Antwoord op vragen van het lid Sneller over het artikel 'De onwaarschijnlijke val van een burgemeester'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D44009, datum: 2025-10-10, bijgewerkt: 2025-10-16 09:49, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-228).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2025Z16916:
- Gericht aan: F. Rijkaart, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 | Aanhangsel van de Handelingen |
| Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
228
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over het artikel «De onwaarschijnlijke val van een burgemeester» (ingezonden 16 september 2025).
Antwoord van Minister Rijkaart (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 10 oktober 2025)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «De onwaarschijnlijke val van een burgemeester»?1
Antwoord 1
Wij hebben kennisgenomen van het artikel. Het is niet aan ons om een oordeel uit te spreken over deze strafzaak, die nog onder de rechter is.
Vraag 2
Klopt het dat burgemeester Schuiling eervol ontslag zou kunnen krijgen mits hij zijn verzet tegen de strafbeschikking zou opzeggen (NRC: «BZK liet net weten dat BM per 1 oktober gaat stoppen en dat hem eervol ontslag wordt verleend wanneer hij zijn verzet intrekt»)?
Antwoord 2
Nee. De verlening van eervol ontslag wordt door mij als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet gekoppeld aan ieders fundamentele aanspraak op toegang tot de rechter. Dat dit ook hier niet is gebeurd blijkt uit het feit dat, ondanks dat hij zijn verzet gehandhaafd heeft, alsnog eervol ontslag aan de burgemeester is verleend, mede vanwege zijn jarenlange inzet voor het openbaar bestuur in Nederland.
Vraag 3
Hoe rijmt dit zich met de uitspraak van uw voorganger dat zij geen druk zou hebben uitgeoefend op Schuiling om te stoppen? (NRC: «De heer Schuiling heeft er zelf voor gekozen om te stoppen. Ik heb geen druk op hem uitgeoefend»)
Antwoord 3
Zie beantwoording vraag 1 en 2.
Vraag 4
Waarom heeft u besloten dat de burgemeester beter zijn verzet tegen de strafbeschikking kon opgeven?
Antwoord 4
Dat heb ik, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, niet besloten. Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Kunt u een uitgebreide reflectie over het verloop van deze gehele zaak met inachtneming van de verschillende verantwoordelijkheden, en beschrijven welke lessen hieruit te trekken zijn zodra de rechtszaak geheel is afgerond?
Antwoord 5
In algemene zin doen we geen uitspraken over individuele casuïstiek.
Het hoger beroep in de strafzaak loopt nog. Op dit moment zien wij geen aanleiding voor een uitgebreide reflectie.
NRC, 10 september 2025, «De onwaarschijnlijke val van een burgemeester», www.nrc.nl/nieuws/2025/09/10/de-onwaarschijnlijke-val-van-een-burgemeester-a4905406?t=1757686901↩︎