Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 15 oktober 2025
Defensieraad
Brief regering
Nummer: 2025D43645, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-07 09:31, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 28-291 Defensieraad.
Onderdeel van zaak 2025Z18762:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-10-09 15:00: Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 15 oktober (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2025-11-27 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (š origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 15 oktober 2025 |
Betreft | Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 15 oktober |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
MINDEF20250036045
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met ministers van Defensie die op 15 oktober in Brussel plaatsvindt. Het betreft ditmaal enkel een werkdiner, dat wordt geopend door de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) met een overzicht van de actuele ontwikkelingen. Naar verwachting zal de stand van zaken rond Defence Readiness centraal staan tijdens het werkdiner.
A. Geannoteerde agenda
1. Defence Readiness
Het kabinet vindt het essentieel dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid. In aanvulling op de NAVO en individuele landen kan de EU daarbij een belangrijke coƶrdinerende en ondersteunende rol spelen. De Europese regeringsleiders hebben het versterken van de krijgsmacht en defensie-industrie vastgesteld als prioriteit voor de Europese Unie.1 De Commissie en de HV hebben hieraan invulling gegeven met de publicatie van het Witboek Europese Defensie ā Gereedheid 2030 (āWitboekā). Hierin zetten de Commissie en de HV hun plannen uiteen om EU-lidstaten te helpen volledig militair gereed te zijn in 2030.
De Commissie en de HV zullen op de ER van 23-24 oktober een routekaart publiceren die een overzicht moet vormen van alle inspanningen inzake defensiegereedheid 2030. Tijdens de RBZ wordt gesproken over welke elementen deze routekaart moet bevatten. Ook wordt de voortgang op de negen afgesproken Prioritised Capability Areas (PCAās) besproken, wat ook aan bod kwam tijdens de informele Europese Raad van 1 oktober jl. Een belangrijk element in dit proces is het aanwijzen van landen die de coƶrdinatie op zich nemen per PCA. Nederland heeft zich beschikbaar gesteld op twee PCAās: 1) drones en counter-drones, samen met Letland en KroatiĆ«; en 2) militaire mobiliteit, samen met Duitsland en BelgiĆ«.
Het kabinet acht het positief dat de Commissie de voortgang gaat monitoren via de aangekondigde routekaart voor defensiegereedheid. Het kabinet benadrukt voor de routekaart dat het van belang is zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande Europese monitoringsmechanismen, bijvoorbeeld vanuit het Europees Defensieagentschap (EDA), om zo de rapportagedruk te minimaliseren en de vaart erin te houden. Belangrijke aandachtspunten zijn de steun aan OekraĆÆne, de versterking van de defensie-industrie en het verminderen van wetgevende belemmeringen voor de defensiegereedheid. Daarnaast dringt het kabinet aan op een snelle afronding van de onderhandelingen over het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP) en op voortgang in de gesprekken met het Verenigd Koninkrijk en Canada over het openstellen van Security Action for Europe (SAFE)-instrument voor de defensie-industrie uit deze landen. Wat betreft het volgende meerjarig financieel kader (MFK) acht het kabinet het positief dat de Commissie de Europese veiligheid en defensie als prioriteit beschouwt. De middelen die uiteindelijk beschikbaar komen in het MFK moeten in verhouding staan tot de beoogde doelen en eisen die aan de lidstaten worden gesteld. Hierbij wordt ingezet op verdere integratie van Europese defensieproductieketens. Daarbij is het belangrijk dat ook kleinere bedrijven, start-ups en scale-ups kunnen deelnemen en dat er ruimte blijft voor samenwerking met bedrijven uit derde landen.
EUFOR Althea
Tevens wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om u te informeren over de Nederlandse bijdrage aan EUFOR Althea. Zoals gemeld aan uw Kamer op 25 april jl. (Kamerstuk 29 521 nr. 494) draagt Nederland vanaf oktober voor de duur van één jaar een infanteriecompagnie van de Koninklijke Landmacht bij aan EUFOR Althea. De infanteriecompagnie start op 7 oktober a.s. en is in aanvulling op de lopende bijdrage van een Human Intelligence (HUMINT) team en stafcapaciteit tot en met december 2027.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ruben Brekelmans
ER-conclusies 6 maart 2025.ā©ļø