[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. Voorstel jaarbegroting Europese Unie 2026 (Kamerstuk 21501-03-193)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D43612, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-06 15:43, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z13976:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2024-2025





	



Kamerstuk 21 501-07	Eurogroep/Ecofinraad







Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld … 2024





De vaste commissie voor Financiën heeft op 6 oktober 2025 enkele vragen
en opmerkingen aan de minister van Financiën voorgelegd over zijn op 30
september 2025 toegezonden brief inzake de geannoteerde agenda
Eurogroep/Ecofinraad (Kamerstuk 21 501-07, nr. 2136), zijn op 30
september 2025 toegezonden brief inzake het verslag Eurogroep en
informele Ecofinraad 19 en 20 september 2025 (Kamerstuk 21 501, nr.
2137) en zijn op 2 juli 2025 toegezonden brief inzake het voorstel
Jaarbegroting Europese Unie 2026 (Kamerstuk 21 501-03, nr. 193).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van …... 

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. 





De voorzitter van de commissie,

Nijhof-Leeuw





De adjunct-griffier van de commissie,

Lips





I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie 

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording
van de minister op de vragen inzake de geannoteerde agenda voor de
vergaderingen van de informele Eurogroep en de Ecofinraad van 19 en 20
september. Deze leden constateren dat op sommige vragen nog geen
duidelijk antwoord is gegeven door de minister. 

Daarnaast hebben de leden van de PVV-fractie kennis genomen van de
geannoteerde agenda voor de vergaderingen van de informele Eurogroep en
Ecofinraad van 9 en 10 oktober. Hierover hebben deze leden enkele
vragen.

 

Deze leden verzoeken de minister toe te lichten welke
langetermijn-spillover-effecten er kunnen zijn op de Nederlandse
economie indien Frankrijk doorgaat met het roekeloos omgaan met zijn
begroting. Ook vragen deze leden de minister om een inhoudelijke
toelichting te geven waarom de minister niet specificeert welke
maatregelen hij neemt om een herhaling van een Griekenlandscenario door
Frans financieel wanbeleid te voorkomen. Indien de minister van oordeel
is dat de reeds doorgevoerde hervormingen afdoende zijn, verzoeken deze
leden de minister om dit nader te onderbouwen.

Daarnaast hebben de leden van de PVV-fractie een vraag over de
beantwoording met betrekking tot de proportionele verdeling van kosten
rond de invoering van de digitale euro. Deze leden vragen de minister om
toe te lichten wat de minister beschouwt als een eerlijke verdeling van
kosten tussen de betrokken partijen. Ook verzoeken deze leden de
minister om een inschatting te geven van de kosten van de invoering van
een digitale euro bij verschillende ontwerpvarianten, aangezien de
minister aangeeft dat de kosten hiervan afhankelijk zijn.

Tot slot vragen deze leden met betrekking tot de beantwoording van de
minister om duidelijk te maken hoe de minister zich ervoor inzet dat
iedereen toegang blijft houden tot contant geld. In zijn beantwoording
verwijst de minister enkel naar adviezen van instellingen. De leden van
de PVV-fractie vragen of de minister deze adviezen overneemt en zo ja,
op welke wijze.

De leden van de PVV-fractie constateren dat het gezamenlijke tekort van
alle Belgische overheden in 2029 meer dan zes procent van het BBP zal
bedragen. Terwijl België al onder een buitensporigtekortprocedure valt,
worden er toch belastingverlagingen aangekondigd. Net als in het geval
van Frankrijk maken deze leden zich zorgen over de mogelijke gevolgen
hiervan voor de Nederlandse economie. Deze leden vragen de minister hoe
de minister zich in de Eurogroep en de Ecofinraad inzet om dit probleem
aan te kaarten en welke voorstellen de minister daarbij namens Nederland
inbrengt.

De leden van de PVV-fractie lezen dat de minster in een interview met
het FD aangeeft dat gemeenschappelijke schulden, oftewel Eurobonds, een
lijn is waar de minister niet overheen gaat. Eerder hebben deze leden
gezien dat de minister niet per definitie alle gezamenlijke leningen wil
uitsluiten. Voordat Nederlanders straks meebetalen aan de pensioenen van
de Fransen vragen deze leden de minister om te verduidelijken waar de
minister deze lijn daadwerkelijk legt, wat de minister doet om te
voorkomen dat er gemeenschappelijke Europese leningen komen en hoe de
minister zich in de Eurogroep en de Ecofinraad inzet om dit probleem aan
te kaarten.

