Fiche: [MFK] Landen en gebieden overzee (LGO)-besluit
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2025D44034, datum: 2025-10-10, bijgewerkt: 2025-10-17 15:59, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4187 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2025Z18899:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2025-10-16 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-04 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (š origineel)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4187 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2025
Fiche: [MFK] Verordening tot inrichting van het justitieprogramma 2028-2034 en terugtrekken van verordening (EU) 2021/693 (Kamerstuk 22 112, nr. 4186)
Fiche: [MFK] Landen en gebieden overzee (LGO)-besluit
Fiche: [MFK] Verordening Interne Markt en Douane Programma (Kamerstuk 22 112, nr. 4188)
Fiche: Verordeningen douanerechten en tariefcontingenten omtrent de invoer van bepaalde goederen vanuit de VS en het niet toepassen van douanerechten op de invoer van bepaalde goederen vanuit de VS (Kamerstuk 22 112, nr. 4189)
De minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Fiche: [MFK] Landen en gebieden overzee (LGO)-besluit
Algemene gegevens
Titel voorstel
Proposal for a Council Decision on the Association of the Overseas Countries and Territories with the European Union including relations between the European Union on the one hand, and Greenland and the Kingdom of Denmark on the other
Datum ontvangst Commissiedocument
3 september 2025
Nr. Commissiedocument
COM_2025_599_1
EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/HTML/?uri=COM:2025:599:FIN&qid=1756980555527
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD(2025) 625 final
Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Rechtsbasis
Artikel 203 VWEU
Besluitvormingsprocedure Raad
Eenparigheid
Rol Europees Parlement
Raadpleging
Essentie voorstel
Inhoud voorstel
Op 3 september 2025 publiceerde de Europese Commissie (hierna: Commissie) het voorstel tot wijziging van het bestaande Landen en Gebieden Overzee (LGO)-besluit 2021/1764 (hierna: het voorstel), als onderdeel van het voorgestelde pakket voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028-2034. Dit is een financieel instrument voor zowel Groenland als de andere LGO van Frankrijk en Nederland. EƩn van de prioriteiten van dit nieuwe MFK is om de steun aan de LGO uit te breiden.1
Aruba, Bonaire, CuraƧao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten zijn allen onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Hierdoor hebben zij de status van LGO. Aruba, CuraƧao en Sint Maarten zijn autonome landen binnen het Koninkrijk; Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn als openbare lichamen onderdeel van het land Nederland. Het verschil in constitutionele status binnen het Koninkrijk speelt in EU verband geen rol.
De structuur van het voorstel voor het LGO-besluit is grotendeels hetzelfde gebleven in vergelijking met het bestaande LGO-besluit.2 Deze is gebaseerd op drie pijlers: politiek, handel en financiƫle samenwerking. De aanpassingen, voortkomend uit de door de Commissie uitgevoerde ex-ante evaluatie van het huidige LGO-besluit, richten zich op (1) het stimuleren van de strategische investeringsagenda binnen de Global Gateway strategie, (2) het versterken van de samenhang met de bredere EU-financieringsarchitectuur en (3) het aanbrengen van meer focus en het verbeteren van de dialoog-structuur met de LGO.
Om het EU-LGO partnerschap verder in overeenstemming te brengen met de Global Gateway strategie worden de territoriale en regionale envelop in het nieuwe LGO-besluit samengevoegd. Hiermee wordt de LGO de mogelijkheid gegeven om (1) bilateraal met de Commissie, (2) in samenwerking met andere LGO of (3) met Ultraperifere gebieden (UPG)3 en/of Landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)-staten afspraken te maken over financiering van projecten. Dit zal volgens de Commissie ook leiden tot een grotere flexibiliteit.
