[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op rapport Nuffic inkomende diplomamobiliteit 2024-25

Internationalisering van het onderwijs

Brief regering

Nummer: 2025D43305, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 07:44, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22452 -93 Internationalisering van het onderwijs.

Onderdeel van zaak 2025Z18654:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 2 oktober 2025
Betreft Reactie op rapport Nuffic inkomende diplomamobiliteit 2024-25

Hoger Onderwijs en Studiefinanciering

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon

Onze referentie

53496384

Uw brief

04 juli 2025

Uw referentie

2025D32331

De commissie van OCW heeft mij verzocht om een reactie op het op 22 mei jl. verschenen rapport van Nuffic over inkomende diplomamobiliteit in het hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo). Hierbij stuur ik uw Kamer mijn reactie.

Met interesse heb ik kennis genomen van het jaarlijkse rapport ‘inkomende diplomamobiliteit in het Nederlandse hbo en wo 2024-25’.1 Het rapport bevat gedetailleerde informatie over het aantal nieuwe internationale inschrijvingen, uitgesplitst naar o.a. de landen van herkomst, de gekozen studierichtingen en instellingen. Omdat het rapport terug grijpt op eerdere edities van het onderzoek maakt het een historische vergelijking mogelijk en het herkennen van trends in de bewegingen in studentenaantallen, verschuivingen in herkomst en verschillen in de verdeling tussen hbo en wo. Zo laat het rapport zien dat de eerdere trend van almaar toenemende groei aan internationale studenten gekeerd lijkt. Tevens is er een toename van het aantal internationale studenten dat voor een wo- opleiding kiest binnen de technieksector. Dit is mogelijk het gevolg van de selectievere werving waar universiteiten en hogescholen toe over zijn gegaan in het kader van de zelfregie.

Met de structurele monitoring van Nuffic van de ontwikkeling van internationale studenten in Nederland wordt geïnvesteerd in een solide kennisbasis ten behoeve van beleidsontwikkeling, uitvoering en monitoring. Het Nuffic-onderzoek is één onderdeel van de strategische onderzoeksagenda, die deel uitmaakt van het beleid van het ministerie van OCW rond internationale studentenstromen. In de Kamerbrief van 21 april 20232 beschreef mijn ambtsvoorganger de intentie een kennisbasis te ontwikkelen, de genoemde strategische onderzoeksagenda is hiervan een verdere verdieping.

Belangrijkste bevindingen

In het kort worden de volgende belangrijkste bevindingen benoemd in het rapport3:

  • In 2024-25 zijn er totaal 131.004 internationale diplomastudenten in het Nederlandse hbo en wo. Dit is 3% meer dan vorig jaar: de laagste groei in 10 jaar. 

  • Dit studiejaar kent de kleinste toename in nieuwe internationale inschrijvingen sinds 2007-2008.4 51.796 nieuwe internationale studenten schreven zich in voor een studie in Nederland, 0,4% meer dan in 2023-2024.

  • De instroom bij de wo-bachelor daalt met 5,2%. 19.440 internationale studenten schreven zich in voor een wo-bachelor, 1.060 minder dan in 2023-2024. Tegenover deze daling in de wo-bachelor staat een stijging van 9,9% voor de wo-master, 1793 studenten meer dan in 2023-2024.5

  • Er is een lichte daling in instroom vanuit de EER6 (-1%), terwijl nieuwe niet-EER inschrijvingen toenemen (+3%). In absolute termen is de niet-EER-instroom nog steeds minder dan de helft van de EER-instroom. 

  • Duitsland blijft het meest voorkomende land van herkomst, maar nieuwe inschrijvingen zijn op het laagste punt in 10 jaar (7.265). Uit Turkije stijgen de nieuwe inschrijvingen met 25% t.o.v. vorig jaar (1.677). 

  • Nieuwe internationale inschrijvingen voor techniek stijgen op de universiteiten (+20%) maar nemen af op de hogescholen (-9%).

Het Nuffic-rapport versterkt cijfermatige inzichten op het gebied van inkomende diplomamobiliteit en voorziet daarmee in een informatiebehoefte van zowel het onderwijsveld als van de regering ten behoeve van beleidsvorming en uitvoering. Van enkele opvallende bevindingen, zoals bijvoorbeeld de snelle stijging van inschrijvingen uit Turkije, de daling van inschrijvingen uit Duitsland en de snelle groei van inschrijvingen bij technische wo-opleidingen, zal uit de rapportages van de aankomende jaren blijken of er sprake is van een incidentele uitschieter of een structurele verandering.

Definities internationale studenten: Nuffic-cijfers in relatie tot CBS-cijfers

Om de gepresenteerde cijfers in het rapport goed te begrijpen, is enige context nodig. De aantallen en percentages in het rapport komen voort uit de keuzes die door Nuffic gemaakt zijn bij de definitie, de vraagstelling en de ordening van data. Bij het onderzoeken van de internationale instroom hanteert Nuffic een andere definitie van nieuwe inschrijvingen dan het CBS.7 Het CBS telt de studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een opleiding in het hoger onderwijsstelsel als een nieuw instromende student. Als een student na afstuderen doorstroomt van het hbo naar het wo, of van bachelor naar master, dan wordt deze student niet als nieuwe instromer meegerekend in het desbetreffende jaar. Nuffic hanteert een andere definitie en rekent een doorstromende student wel als nieuwe inschrijving.