De leden van de PVV-fractie lezen in de geannoteerde agenda van de
informele Eurogroep- en Ecofinraad van 9 en 10 oktober 2025 dat het
besluit van de Raad inzake het stelsel van eigen middelen van de
Europese Unie en de intrekking van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053, als
agendapunt zal worden behandeld. In het schriftelijk overleg over de
kabinetsappreciatie van het MFK 2028-2034 hebben deze leden hun zorgen
over dit voorstel al geuit en het kabinet vragen gesteld. Aanvullend op
de vragen die in dit overleg zijn gesteld, willen de leden graag een
appreciatie, met onderbouwing, van de minister ontvangen over de vijf
voorgestelde nieuwe eigen middelen.



De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet de nieuwe eigen
middelen niet op voorhand omarmt en heeft aangegeven deze voorstellen op
hun eigen merites te zullen beoordelen. De leden vragen de minister
echter om concreet aan te geven waar het kabinet de grens trekt en welke
voorstellen het zal doen om te voorkomen dat dit besluit inzake de eigen
middelen doorgang vindt.

De leden van de PVV-fractie constateren dat op de maandag waarop deze
vragen zijn ingediend, in de EP-Begrotingscommissie wordt gestemd over
amendementen op de EU-begroting 2026. Verwacht wordt dat deze
compromisamendementen zonder veel moeite zullen worden aangenomen.
Afgezien van een amendement op heading 4 (versterking van de
buitengrenzen van de EU) zien deze leden helaas een duidelijke rode
draad in het Europees Parlement: meer, meer, meer. Bijzonder
opmerkelijke amendementen betreffen in de ogen van deze leden heading 6.
Daar wil de EVP-fractie extra geld naar UNRWA sluizen en meer geld voor
Eastern Neighbourhood, omdat de subsidiering vanuit USAID is
weggevallen. Met andere woorden: Nederland moet, als een soort
filantropische instelling, belastinggeld van zijn eigen burgers weggeven
om kosten te dekken die de Verenigde Staten niet langer wensen te
betalen. De leden van de PVV-fractie vragen de minister wat zijn
standpunt hierover is, met onderbouwing. Ook verzoeken deze leden hem om
tijdens de vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad zich uit te
spreken tegen deze voorstellen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 oktober
2025. Deze leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat er ter voorbereiding van
internationale bijeenkomsten zal worden stilgestaan bij oplopende
publieke schulden. Kan er een overzicht worden gegeven van deze
oplopende publieke schulden?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het krachtenveld op
deelonderwerpen met betrekking tot de verdere integratie van de
kapitaalmarkten in Europa, divers is. Er zou significante toenadering
van lidstaten nodig zijn om voortgang te boeken. Welke belangrijke
twistpunten tussen lidstaten zijn er momenteel? 

De leden van de VVD-fractie lezen dat er gesproken zal worden over het
voorstel van de Europese Commissie voor het Meerjarig Financieel Kader
voor de periode 2028-2034 en het nieuwe eigenmiddelenbesluit. Deze leden
zijn tegenstander van een omzetbijdrage voor grote ondernemingen en
willen dat Nederland zich hier in de Europese Unie tegen verzet.
Gelukkig doet dit kabinet dat ook, zo constateren deze leden. Ze vinden
het zorgwekkend dat de korting op de bni-afdracht voor Nederland
mogelijk verdwijnt. De leden van de VVD-fractie zijn tijdens de
schriftelijke inbreng uitgebreider ingegaan op haar positie en wachten
de beantwoording van de gestelde vragen af. Toch hebben deze leden na
het lezen van de geannoteerde agenda voor deze Eurogroep en Ecofinraad
nog enkele aanvullende vragen. Namelijk, hoe verhoudt het
herzieningsvoorstel voor de tabaksrichtlijn van de Europese Commissie
zich met de wens van de Europese Commissie om de Tobacco Excise Duty
Down Resource op te nemen als eigenmiddelenbesluit? Hoe verhoudt de
voorgenomen verlaging van de perceptiekostenvergoeding (vergoeding van
de inningskosten van de douanerechten voor de lidstaten), zich tot het
beleidsvoornemen om twee euro per pakketje van buiten de Europese Unie
als heffing te vragen bij bestellingen onder de 150 euro? Graag
ontvangen deze leden hierop een toelichting. De voorgenomen verlaging
van de perceptiekostenvergoeding (van 25 procent naar tien procent) kan
in de ogen van deze leden tot grote problemen leiden in de uitvoering,
die in Nederland als doorvoerland al onder druk staat. Hoe zorgt het
kabinet ervoor dat Nederland een vergoeding ontvangt die zo goed als
kostendekkend is?