Daarnaast stelt de Commissie voor om begunstigden (of projecten) in LGO in aanmerking te laten komen voor financiering vanuit de mondiale pijler van het Global Europe instrument. Daarbij zal het LGO-besluit van toepassing zijn op Global Europeās versterkte instrumentarium zoals begrotingssteun (onder andere in de vorm van leningen) en begrotingsgaranties. Ook zullen de projecten in LGO in aanmerking komen voor steun onder het European Competitiveness Fund (ECF) 4 en andere relevante EU-programmaās, afhankelijk van de selectiecriteria binnen de betreffende fondsen. Wanneer Uniesteun onder het LGO-besluit in de vorm van een begrotingsgarantie of financieel instrument wordt verstrekt, wordt deze steun exclusief verleend via het Global Europe of ECF InvestEU instrument, in lijn met de voorwaarden van die programmaās. In het algemeen streeft de Commissie ernaar om de procedures binnen het LGO-besluit te vereenvoudigen, onder meer door de verplichte goedkeuringsprocedure voor actieplannen en maatregelen met een relatief beperkte financiĆ«le omvang te laten vervallen.
Met betrekking tot de dialoogstructuur is besloten om de frequentie van het EU-LGO forum te verlagen naar tweejaarlijks in plaats van jaarlijks, met als doel om de strategische waarde van dit gremium te versterken.
Het nieuwe instrument heeft een financiƫle omvang van EUR 999 miljoen voor de periode 2028-2034. Hiervan is EUR 530 miljoen bestemd voor Groenland en EUR 425 miljoen voor de LGO die bij Nederland en Frankrijk horen. Dit is bijna een verdubbeling van het budget voor de periode 2021-2027. Het is echter nog onbekend hoe deze EUR 425 miljoen over de verschillende LGO verdeeld wordt en op welke wijze dit te besteden is. Daarnaast stelt de Commissie een leenfaciliteit voor waarbij LGO, al dan niet via de lidstaat, een lening kunnen aangaan bij de Commissie. Wat de voorwaarden voor een soortgelijke lening zijn, wordt echter niet duidelijk gemaakt.
Impact assessment Commissie
De Commissie heeft in september 2025 een ex-ante evaluatie van het EU-LGO partnerschap gepubliceerd.5 Dit is gedaan op basis van de tussentijdse evaluatie (mei 2024)6 van het LGO-besluit. Deze evaluatie toont aan dat (1) het LGO-besluit op koers is om de gestelde doelstellingen te behalen, (2) op een succesvolle wijze het voormalig Groenlandbesluit is geĆÆntegreerd en (3) de samenhang met de bredere EU-financieringsarchitectuur is verbeterd. Tegelijkertijd werden ook verschillende uitdagingen geconstateerd. Dit betreft uitdagingen op het gebied van (1) het aanpassen aan mondiale trends, (2) de samenhang met de bredere EU-financieringsarchitectuur en (3) het voeren van een effectieve dialoog. Het kabinet kan zich vinden in de conclusies uit de ex-ante evaluatie van de Commissie.
Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De Kamerbrief van 28 maart 2025 over de Nederlandse inzet voor het volgend MFK en de Kamerbrief met kabinetsappreciatie van de MFK-voorstellen van de Commissie voor het volgend MFK is de basis voor de Nederlandse onderhandelingspositie en leidend t.o.v. de BNC-fiches over de onderliggende MFK-voorstellen.7 De overkoepelende Nederlandse inzet richt zich op een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK waarbij de focus gelegd dient te worden op strategische prioriteiten. In het licht van huidige geopolitieke spanningen is een financieel weerbaar Europa van groot belang voor onze veiligheid en welvaart. De voorstellen voor het nieuwe MFK en eigenmiddelenbesluit komen bovendien in een tijd waarin veel lidstaten te maken hebben met budgettaire uitdagingen door hoge schulden en oplopende tekorten. Door de grote toekomstige uitdagingen en budgettaire situatie van lidstaten is het kabinet van mening dat de EU in het MFK scherp moet herprioriteren en kritisch moet kijken naar de besteding van Europese publieke middelen. Middelen op de EU-begroting dienen besteed te worden waar de meeste EU toegevoegde waarde zit. De belangrijkste inhoudelijke prioriteiten voor het MFK zijn het versterken van het Europees concurrentievermogen met een sterke interne markt en inzet op onderzoek en innovatie als fundament, een stevig migratie- en asielbeleid, en veiligheid en defensie.
