Ontwikkelingen uitvoering taakstelling Rijksoverheid
Brief regering
Nummer: 2025D43424, datum: 2025-10-03, bijgewerkt: 2025-10-03 16:09, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2025Z18705:
- Indiener: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Uw Kamer heeft de moties van de leden Vijlbrief cs. (Kamerstuk 36 625 nr. 6)1 en Bikkers (Kamerstuk 31 490 nr. 383)2 aangenomen welke toezien op de invulling en monitoring van de budgettaire taakstelling oplopend tot €1 miljard structureel in 2029. De motie van het lid Vijlbrief cs. verzoekt de regering om strategisch te handelen bij het invullen van de taakstelling, dit te monitoren en bij de Miljoenennota aan de Kamer te rapporteren hoe de invulling van de taakstelling vorm krijgt. De motie van het lid Bikkers verzoekt de regering minimaal twee keer per jaar, parallel aan de planning-en-controlcyclus, de totale voortgang van de invulling van deze bezuiniging tijdig naar de Kamer te sturen, opdat deze informatie bij de reguliere commissiedebatten Functioneren Rijksdienst van de Vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken kan worden betrokken.
Middels deze brief geef ik aan hoe invulling wordt gegeven aan deze moties. Tegelijkertijd reageer ik op de vraag van het lid Van Houwelingen, gesteld via de minister van Financiën, in het debat over de Voorjaarsnota op 18 juni 2025. Hierin vroeg de heer Van Houwelingen naar de stand van zaken van realisatie van de taakstelling alsmede vragen van de VVD en PVV gesteld in het debat van de Algemene Financiële Beschouwingen op 1 en 2 oktober.
Strategische lijnen invulling taakstelling
Het kabinet hanteert zes strategische lijnen voor de realisatie van de, enkel budgettaire, taakstelling.
Realistisch en integraal
Een eerste lijn voor de invulling van taakstelling is dat dit op een verantwoorde en realiseerbare wijze gebeurt. Het maken van keuzes hierin is onontbeerlijk. De te maken (beleids)keuzes als gevolg van deze budgettaire taakstelling worden per ministerie gedaan, omdat daar het beste zicht is op de mogelijkheden en de consequenties van keuzes. De integrale afweging wordt bij de begrotingsmomenten gedurende het jaar gemaakt.
Omvang, deskundigheid en aantrekkelijk werkgeverschap
Een belangrijke doelstelling van het kabinet is om de omvang van de Rijksdienst te verkleinen. Hierbij dient de uitvoering zoveel mogelijk ontzien te worden.
De tweede lijn ziet dan ook toe op de relatie tussen omvang,
beschikbare deskundigheid en aantrekkelijk werkgeverschap die sterk met
elkaar verband houden. Het behoud en vernieuwen van kennis staat onder
druk als gevolg van de voorziene uitstroom door pensioen en een krappe
arbeidsmarkt. Elk ministerie beoordeelt kritisch of het extern
openstellen van vacatures nodig is. Interne of interdepartementale
vacaturevervulling geniet de voorkeur. Om de interne mobiliteit te
ondersteunen en een helder perspectief te bieden is inmiddels de
Taskforce Flow Rijk van start gegaan.
Het blijft de inzet van het kabinet om, ook in tijden van taakstelling,
een aantrekkelijk werkgever te zijn en blijven.
Besparingen in de uitvoering
De derde lijn is hoe het kabinet omgaat met besparingen in de uitvoering. De uitvoering wil het kabinet zoveel mogelijk ontzien, maar kan wel betrokken worden. De kwaliteit van publieke dienstverlening die door uitvoeringsorganisaties aan burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties wordt geleverd, draagt in belangrijke mate bij aan het vertrouwen van burgers in de overheid.
Het is aan de afzonderlijke ministers om, na een zeer zorgvuldige afweging, te besluiten of, en in welke mate, ook publieke uitvoeringsorganisaties belast worden met een (beperkt) deel van de taakstelling.
Terugdringen externe inhuur
De vierde lijn is het terugdringen van de externe inhuur. Hierover
heb ik uw Kamer op 18 april 2025 een brief gestuurd (Kamerstuk 31 490
nr. 363).
De externe inhuur bij de rijksoverheid ligt al jaren boven de
Roemer-norm en het kabinet wil de externe inhuur terugdringen. Hierbij
geldt dat het terugbrengen gebeurt met oog voor behoud van kennis binnen
en voor de overheid. Eén van de mogelijkheden hiervoor is het
verambtelijken van de externe inhuur. Keuzes in de wijze van
terugdringen van de externe inhuur is aan de ministeries. Het gevolg van
deze verambtelijking kan echter wel een groei van het aantal fte tot
gevolg hebben.
Digitalisering
Als vijfde lijn ziet het kabinet verdere digitalisering binnen de rijksoverheid als kans om efficiënter te werken. In de brief van 14 maart 20253 (Kamerstuk 2025D11017) gaat het kabinet nader in op kansen die het ziet in het besparen op de facilitering van topambtenaren en de verantwoorde inzet van artificial intelligence (AI). De ontwikkelingen in de digitale wereld en vooral AI nemen een vlucht en bieden kansen om efficiënter te werken. Gegeven de publieke taak van de overheid dient dit wel op een verantwoorde wijze te gebeuren. De recent vastgestelde Nationale Digitaliseringsstrategie (NDS) vormt hiervoor een belangrijk uitgangspunt.
Verminderen (interne) regeldruk en administratieve lasten
De zesde en laatste lijn is de inzet van het kabinet op het verminderen van regeldruk en administratieve lasten. Het kabinet heeft hiervoor geen normen gesteld. Het is aan ministeries zelf voorstellen te doen voor het verminderen van administratieve lasten in hun eigen processen. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) kan om advies gevraagd worden.