De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat er gesproken zal worden
over de bevroren Russische banktegoeden. Op het moment van schrijven van
de geannoteerde agenda lag er nog geen voorstel op tafel. Inmiddels
blijkt uit media-uitingen dat de Europese Unie het plan heeft deze
bevroren Russische tegoeden aan Oekraïne uit te lenen, waarbij
Oekraïne dit geld zou moeten terugbetalen als Rusland de Oekraïense
schade aan de oorlog vergoedt. De leden van de VVD-fractie vinden deze
oplossingsrichting passend. Deze leden ontvangen graag een appreciatie
van het kabinet op dit punt, in zoverre deze al kan worden gegeven,
evenals een toelichting op de status van het voorstel van de Europese
Commissie. 

De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat het Duitse
budgettair-structureel plan aan bod zal komen. Duitsland is voornemens
diverse grote investeringen en hervormingen door te voeren. Hoe zorgt
het kabinet ervoor dat het Nederlandse bedrijfsleven maximaal kan
profiteren van de economische kansen die deze investeringen en
hervormingen kunnen bieden?

De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat Griekenland voor ruim
vijf miljard euro aan leningen die zijn verstrekt tijdens de
kredietcrisis, eerder dan gepland wil aflossen. Dit is al het vierde
jaar op rij dat Griekenland een verzoek tot vervroegde aflossing doet.
De leden van de VVD-fractie vinden dit goed nieuws en steunen de lijn
van het kabinet in dezen.

De leden van de VVD-fractie lezen daarnaast dat er tijdens de afgelopen
Eurogroep en Ecofinraad een overzicht is verschaft door Denemarken met
daarin de geschatte kosten voor bedrijven en overheden van wetgevende
voorstellen in onderhandeling of reeds aangenomen wetgeving, maar nog
niet geïmplementeerd. Kan dit overzicht aan de Kamer worden verstrekt?

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de geannoteerde agenda. Deze leden wensen hierover nog enkele vragen te
stellen en opmerkingen te maken.

Het valt de leden van de NSC-fractie op dat de besluitvorming rondom de
bevroren Russische tegoeden zeer traag verloopt. Wat zijn de redenen dat
dit zo is? Welke bijdrage heeft de minister tot nu toe geleverd om dit
trage proces te versnellen? 

Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de Ukraine
Reparations Loan? Gaat het nu om 140 of 170 miljard euro? Klopt het dat
op lange termijn Oekraïne een vordering op Rusland houdt en
daartegenover een schuld aan de Europese Unie? Klopt het dat het
achterliggende idee hierbij is dat Rusland nooit tot herstelbetalingen
zal overgaan? Echter, wat gebeurt er als Rusland in de toekomst een
democratische rechtsstaat zou worden en toch tot herstelbetalingen zou
overgaan? En daarbij een bedrag met Oekraïne overeen zou komen dat veel
lager is dan 140 of 170 miljard euro? Klopt het dat Oekraïne dan achter
zou blijven met een gigantische restschuld? Welk effect zou dit hebben
op de levensvatbaarheid van de Oekraïense economie?

Waarom doet Oekraïne niet zelf een poging om de schade vergoed te
krijgen via het internationale hof van arbritrage in Den Haag? Klopt het
dat Oekraïne op deze manier sneller een claim zou kunnen leggen op de
300 miljard euro aan bevroren tegoeden? Is de minister bereid om samen
met Oekraïne deze juridische route te verkennen?

 

Welke stappen moeten er gezet worden om bij de halfjaarlijkse verlenging
van de sancties unanimiteit te vervangen door een gekwalificeerde
meerderheid? 