Zoals door de Commissie aangegeven kunnen de LGO bijdragen aan het versterken van de veiligheid en defensie van de EU. Zij zijn immers, samen met de UPGās, strategische buitenposten van de EU die de aanwezigheid van de EU in geopolitiek relevante regioās versterkt. Onder andere de nabijheid van de Verenigde Staten en de geografische ligging van Venezuela maakt het Caribisch gebied in dit opzicht uiterst relevant. Het kabinet acht het partnerschap tussen de EU en de LGO daarom van belang.
Het kabinet heeft zich ingezet om administratieve lasten te verlichten voor de LGO onder het huidige LGO besluit. Gezien de beperkte uitvoeringscapaciteit van de LGO vragen de formats en verplichtingen (te) veel expertise en zijn deze zeer tijdrovend. Procedures specifiek gevormd naar de behoeftes (kleinere projecten met lagere totaalwaarden) en karakteristieken (weinig uitvoeringscapaciteit) van de LGO kunnen bijdragen om dit proces te versnellen en de doelstellingen van het LGO-besluit te bereiken, doordat een kleiner deel van het budget aan externe ondersteuning hoeft te worden besteed.
Ook verlaagt de beperkte uitvoeringscapaciteit bij de LGO de kans op succes bij het aantrekken van financieringsinstrumenten via EU-fondsen, welke los staan van de LGO-besluit gelden. De effectieve toegang tot die fondsen blijkt in de praktijk zeer gering. Daarnaast kwalificeren de LGO als onderdeel van het Koninkrijk niet als Small Island Developing States (SIDS) waardoor ze via deze weg ook niet voor aanvullende financiering, buiten EU-financiering om, in aanmerking komen. Daarom zal het kabinet zich, waar gepast, inzetten voor de ontwikkeling van separate calls voor Sub National Island Jurisdictions (SNIJās). Dit geeft zowel de LGO als UPG, die tevens met beperkte uitvoeringscapaciteit kampen, een grotere kans de horizontale EU-fondsen daadwerkelijk te benutten. Specifieke formats voor het indienen van voorstellen, maar ook het openstellen van āmicro-callsā (met een waarde tussen de EUR 250.000 en 2 miljoen) zouden hierbij de kans op succes verder vergroten. Tot slot zou het hanteren van lagere cofinancieringspercentages, passend bij de context en uitvoeringscapaciteit van een LGO hier ook aan kunnen bijdragen.
Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is zeer positief over de algemene lijnen van het voorstel. Het voorstel besteedt namelijk veel aandacht aan de strategische waarde van de LGO. Deze nadruk is terug te voeren op de actuele geopolitieke ontwikkelingen. Het kabinet verwelkomt deze nadruk en deelt het beeld van de Commissie dat de LGO van strategisch belang zijn voor de EU en dat haar inzet hierop bijdraagt aan het streven van de EU om haar geopolitieke slagkracht te vergroten. Daarnaast verwelkomt het kabinet het aanstippen van de vereenvoudiging van de procedures en het verbeteren van de aansluiting op de brede EU-financieringsarchitectuur.
In het nieuwe LGO besluit wordt onder meer ingezet op klimaat, digitale connectiviteit, educatie, toerisme. Ook wordt ingezet op voedselzekerheid, wat als aanvulling kan dienen op de bestaande inzet van het kabinet op dit gebied. Nederland is positief over deze brede aanpak die de Commissie voorstelt. Deze brede aanpak kan verder worden uitgewerkt in concrete programmaās in de LGO.