Als gevolg van dit verschil in definities, laten de cijfers van het CBS een daling zien in de instroom van internationale studenten van 4,7%8 ten opzichte van het voorgaande jaar waar Nuffic nog een lichte stijging van 0,4% presenteert. Dit toont de invloed van de gebruikte definitie op de uitkomst, en daarmee op de boodschap van de rapportages. Het is belangrijk om dit te beseffen bij het interpreteren en benutten van de gegevens. Zo legt het verschil in uitkomst een interessante ontwikkeling bloot: het aantal nieuwe studenten dat zich voor het eerst inschrijft voor een bachelor- of masteropleiding in het Nederlandse hbo of wo is gedaald, maar deze daling wordt grotendeels ingevuld door het groeiende aantal internationale studenten dat doorstroomt naar een masteropleiding.9 Eerder onderzoek van Nuffic laat zien dat internationale studenten die zowel een bachelor- als masteropleiding in Nederland afronden vijf jaar na afstuderen nog vaker in Nederland wonen en werken dan internationale studenten die alleen een masteropleiding in Nederland gevolgd hebben. De stijgende doorstroom van internationale studenten heeft daarmee een positief effect op de blijfkans.10

Investeren in een solide kennisbasis

De instroom van internationale studenten en de internationalisering van het hbo en wo is al een lange periode onderdeel van het politieke en maatschappelijke debat. Het debat heeft een aantal lacunes in informatievoorziening blootgelegd. Er is veel informatie bekend, maar ook worden er nog te vaak aannames gedaan over de omvang, invloed en impact van internationale studenten en internationalisering in het hbo en wo. Zoals reeds door mijn ambtsvoorganger aangekondigd, wordt daarom als onderdeel van de beleidsaanpak ook ingezet op het helder krijgen van de informatiebehoefte van zowel OCW als het onderwijsveld en het versterken van de kennisbasis. In dit kader is de regering voornemens om als invulling van de aangekondigde kennisbasis het onderwerp ‘internationalisering in het hbo en wo’ als onderwerp toe te voegen aan de strategische evaluatieagenda (SEA). Dit biedt de mogelijkheid om in een cyclus van zeven jaar onderzoeken, rapportages en evaluaties binnen dit domein te laten uitvoeren.11 Meer begrip en kennis kan bijdragen aan het vinden van een duurzame balans tussen enerzijds de toegevoegde waarde van internationalisering, en anderzijds recht doen aan de houdbaarheid van kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het hbo en wo. Nuffic draagt hieraan vanuit haar wettelijke taak structureel bij.

Tot slot: inzet in Europa

De voortdurende inspanning om tot gebalanceerde studentenmobiliteit te komen stopt niet bij de landsgrens en is ook gericht op de internationale en Europese context. De verdeling van internationale studenten in Europa laat grote verschillen zien, waarbij Nederland de meeste internationale studenten uit de EER ontvangt.12 Op nadrukkelijk verzoek van o.a. Nederland werkt de Europese Commissie daarom aan een rapportage over gebalanceerde studentmobiliteit binnen de Europese Economische Ruimte (EER) om op basis daarvan het gesprek hierover binnen Europa een impuls te geven. De publicatie van dit rapport wordt begin 2026 verwacht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gouke Moes


  1. Inkomende diplomamobiliteit in het Nederlandse hbo en wo 2024-25.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023/24 22 452, nr. 91↩︎

  3. Overzicht belangrijkste bevindingen zoals gepubliceerd in brief van Nuffic aan vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarmee Nuffic het rapport inkomende diplomamobiliteit heeft aangeboden aan de commissie, 22 mei j.l.. Aangevuld door OCW met informatie over de instroom in de wo-master ten behoeven van de leesbaarheid van het overzicht.↩︎

  4. Belangrijkste bevindingen zoals aan commissie gestuurd refereert aan het academische jaar 2006-2007, uit het rapport (p13) blijkt dat dit 2007-2008 moet zijn.↩︎

  5. ‘In het studiejaar 2024‑25 schreven 131.602 studenten zich in voor een wo‑opleiding, waarvan 29,9% internationaal was (39.402). Er was een kleine groei in nieuwe internationale inschrijvingen ten opzichte van het vorige studiejaar (+1,9%; +733).’ ( Nuffic, p15)↩︎

  6. Het aandeel internationale studenten afkomstig uit EER landen is 72,3% (Nuffic, p20). Nederland ontvangt daarmee aanzienlijk meer EER studenten dan niet-EER studenten, in tegenstelling tot veel buurlanden.↩︎

  7. Nuffic hanteert een andere definitie van nieuwe inschrijvingen, namelijk studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een bepaalde opleiding. Een doorstromende student rekent dus mee als nieuwe inschrijving. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap volgt in gepubliceerde data en documentatie de door het CBS gehanteerde definities.↩︎

  8. In het academisch jaar 2024-2025 schreven 152.665 studenten zich voor het eerst in voor een ad-, ba- of ma-opleiding in het Nederlandse bekostigde ho. Van de totale instroom worden 39.097 gezien als internationale student. Dit komt neer op 25,6% van de totale instroom. In 2023-2024 schreven 40.942 internationale studenten zich in. Ten opzichte van het voorgaande jaar een daling in de internationale instroom zichtbaar van 4,7%. Bron: CBS Statline↩︎

  9. Nuffic, p16↩︎

  10. ‘5 jaar na afstuderen is de stayrate voor masterafgestudeerden die ook hun bachelor in Nederland hebben behaald 29,9%, vergeleken met 25,3% voor degenen die hier alleen een master hebben gedaan.’ Stayrate en arbeidsmarktpositie van internationale afgestudeerden 2013-2022. Nuffic, 2025. P. 27.↩︎

  11. Kamerstuk 36555, nr. 7, p. 92-94↩︎

  12. Degree mobile graduates from abroad by education level, sex and country of origin, Eurostat 2025.↩︎