Antwoord op vragen van de leden Van Vroonhoven en Idsinga over het behoud en exploitatie van de bruine vloot
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D43606, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-06 16:31, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van zaak 2025Z15186:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Indiener: J.N. van Vroonhoven, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F.L. Idsinga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
AH 196
2025Z15186
Antwoord van minister Karremans (Economische Zaken), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 6 oktober 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 3041
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel âHistorische Vloot meert
aan in Giethoorn op weg naar Sail Amsterdamâ, waarin wordt beschreven
hoe maar liefst 34 historische schepen voor een tussenstop afmeerden in
de haven aldaar?
Antwoord
Ja.
2
Erkent u de waarde van deze bijzondere historische vloot, ook omdat het
de kans geeft om onze maritieme historie en de daarbij horende verhalen
levend te houden?Â
Antwoord
Ons varend erfgoed geeft een beeld van onze rijke maritieme historie. Alle betrokkenen bij dit cultureel erfgoed, vaak vrijwilligers, houden de verhalen levend en zorgen er daarmee voor dat de volgende generaties hiervan kennis kunnen blijven nemen. Ook druk bezochte evenementen als Sail dragen daar aan bij.
3
Bent u op de hoogte van het pilotproject in de gemeente Harlingen om de
toekomst van de historische zeilvaart veilig te stellen? Â
Antwoord
Ja, ik ben op de hoogte van de pilot âRendabele Chartervlootâ.
4
Deelt u de analyse dat het toekomstperspectief voor de historische
zeilvaart door eisen op het gebied van milieu en veiligheid onder druk
staat en dat eigenaren/exploitanten voor een grote opgave staan om hun
schepen rendabel en duurzaam te maken?
Antwoord
Voor de veiligheid van de bruine vloot is het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport verantwoordelijk. I&W is in samenwerking met de sector bezig de veiligheidsregelgeving te moderniseren. Zij zijn zich terdege bewust van de beperkte financiële draagkracht van de ondernemers in de sector en houden daar bij het stellen van de eisen rekening mee. Het aantoonbaar verhogen van de veiligheid van de historische zeilvloot staat voorop. Naar aanleiding van enkele dodelijke ongevallen is in de Kabinetsreactie op het OVV-rapport en de Kamerbrieven benadrukt dat dit een gezamenlijke opgave is van alle partijen in de keten. Hierin hebben de exploitanten, samen met de andere actieve partijen in deze sector een gezamenlijke opgave.
Ook om de milieu-gerelateerde uitstoot van schepen terug te dringen leveren partijen over de hele keten inspanningen.
5
Op welke wijze is de Rijksoverheid bij deze pilot om de sector in deze
opgave te ondersteunen in Harlingen betrokken?
Antwoord
De pilot wordt gefinancierd vanuit de Regio Deal Noardwest FryslĂąn. Aan die Regio Deal levert de Rijksoverheid een rijksbijdrage. In de Regio Deals werken Rijk en regio samen aan een betere woon-, werk- en leefomgeving voor bewoners en ondernemers in de regio.Â
De Regio Deals: hoe werkt het? | Regio's | Rijksoverheid.nl
6
Deelt u de mening dat we in Nederland trots moeten zijn op de
historische chartervaart als onderdeel van ons maritiem erfgoed en dat
het daarom van belang is dat eigenaren/exploitanten van historische
zeilschepen toekomstperspectief hebben?
Antwoord
Nederland heeft een rijke maritieme geschiedenis. Voor de zorg van historische schepen zetten vele (behouds)organisaties, eigenaren en vrijwilligers zich in. De chartervaart draagt hieraan bij door schepen commercieel te exploiteren. Hieruit wordt het onderhoud van de schepen gefinancierd. Toekomstperspectief is uiteraard van belang. De wijze van exploitatie is een zaak van de desbetreffende ondernemers.
7
Herinnert u zich het âplan van aanpak Nederlands varend erfgoedâ dat
onder begeleiding van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen
(NBTC) in 2021 is opgesteld met de inspanningen van de vereniging voor
de beroepschartervaart BBZ, vier provincies, de Vereniging van
Zuiderzeegemeenten en de Vereniging van Waddenzeegemeenten?
Antwoord
Ja.
8
Bent u bereid om met de NBTC te verkennen of en hoe de historische
zeilvaart onderdeel kan worden van de âverhaallijnenâ voor Nederland,
waarmee we de trots op het erfgoed ook verbinden aan de geschiedenis van
ons land en de toeristische potentie daarvan?
Antwoord
Nee. De verhaallijnen worden niet langer toegepast. Dit hangt samen met de afnemende investeringsbereidheid van provincies en steden om bij te dragen aan deze verhaallijnen.
In plaats daarvan wordt ingezet op flexibelere vormen van samenwerking, onder meer via cross-sectorale initiatieven op themaâs als Water en New Dutch. Gemeenten en provincies hebben daarmee ruimte om erfgoedbeleving op een eigen wijze te versterken. Ook worden nieuwe initiatieven ontplooid via de Regiodeals (zie antwoord op vragen 5 en 10).
9
Bent u bereid om hierbij de gemeenten en provincies te betrekken waar de bruine vloot van oudsher onderdeel is van de regionale identiteit en economie?
Antwoord
Nee, zie antwoord op vraag 8.
10
Op welke wijze ondersteunt de Rijksoverheid het kwetsbare verdienmodel
van de sector op dit moment financieel en via welke faciliteiten worden
eigenaren/exploitanten geholpen bij het veiliger en duurzamer maken van
hun schepen?
Antwoord
Via financiering van de Regio Deal. Rijk en regio zitten gezamenlijk aan tafel in de Regio Deal. In de Regio Deal leveren Rijk en regio allebei een financiële bijdrage.
11
Bent u bereid om te verkennen op welke wijze het aanwijzen van de historische zeilvaart als âwerelderfgoedâ - ook financieel - kan bijdragen aan de instandhouding van de vloot en daarbij bijvoorbeeld te bezien welke mogelijkheden er bestaan om het beroep van schipper als immaterieel erfgoed aan te merken?
Antwoord
De UNESCO-conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed, waar het hier over gaat, richt zich op (het behoud van) kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de beoefening van een traditie, een ambacht of een sociale praktijk. Sinds december 2023 is het beroep âschipper bruine vlootâ opgenomen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Daarnaast heeft het Koninkrijk der Nederlanden eens in de twee jaar de mogelijkheid om één immaterieel erfgoed te nomineren voor de internationale Representatieve Lijst van immaterieel erfgoed van het Unesco-verdrag. Aan de start van de nominatieprocedure vraagt het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) bij alle gemeenschappen op de inventaris uit, of zij zich willen kandideren voor deze nominatieprocedure. Dit is het moment dat de gemeenschap van âschipper bruine vlootâ aan kan geven genomineerd te willen worden namens het Koninkrijk der Nederlanden. Een nadere verkenning acht ik dus overbodig.
Alhoewel geen doel op zich kan een duiding als (immaterieel) werelderfgoed een positief effect hebben op het aantrekken van meer nationale en internationale bezoekers en daarmee op het genereren van extra inkomsten.