Het kabinet verwelkomd het voornemen van de Commissie voor verdere regionale integratie van de LGO door een betere aansluiting op de Global Gateway strategie voor te stellen en toegang te verlenen tot aanvullende financiering via het Global Europe instrument. Hoewel het kabinet bovenstaande voorstellen als zeer positief beschouwd, blijft nog onduidelijk op welke wijze de LGO hiervan gebruik kunnen maken. Aanvullend zal het kabinet de mogelijkheden voor LGOās binnen Interreg nader verkennen.8 Momenteel kunnen de LGO uitsluitend deelnemen aan Interreg-projecten (specifiek Strand D) in samenwerking met een UPG of andere lidstaten, en enkel op initiatief van deze UPG.
Daarnaast verwelkomt het kabinet dat de noodzaak tot vereenvoudiging van de procedures binnen het LGO-besluit wordt aangestipt. In dat kader zal het kabinet in de uitwerking van dit voorstel pleiten voor op de LGO toegesneden formats voor het indienen van voorstellen en de rapportageverplichtingen.
Het kabinet verwelkomd het voorstel om het EU-LGO forum niet jaarlijks, maar tweejaarlijks te laten plaatsvinden. Het kabinet ziet hierin net als de Commissie een mogelijkheid om de strategische waarde van dit overleg te vergroten, waarbij de rol van de betrokken lidstaten beter moet worden uitgewerkt. Gerelateerd aan de dialoogstructuur zal het kabinet zich inzetten om de positie van de lidstaten in het voorstel te verduidelijken ten aanzien van de totstandkoming en voortgang van de Multiannual Indicative Programmes (MIPās). Op dit moment is de rol van de lidstaat in dit proces niet geheel duidelijk, terwijl in het geval van onvoorziene omstandigheden de lidstaat hier wel op wordt aangesproken. Een periodiek overleg tussen de LGO, de EU delegatie in Barbados en de lidstaat zou kunnen bijdragen aan (1) meer duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, (2) een betere afstemming bij de totstandkoming en uitvoering van de MIPās en (3) de vroegtijdige signalering van knelpunten en benodigde ondersteuning.
Ten aanzien van de samenvoeging van de territoriale en regionale enveloppen en de algehele allocatie van middelen zal het kabinet de Commissie verzoeken om verduidelijking, ook ten aanzien van de omvang van niet op voorhand gealloceerde middelen en de besluitvorming over de aanwending hiervan.
Hoewel het aanbieden van een leenfaciliteit een welkom aanvullend instrument kan zijn voor de LGO is er nog onduidelijkheid over de voorwaarden voor het gebruik hiervan. Bovendien heeft dit raakvlakken met bestaande (rijks-)wetgeving. Het kabinet zal zich inspannen om het voorstel te laten verduidelijken met betrekking tot deze leningsvoorwaarden. Belangrijk is dat deze voorwaarden transparant en flexibel zijn, en er coherentie is met bestaande wetgeving en financiƫle kaders binnen het Koninkrijk.
Eerste inschatting van krachtenveld
Er zijn drie lidstaten met LGO: Denemarken, Frankrijk en Nederland. Dit leidt ertoe dat deze drie lidstaten tijdens de onderhandelingen in de Raad steun bij elkaar zullen moeten zoeken. De posities van de verschillende LGO zijn hierbij ook van belang en binnen die groep heeft Groenland een bijzondere positie. Nederland zet er dan ook op in om waar mogelijk in gezamenlijkheid met enerzijds de Nederlandse LGO en anderzijds de lidstaten Denemarken en Frankrijk tot een gedeelde lijn te komen ten aanzien van dit voorstel. Hoewel de positie van andere lidstaten op dit moment nog niet formeel bekend is, hebben met name Oost-Europese lidstaten zich in het verleden kritisch opgesteld ten opzichte van LGO-financiering.
Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
Bevoegdheid
Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet of de EU handelt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de EU-verdragen zijn toegedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. Het voorstel is gebaseerd op art. 203 VWEU. Art. 203 VWEU geeft de Raad de bevoegdheid tot het vaststellen van de bepalingen betreffende de wijze van toepassing en procedures van de associatie van de EU met de landen en gebieden overzee. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag.
