Reactie op het verzoek van het lid Vermeer, gedaan tijdens het Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en Arbeidsmarktdiscriminatie van 2 oktober 2025, over toelichting op de rechtszaak die de Aziatische horecasector tegen de Staat heeft aangespannen
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D43326, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-16 11:51, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29544-1301).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -1301 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z18662:
- Indiener: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-10-16 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-02 16:45: Procedurevergadering Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2025
In het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en Arbeidsmarktdiscriminatie van heden, 2 oktober 2025, heeft het lid Vermeer (BBB) verzocht om een brief met een toelichting op de rechtszaak die de Aziatische horecasector tegen de Staat heeft aangespannen. Deze brief bevat een reactie op dat verzoek.
De Aziatische horeca heeft op 1 augustus 2025 tegen de Staat een hoger beroep aangekondigd van een uitspraak van de Rechtbank (C/09/668407/HA ZA 24-536, ECLI:NL: RBDHA:2025:7959, d.d. 14 mei 2025). De sector heeft de Staat gedagvaard voor 13 januari 2026. Vanaf dan zal de hogere beroepsprocedure inhoudelijk gaan lopen. Het oordeel op de motie blijft daarom ontijdig (Kamerstuk 29 544, nr. 1293).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M.L.J. Paul