaanszekerheid van
huurders in gevaar komen;
verzoekt de regering om te zorgen dat de steun uit de
verhuurderssubsidie altijd direct bij huurders terechtkomt, ook wanneer
verhuurders niet meewerken, bijvoorbeeld door wettelijke verplichtingen
of alternatieve routes,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bamenga, Ceder, Bruyning en
White.
Zij krijgt nr. 16 (36800-IV).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het recht op huisvesting voor veel inwoners van
Bonaire, Saba en Statia nog steeds niet gegarandeerd is;
constaterende dat de huidige pilot van de Bijdrage Particuliere Verhuur
op Bonaire tijdelijk is en onduidelijkheid biedt over de toekomst;
overwegende dat inwoners van Saba en Statia momenteel geen toegang
hebben tot deze regeling;
verzoekt de regering om de pilot van de Bijdrage Particuliere Verhuur op
Bonaire structureel te maken en tegelijkertijd uit te breiden naar Saba
en Statia, zodat alle inwoners van de BES-eilanden gelijke toegang tot
betaalbare woningen krijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bamenga, Ceder en White.
Zij krijgt nr. 17 (36800-IV).
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de
staatssecretaris. Mocht hij eerder klaar zijn, dan staan we te zijner
beschikking.
De vergadering wordt van 17.08 uur tot 17.13 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris. Geen interrupties, hooguit een
verduidelijkende vraag, te stellen door de eerste indiener van de motie.
Maar verder niet.
Nou was u zo snel, maar nu heeft u de papieren door elkaar gegooid,
staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik heb gelopen als een kievit.
De voorzitter:
Heerlijk!
Staatssecretaris Van Marum:
Dat kan ik natuurlijk wel zeggen vanuit mijn vorige rol.
Dank u wel, voorzitter. De situatie bij Selibon heeft grote impact op
het welzijn van burgers. Ik heb ook de rapportage van de Ombudsman
gelezen. Hierdoor wordt dit beeld bevestigd. We moeten tot een duurzame
oplossing komen. Dit vormde ook de reden voor de waarnemend
Rijksvertegenwoordiger om in te grijpen in het interbestuurlijk
toezicht. Dit heeft onder meer geleid tot een verbeterplan. De eerste
stappen zijn gezet. Zo zijn in samenwerking met de afvalverwerking van
Nederland de ondergrondse branden geblust. De waarnemend
Rijksvertegenwoordiger houdt nu toezicht op de uitvoering van het
verbeterplan. We verwachten 11 oktober de eerste voortgangsrapportage
van het bestuurscollege van Bonaire. Vorige week heeft de ILT een
inspectie uitgevoerd. Het rapport met de uitkomsten hiervan wordt medio
oktober verwacht. De Rijksvertegenwoordiger weegt op basis daarvan af of
verdere stappen nodig zijn in het kader van het bestuurlijk
toezicht.
Maar er is meer nodig om tot duurzame oplossingen te komen. Ook uw Kamer
heeft zich hierover uitgesproken. Het gaat erom dat we in ieder geval
met kennis en kunde het openbaar lichaam ondersteunen om ieder vanuit de
eigen rol en verantwoordelijkheid stappen te zetten. Er ligt onder
andere een motie om tot een gezamenlijke taskforce te komen en om kennis
en expertise te delen. We werken nu aan de uitvoering hiervan en
informeren u hierover bij de toegezegde voortgangsrapportage van het
Rijk. Deze versturen we dit najaar naar uw Kamer.
De voorzitter:
Dan de moties, denk ik.
Staatssecretaris Van Marum:
Ja, maar eerst nog een vraag, van de heer Van Haasen, over de
verschuiving van de portefeuilles. Bestuurswisselingen mogen niet leiden
tot een vertraging bij Selibon. Volgende week, tijdens mijn bezoek, zal
ik daar uitdrukkelijk aandacht voor vragen.
De voorzitter:
Dan de moties.
Staatssecretaris Van Marum:
De motie op stuk nr. 9 kan ik ontijdig verklaren. Sluiting is op korte
termijn geen oplossing en niet uitvoerbaar. Je kunt ongesorteerd afval
niet elders kwijt. Een hersteloperatie is nodig. Daar wordt nu ook aan
gewerkt in het kader van het bestuurlijk toezicht. Daarom geef ik de
appreciatie "ontijdig".
De voorzitter:
Mevrouw Bruyning heeft ter verduidelijking nog een vraag over deze
motie.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ja, want ik snap het niet. Er moet nu iets gebeuren. De staatssecretaris
geeft aan dat de Rijksvertegenwoordiger heeft ingegrepen, maar
tegelijkertijd lezen we dat het bestuurscollege geen geld heeft gegeven
en dat Selibon bijna failliet is. Er moet nu iets gebeuren. Het welzijn
en de gezondheid van deze mensen zijn in gevaar. Ik snap dus niet waarom
de staatssecretaris "ontijdig" geeft.
Staatssecretaris Van Marum:
Laat ik gewoon helder zijn: het is mij heel erg bekend dat daar een
probleem is. Wij hebben daarvoor in de volgordelijkheid een aantal zaken
in gang gezet. De Rijksvertegenwoordiger heeft een aantal stappen gezet,
waarbij hij terugkoppelt. We zijn zo'n beetje bij de een-na-laatste
stap. Tijdens mijn bezoek aan de eilanden zal ik het er ook nadrukkelijk
over hebben.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 10.
Staatssecretaris Van Marum:
Die wil ik oordeel Kamer geven. Momenteel werkt mijn ministerie …
De voorzitter:
Prima, dan weten we genoeg.