Subsidiariteit
Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet de subsidiariteit van het optreden van de Commissie. Dit houdt in dat het kabinet op de gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen of wanneer sprake is van een voorstel dat gezien zijn aard enkel door de EU kan worden uitgeoefend, toetst of het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kan worden bereikt (het subsidiariteitsbeginsel). Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Het voorgestelde besluit heeft tot doel het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van de LGO en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen de LGO en de EU. Het totstandkomen van nauwe economische betrekkingen tussen de LGO en de EU kan per definitie niet op lidstaatniveau bereikt worden. Om die reden is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Proportionaliteit
Als onderdeel van de toets of de EU mag optreden conform de EU-verdragen toetst het kabinet of de inhoud en vorm van het optreden van de Unie niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de EU-verdragen te verwezenlijken (het proportionaliteitsbeginsel). Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het LGO-besluit heeft tot doel het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van de LGO en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen de LGO en de EU. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat het uitgaat van een flexibele en brede aanpak (o.a. op klimaat, educatie, voedselzekerheid en digitale connectiviteit) die op de situatie van elke LGO kan worden afgestemd. Dit maatwerk bij de financiering van projecten vergroot de kans op het daadwerkelijk bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van de LGO en het versterken van de economische betrekkingen tussen de LGO en de EU. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat de acties zich uitsluitend richten op betrekkingen tussen de LGO en de EU waarbij de flexibele aanpak ervoor zorgt dat lidstaten genoeg beleidsruimte behouden voor hun eigen relaties met de LGO.
Financiƫle consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Consequenties EU-begroting
De onderhandelingen over de toekomst van het ECF zijn wat betreft de financiƫle aspecten, integraal onderdeel van de onderhandelingen over het MFK 2028-2034. Het kabinet hecht eraan dat besprekingen over dit voorstel niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende de budgettaire omvang van het MFK. De beleidsmatige inzet van het kabinet bij het ECF moet ondersteunend zijn aan de overkoepelende kabinetsinzet in de MFK-onderhandelingen zoals hierboven toegelicht, te weten een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK. Dit vraagt scherpe keuzes. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.
Onder het nieuwe MFK wordt EUR 999 miljoen (lopende prijzen) gereserveerd voor het aangepaste LGO-besluit. Hiervan is EUR 425 miljoen beschikbaar voor de Nederlandse en Franse LGO. Ten opzichte van de huidige periode (2021ā2027) stelt de Commissie een nominale stijging van 100% voor. Deze middelen komen uit begrotingshoofdstuk 6: Ā«Neighbourhood and the WorldĀ». Daarmee wordt het instrument voor de LGOās binnen de begroting geplaatst.
Financiƫle consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of medeoverheden
Van de beschikbare middelen komt EUR 425 miljoen (lopende prijzen) rechtstreeks ten goede aan de Franse en Nederlandse LGO. De projectvoorstellen worden, na honorering, volledig gefinancierd vanuit de Europese Unie. Het kabinet zet in op een beperking van de stijging van de Nederlandse afdrachten aan de EU. De inzet in de onderhandelingen zal daartoe bestaan uit een combinatie van een acceptabele omvang van het MFK en een voor Nederland acceptabel aandeel in de nationale bijdragen via het eigenmiddelenbesluit. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. Eventuele tegenvallers op de EU-afdrachten die volgen uit de MFK onderhandelingen dienen gedekt te worden op de Rijksbegroting.
Financiƫle consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger
N.v.t.
Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Het voorgestelde besluit is mede bedoeld ter bescherming en bevordering van strategische belangen van de EU in een context van toenemende geopolitieke spanningen en economische concurrentie. Omdat de financiering van acties onder dit besluit voort kunnen komen uit het Global Europe instrument en het ECF, die beide aanzienlijk strategischer en politieker zijn ingestoken dan voorgaande instrumenten, kan de EU mogelijkerwijs haar geopolitieke slagkracht vergroten met dit besluit.