Vanuit mijn eigen verantwoordelijkheid voor de rijksbrede bedrijfsvoering onderzoek ik de mogelijkheden tot het verminderen van regeldruk en overhead binnen dat domein, alsmede verhoging van de arbeidsproductiviteit. Over de aanpak op het gebied van het verhogen van de productiviteit verwacht ik uw Kamer dit jaar nog te informeren.
Door de taakstelling aan de hand van deze lijnen in te vullen wordt tegelijkertijd gewerkt aan één samenwerkende en opgavegerichte Rijksdienst.
Invulling taakstelling door departementen
In een informatieronde onder departementen geven zij aan inhoudelijke keuzes te maken welke taken verminderd of gestopt worden. Keuzes hierin zijn voorgelegd aan de eigen bewindspersonen. Het is aan de bewindslieden individueel om hierover met uw Kamer hierover in gesprek te gaan.
Op grond van de informatieronde onder departementen is duidelijk geworden dat de besparingen gevolgen hebben voor de omvang van de organisatie. De gekozen oplossingen leiden op zichzelf tot een vermindering van het aantal fte.
In hoeverre er, per saldo, sprake zal zijn van een krimp van het aantal fte, is afhankelijk van, onder andere, eventuele nieuwe taken en van de mate van verambtelijking van externe inhuur.
Monitoring en rapportage
Het is van belang de voortgang op de taakstelling te monitoren. Middels reeds bestaande instrumentaria van begroting, jaarrekening en Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR) informeert het kabinet uw Kamer over de voortgang van taakstelling.
Met deze lijn vindt de departementale rapportage tweemaal en de rijksbrede rapportage éénmaal per jaar plaats. In het licht van de departementale rapportage is een tweede rijksbreed moment van rapporteren een logische stap. Dit moment gelijkschakelen aan het uitkomen van de Miljoenennota past in het verzoek van de motie van het lid Bikkers.
Op basis van de geformuleerde doelen wordt in deze rapportage dan gerapporteerd over:
Omvang Rijksdienst in fte;
Omvang externe inhuur gebaseerd op Roemernorm.
Het is belangrijk om de rijksbrede rapportages vergelijkbaar te houden. Hiertoe worden de definities uit de JBR gehanteerd.
De rapportage kan vervolgens input zijn voor gesprek tussen uw Kamer en individuele bewindslieden bij hun begrotingen.
Verwerking in begrotingen
De taakstelling is enkel budgettair en verwerkt in de begroting 2025 oplopend tot ongeveer €1 miljard structureel vanaf 2029. De verdere doorvertaling hiervan heeft plaatsgevonden bij Voorjaarsnota in de eerste suppletoire begroting 2025. De verdeling van de taakstelling naar o.a. uitvoering of apparaat is niet rijksbreed inzichtelijk te maken. Verdere ontwikkelingen in de groei of krimp van apparaatsbudget zijn het gevolg van keuzes van de betreffende departementen in hun begrotingen.
Omvang Rijksdienst
De omvang van de Rijksdienst was op 30 juni jl. 160.953 fte. Ten opzichte van de stand van 31 december 2024 is er een groei zichtbaar van 3.934 FTE.
Tabel 1: Rijksmedewerkers naar werksoort, in fte | ||
---|---|---|
Werksoort | Q4 2024 | Q2 2025 |
Beleid | 18.912 | 18.979 |
Inspectie | 9.950 | 10.498 |
Ondersteuning | 16.707 | 17.209 |
Uitvoering | 111.446 | 114.265 |
Niet toegewezen | 3 | 2 |
Totaal | 157.019 | 160.953 |
De omvang van de beleidskolom stabiliseert zich na een jarenlange groei. De groei vindt voornamelijk plaats in de categorieën inspectie, uitvoering en ondersteuning. De groei in deze categorieën bedraagt tussen 2,5% en 5,2%. Met betrekking tot de groei moet opgemerkt worden dat de uitvoering van de taakstelling pas net begonnen is en doorloopt tot en met 2029. Tevens worden politieke keuzes gemaakt die de omvang van de ambtelijke organisatie beïnvloeden.
Omvang externe inhuur
In de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk van 2024 blijkt dat, na een jarenlange stijging van de inhuur, de omvang in 2024 is gestabiliseerd op 15,4%.
Conform hetgeen is toegezegd in de brief van 18 april 2025, wordt op dit moment een dashboard voor de externe inhuur ontwikkeld. Naar verwachting is het dashboard in het najaar 2025 operationeel.
De opgelegde taakstelling kent een looptijd tot en met 2029 waarna deze structureel is. De gevolgen van de keuzes zullen in de komende jaren zichtbaar worden en zijn tevens onderhevig aan andere politieke keuzes.
Ik acht het, vanuit goed werkgeverschap en bestuur, van belang dat departementen een zorgvuldig proces doorlopen bij het daadwerkelijk implementeren van de gekozen maatregelen. Dat brengt ons op het punt waar we nu staan. Ik houd, samen met mijn collega’s, regelmatig een vinger aan de pols en informeer u bij Miljoennota en Jaarrapportage Bedrijfsvoeringvoering Rijk over de rijksbrede voortgang.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart
Motie van het lid Vijlbrief c.s. over strategisch handelen bij de invulling van de taakstelling op ambtenaren en hierover voor de Miljoenennota aan de Kamer rapporteren↩︎
Motie van het lid Bikkers over twee keer per jaar rapporteren over de voortgang van de bezuiniging↩︎
Vernieuwing van de rijksdienst | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