De motie op stuk nr. 11.
Staatssecretaris Van Marum:
Nee, ik wil het nog even nabespreken. Momenteel werkt mijn ministerie in
afstemming met andere departementen aan een kabinetsreactie, onder
andere op het Rli-advies. Ik zal het punt over het "comply or
explain"-principe meenemen in deze kabinetsreactie. Vandaar dat ik 'm
oordeel Kamer geef.
De motie op stuk nr. 11 geef ik oordeel Kamer. Het tegengaan van
kennisverlies is belangrijk. Ik ga hierover graag met de eilanden in
gesprek. Ik interpreteer het echter wel breder. Studieschulden zijn wat
mij betreft een van de zaken waar je naar kunt kijken, maar er zijn meer
zaken waar je wat mee kunt doen.
De motie op stuk nr. 12 is overbodig. Er zitten twee dictums in:
"verzoekt de regering een meerjarig programma op te zetten om samen met
de eilanden de achterstanden en verbeteringen in de leefomgeving aan te
pakken" en "verzoekt de regering te onderzoeken hoe opvolging kan worden
gegeven aan de adviezen van de Rli en ROB over een
investeringsfaciliteit". Het eerste dictum is overbodig. Het tweede
dictum is ontijdig.
Een goede fysieke infrastructuur is belangrijk voor de leefbaarheid van
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, voor de weerbaarheid tegen
klimaatverandering en voor de economische ontwikkeling. Een meerjarig
samenwerkingsprogramma met de eilanden, zoals de motie voorstelt, is dan
ook van groot belang. Onlangs zijn we reeds met de eilanden gestart om
te komen tot een gezamenlijke fysieke agenda. Ik zie het dictum als
ondersteuning van dit beleid en geef daarom de appreciatie
overbodig.
Het tweede dictum verzoekt de regering om te onderzoeken hoe opvolging
gegeven kan worden aan de adviezen over een investeringsfaciliteit. Op
korte termijn, in november, volgt een kabinetsreactie over de adviezen.
Daarbij zal ik ook ingaan op de adviezen van ROB en Rli. Daarom geef ik
het tweede dictum de appreciatie ontijdig.
De voorzitter:
Ja, maar u kunt geen appreciatie per dictum geven; dat kan alleen per
motie.
Staatssecretaris Van Marum:
Dat kan, maar dan moet de motie gesplitst worden om beide zaken …
De voorzitter:
Ja, maar de motie wordt niet gesplitst. Maar goed, het is twee keer
"ontijdig" geweest, dus dan is de motie gewoon ontijdig.
Staatssecretaris Van Marum:
Ja.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 13, ook van de heer Vermeer.
Staatssecretaris Van Marum:
Die is ook ontijdig. Na overleg met mijn medebewindspersoon, de
staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, moet ik deze motie
ook als ontijdig appreciëren. De techniek voor de korte termijn is nog
niet ver genoeg en nog niet op grote schaal toegepast. FUREC is ook nog
niet volledig operationeel binnen het afvalbeheer. Hier loopt nog een
onderzoek naar, vandaar "ontijdig".
De motie op stuk nr. 14 van de heer Ceder is ontijdig. Ik ga hier niet
over. De minister van Buitenlandse Zaken komt hierover op korte termijn
met een brief.
De voorzitter:
Buitenlandse Zaken, zei u?
Staatssecretaris Van Marum:
Ja, Buitenlandse Zaken.
De motie op stuk nr. 15 van de heer Bamenga is overbodig. Na overleg met
het ministerie van VRO kan ik u meegeven dat het niet aan het Rijk is om
de Huurcommissie in te stellen, maar aan de bestuurscolleges. Op Saba en
Statia wordt op dit moment samengewerkt met de eilanden om dit te
verwezenlijken. Ik geef hiervoor dus ook de appreciatie overbodig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 16.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik moet even kijken of ik de goede heb.
De voorzitter:
Die gaat over een verhuurderssubsidie en is ondertekend door Bamenga,
Ceder, Bruyning en White.
Staatssecretaris Van Marum:
Die is overbodig, zo blijkt na overleg met het ministerie van VRO.
Verhuurderssubsidie is een instrument voor de socialehuursector. Er is
op elk van de eilanden slechts één verhuurder actief, namelijk de
woonstichting. Ik waardeer dat de woonstichting via het uitvoeren van de
vhs een belangrijke bijdrage levert aan het verlichten van de huurlasten
voor huishoudens met een laag inkomen. Er kan geen sprake zijn van het
feit dat de verhuurderssubsidie niet bij de huurder terechtkomt. Het
maandelijkse bedrag wordt namelijk niet overgemaakt naar de huurder,
maar wordt in mindering gebracht op de betaalde huur. Er komt dus geen
maandelijkse betaling bij de huurder terecht. Daarom geef ik de
appreciatie "overbodig".
De voorzitter:
Dat is de motie op stuk nr. 16. Dan de motie op stuk nr. 17, van de heer
Bamenga.
Staatssecretaris Van Marum:
Die moet ik het oordeel "ontijdig" geven na overleg met het ministerie
van VRO. In de voortgangsrapportage VRO/CN 2024, die mede namens het
bestuurscollege door de minister van VRO aan uw Kamer is gestuurd, is
gemeld dat de BPV voorlopig voortgezet wordt als een tijdelijke regeling
en dat er nog enkele knelpunten verholpen moeten worden. Hier wordt aan
gewerkt. Aan de uitbreiding naar Saba en Sint-Eustatius wordt ook nog
samen met de eilanden concreet gewerkt. Daarom geef ik de appreciatie
"ontijdig".
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemmingen zijn donderdag.