Implicaties juridisch
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Het nieuwe LGO besluit is gebaseerd op het huidige LGO en leidt niet tot wijzigingen in nationale en decentrale regelgeving.
Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Er wordt ƩƩn gedelegeerde handeling voorgesteld. Op grond van artikel 1, lid 13, van het voorstel wordt artikel 88, lid 2, van het bestaande LGO besluit gewijzigd. De Commissie wordt daarmee gemachtigd om gedelegeerde handelingen vast te stellen om het in artikel 81, lid 5, van het voorstel opgenomen voorzieningspercentage van 9% voor leningen die beschikbaar worden gesteld voor de LGOās te wijzigen in overeenstemming met de beoordeling bedoeld in artikel 41, lid 5, onder g), van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 en in overeenstemming met het risicobeheerkader van de Commissie. Het toekennen van deze bevoegdheid is mogelijk, omdat het niet-essentiĆ«le onderdelen van de basishandeling betreft. Toekenning van deze bevoegdheid acht het kabinet wenselijk, omdat er behoefte is aan flexibiliteit m.b.t. het beschikbaar stellen van aanvullende financieringsmogelijkheden voor de LGO. Delegatie i.p.v. uitvoering ligt hier voor de hand omdat het hier gaat om het wijzigen van de basishandeling. Het kabinet acht deze bevoegdheid voldoende afgebakend.
Onder artikel 1, lid 8 van het voorstel wordt twee uitvoeringshandelingen voorgesteld:
Ter amendering van artikel 81, lid 3 betreft dit de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen om de hoogte en duur van de lening vast te stellen voor specifieke LGO, in lijn met de onderzoeksprocedure.
Ter amendering van artikel 82, lid 3 betreft dit de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen om de programma documenten, actieplannen en regelingen vast te stellen, in lijn met de onderzoeksprocedure.
Het toekennen van deze uitvoeringshandelingen is mogelijk, omdat het niet essentiƫle onderdelen van de basishandeling betreft. Toekenning van deze bevoegdheden acht het kabinet wenselijk, omdat de uitvoeringshandelingen voorzien voor dermate gedetailleerde en specifieke onderdelen van het besluit dat het regelen van deze zaken in de basishandeling onwerkbaar en dus onwenselijk zou zijn. De keuze voor uitvoering i.p.v. delegatie ligt hier voor de hand omdat de maatregelen die worden getroffen niet van algemene strekking zijn.
De leningen, programma documenten en actieplannen bedoeld zijn voor specifieke LGO. De uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 5 van verordening 182/2011. Toepassing van deze procedure is volgens het kabinet wel op zijn plaats omdat het gaat om programmaās die aanzienlijke implicaties hebben (artikel 2, lid 2, sub b, onder i), van verordening 182/2011). Het kabinet acht het dus wenselijk om middels het gebruik van deze procedure de belangen van de lidstaten verder te borgen.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Het besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. En is van toepassing vanaf 1 januari 2028. Dit is volgens het kabinet haalbaar.
Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Het instrument wordt na uiterlijk 4 jaar geƫvalueerd. Dit is ongeveer halverwege het programma. Het kabinet acht dit wenselijk.
Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
N.v.t.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen.
eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52025DC0570ā©ļø
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32021D1764ā©ļø
De UPG-status is een alternatief van de LGO-status. De kern van de UPG-status is dat, in tegenstelling tot de LGO-status, het Europees recht in beginsel volledig van kracht is.ā©ļø
Kamerstuk 22 112, nr. 4153ā©ļø
https://commission.europa.eu/publications/overseas-association-including-greenland_enā©ļø
eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52024DC0208ā©ļø
Kamerbrief Nederlandse inzet onderhandelingen MFK 2028 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nlā©ļø
Interreg is een Europese subsidieregeling voor ruimtelijke en regionale ontwikkeling.ā©ļø