Nader rapport
Goedkeuring van het op 23 mei 2024 te Abidjan tot stand gekomen Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ivoorkust, met Bijlage (Trb. 2024, 68)
Nader rapport
Nummer: 2025D43602, datum: 2025-10-04, bijgewerkt: 2025-10-06 15:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- Mede namens: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 36700 -9 Goedkeuring van het op 23 mei 2024 te Abidjan tot stand gekomen Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ivoorkust, met Bijlage (Trb. 2024, 68).
Onderdeel van zaak 2025Z18751:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen
BZ2520551
AAN DE KONING
Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende goedkeuring van het op 23 mei 2024 te Abidjan tot stand gekomen Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Ivoorkust, met Bijlage (Trb. 2024, 68)
’s-Gravenhage, 29 september 2025
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 2 december 2024, no. 2024002752, machtigde Uwe Majesteit de Minister van Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel van wet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Bij brieven van 24 februari 2025 (ter griffie ontvangen op 26 februari 2025) heeft de Minister vervolgens het verdrag overgelegd (Kamerstukken I/II 2024-2025, 36700, A/Nr. 1).
Op 20 maart 2025 hebben 33 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.
In verband hiermee bied ik U, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, het hierboven vermelde voorstel van wet aan.
Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State achterwege blijven aangezien de Afdeling advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.
Ik verzoek u derhalve het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,