[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op de internetconsultatiereacties op het ontwerpbesluit m.b.t. de bescherming van de wolf en goudjakhals en appreciatie van het advies van de Raad van State

Omgevingsrecht

Brief regering

Nummer: 2025D44018, datum: 2025-10-10, bijgewerkt: 2025-10-13 14:13, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33118 -306 Omgevingsrecht.

Onderdeel van zaak 2025Z18894:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


33 118 Omgevingsrecht

Nr. 306 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2025

Hierbij bied ik uw Kamer de nota van antwoord aan, waarin ik een reactie geef op de zienswijzen die zijn ingebracht bij de internetconsultatie over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving in verband met de bescherming van de wolf en de goudjakhals (hierna: het ontwerpbesluit). Van 9 mei tot en met 6 juni jl. is dit ontwerpbesluit opengesteld voor internetconsultatie. Hier zijn 437 zienswijzen op binnengekomen. Met de toezending van de nota van antwoord geef ik invulling aan mijn toezegging aan uw Kamer om in het najaar de oogst van de internetconsultatie van het Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en van het Besluit kwaliteit leefomgeving (bescherming wolf en goudjakhals) in de vorm van een Nota van Antwoord op de internetconsultatiereacties aan uw Kamer te doen toekomen (TZ202506-076) (Kamerstuk 33 576, nr. 462). In deze nota reageer ik ook op de zienswijze van het Wereld Natuur Fonds, waar uw Kamer mij specifiek om heeft verzocht (Kamerstuk 2025Z12106/2025D31780).1 De nota van antwoord is bijgevoegd bij deze brief.

Daarnaast heb ik in mijn brief van 15 september jl. aangekondigd een nadere appreciatie te geven van het door de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) uitgebrachte advies met betrekking tot het ontwerpbesluit.2 Mijn appreciatie, in termen van de opvolging die ik wil geven aan het advies, is de volgende.

Naar aanleiding van het advies van de Afdeling heb ik het ontwerpbesluit nader overwogen en ben ik voornemens de ministerraad voor te stellen het advies van de Afdeling advisering op onderdelen te volgen en het ontwerpbesluit en de bijbehorende nota van toelichting te wijzigen en aan te vullen.

Naar aanleiding van het advies van de Afdeling wil ik in de nota van toelichting de meerwaarde van de specifieke beoordelingsregels voor vergunningaanvragen gekoppeld aan de definities van ‘probleemwolf’ en ‘probleemsituatie’ verder toelichten. Het gaat erom dat met het oog op voorspelbare besluitvorming een eenduidig kader wordt geboden voor alle provincies waarin zich wolven bevinden, om te beoordelen of sprake is van een situatie die het afschot van een probleemwolf of het – tijdelijk – vangen van een wolf rechtvaardigt.

De criteria van deze definities kunnen op onderdelen worden verduidelijkt, maar blijven inhoudelijk grotendeels ongewijzigd. Zij zijn ontleend aan de interventierichtlijnen van de provincies en worden nu ook al toegepast in de praktijk.

In de nota van toelichting zal ik verder onderbouwen dat het in alle gevallen die onder de definitie van ‘probleemwolf’ vallen, om de meest ernstige situaties gaat, namelijk situaties van agressie of dreigende agressie van een wolf tegen mensen of gehouden, goed beschermde dieren. Het gaat dus conform het advies van de Afdeling om uitzonderlijke gevallen waarin afschot kan plaatsvinden. Bij de ogenschijnlijk minder ingrijpende situaties waarop de Afdeling wijst, situaties waarbij geen daadwerkelijke aanval op mensen of beschermd vee heeft plaatsgevonden, gaat het in kern om het feit dat de wolf zich niet laat afschrikken door mensen en daarmee volgens de wetenschap voor de mens zelf een gevaar is geworden. Dat moet in de nota van toelichting beter worden uiteengezet.

De in het ontwerpbesluit omschreven ‘probleemsituaties met een wolf’ leiden tot een aanmerkelijk minder verregaand ingrijpen door het bevoegd gezag dan afschot, namelijk het tijdelijk vangen met het oog op het zenderen en kunnen volgen van individuele wolven, of met het oog op het overplaatsen naar een ander gebied. Het gaat daarmee niet om het permanent “aan de natuur onttrekken” van dieren van een beschermde soort in de zin van artikel 14 van de Habitatrichtlijn, maar om voorzorgsmaatregelen waarbij het dier weer (elders) in de natuur terugkomt. Ik zal het tijdelijke karakter van het aan de natuur onttrekken van de wolf in de tekst van het betrokken artikel en in de nota van toelichting verduidelijken.

Voorts ben ik voornemens om – conform het advies van de Afdeling – in het artikel met de specifieke beoordelingsregels beter tot uitdrukking te brengen dat deze regels ruimte laten voor een aanvullende beoordeling door het bevoegd gezag – Gedeputeerde Staten – in concrete situaties, op basis van de aan de orde zijnde specifieke omstandigheden. Dit betreft de beoordeling ten aanzien van de vraag of er andere bevredigende oplossingen bestaan dan doden of vangen, en of doden of vangen gerechtvaardigd is op grond van de openbare veiligheid en volksgezondheid.

De Afdeling uitte in haar advies zorgen over de constructie van een koepelvergunning: één vergunning die voor meerdere toekomstige incidenten met probleemwolven en in probleemsituaties zou kunnen worden ingezet. Overeenkomstig het advies van de Afdeling ben ik voornemens de mogelijkheid voor het verlenen van een koepelvergunning uit het ontwerpbesluit te schrappen, zodat te allen tijde, bij elk individueel geval, Gedeputeerde Staten – op basis van adviezen van deskundigen – zĂšlf de afweging zullen maken of sprake is van een situatie waarin het doden of tijdelijk vangen van een wolf aangewezen is. Vergunningverlening blijft daarmee – net als nu – alleen voor individuele gevallen mogelijk.

Waar de Afdeling meer duidelijkheid vraagt over de trend die de wolvenpopulatie vertoont en de gevolgen die het doden van enkele exemplaren daarvoor kan hebben, zal de nota van toelichting worden aangevuld. Ook zal de verhouding van de voorgestelde beoordelingsregels en de inzet van bevoegdheden in het kader van openbare orde en veiligheid van de burgemeester en politie nader worden gemotiveerd. Beter zal worden benadrukt dat de bevoegdheid voor vergunningverlening voor afschot van een probleemwolf door Gedeputeerde Staten en de bevoegdheden van burgemeester en politie op het vlak van openbare orde en veiligheid duidelijk te onderscheiden zijn. In het kader van incidentenbestrijding, op het moment dat nog geen afschot van de probleemwolf heeft plaatsgevonden en dus maatregelen – zoals het sluiten van een gebied – met het oog op de veiligheid moet plaatsvinden, zijn beide wel relevant. Afstemming tussen de verschillende bevoegde gezagen in dit verband is essentieel.

Op de in het ontwerpbesluit opgenomen voorzieningen voor de goudjakhals en de regeling met terugwerkende kracht voor de verlening van tegemoetkomingen voor wolvenschade had de Afdeling geen kritiek. Deze blijven dan ook gehandhaafd.

De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

J.F. Rummenie


  1. Overheid.nl | Consultatie Besluit bescherming wolf en goudjakhals, reactie↩

  2. Kamerstukken II 2024/25, 33 118, nr. 303↩