Klopt het dat landen zoals Hongarije en Slowakije en nu mogelijk ook
Tsjechië binnen de Europese Unie besluitvorming over Oekraïne
bemoeilijken? Welke stappen kunnen er gezet worden om, als ultimum
remedium, landen zoals Hongarije het EU-lidmaatschap te ontnemen? 

Klopt het dat het binnenhalen van landen als Servië en de Republika
Srbska als onderdeel van Bosnië-Hercegovina een vergelijkbaar effect
zal hebben op de besluitvorming binnen de Europese Unie? Geldt dit ook
voor Moldavië met een grote pro-Russische minderheid, die ook de
provincie Transnistrië onder controle heeft?

Daarnaast hebben deze leden nog de volgende vragen. Hoe realistisch acht
het kabinet de aanname van hogere groei door het naar voren halen van
investeringen? Hoe realistisch is daarmee de voorspelde fiscale
consolidatie richting het einde van aanpassingsperiode, die immers
uitgaat van behaalde positieve impact van investeringen op groei? Hoe
schat het kabinet de positieve spillover-effecten van het expansieve
Duitse begrotingsbeleid in voor Nederland? Heeft het expansieve Duitse
begrotingsbeleid negatieve gevolgen voor de kredietwaardigheid van de
Europese Unie als geheel, bijvoorbeeld bij uitgifte van EU-obligaties?
Leidt de grote toename in uitgifte van Duitse staatsobligaties ook tot
opwaartse druk op de rente Nederlandse staatsobligaties en een navenante
verslechtering van de schuldhoudbaarheid?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Eurogroep/Ecofinraad van 9 en 10 oktober. Het kabinet
schrijft dat het kabinet urgentie ziet om voortgang te boeken met de
kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.
Daarvoor moeten acties op zowel Europees niveau als nationale
maatregelen genomen worden. Kan het kabinet nog eens toelichten voor
welk probleem de Capital markets union (CMU) een oplossing is?

De leden van de BBB-fractie zijn van mening dat mkb-financiering een
landelijke uitdaging betreft die nationaal moet worden geadresseerd en
vragen of het kabinet het daar mee eens is. 

Voorts hebben de leden van de BBB-fractie met zorg kennis genomen van
het herzieningsvoorstel voor de richtlijn tabaksaccijns. Het kabinet
schrijft dat het kabinet het zeer positief acht dat dit
richtlijnvoorstel is gepubliceerd en kijkt uit naar de start van
constructieve onderhandelingen. Het kabinet zal dit uitdragen in de
aankomende Ecofinraad en inzetten op een ambitieuze herziening. Kan de
minister toelichten hoe ver de bevoegdheden van de Commissie reiken, kan
de commissie op enigerlei wijze een hogere stijging doorvoeren dan de
harmonised index of consumer prices (HICP)? Klopt het dat er geen
bovengrens is opgenomen bij automatische inflatie-indexatie van
accijnzen, terwijl andere EU-richtlijnen (bijvoorbeeld de
Energierichtlijn) wél limieten hanteren om disproportionele verhogingen
te voorkomen en zich beperken tot de kerninflatie?

In het “Fiche 2: Richtlijn tabaksaccijns” lezen de leden van de
BBB-fractie het volgende op pagina 5: “Tot slot is het
richtlijnvoorstel gelijktijdig gepubliceerd met het voorstel voor een
nieuw eigenmiddelenbesluit, waarin de inkomsten voor de begroting van de
EU georganiseerd worden.

Daarin wordt een afdracht voorgesteld op basis van op de markt gebrachte
tabaksfabrikaten en tabaksgerelateerde producten. Om de grondslag van
deze afdracht te berekenen, wordt gebruikt gemaakt van de
minimumtarieven die volgen uit het onderhavige richtlijnvoorstel.” Kan
het kabinet toelichten waarom het in Nederlands belang zou zijn dat een
deel van de accijnsopbrengsten naar de Europese begroting vloeien?
Waarom staat het kabinet niet voor nationale fiscale soevereiniteit? Is
de minister van mening dat er een risico is op een perverse prikkel,
namelijk dat de Europese Commissie eenzijdig tarieven kan verhogen ten
gunste van EU-eigen middelen?





II 	Reactie van de minister van Financiën









 PAGE    

 PAGE   1