Amendement van het lid Ceder over het in dit begrotingsjaar verhogen van de middelen voor projecten die samenwerking en verzoening tussen Israëli’s en Palestijnen bevorderen
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2026
Amendement
Nummer: 2025D44160, datum: 2025-10-14, bijgewerkt: 2025-10-23 15:17, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36800-V-17).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van kamerstukdossier 36800 V-17 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2026.
Onderdeel van zaak 2025Z18941:
- Indiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
36 800 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2026
Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID CEDER
Ontvangen 14 oktober 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 250 (x € 1.000).
II
In artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 250 (x € 1.000).
Toelichting
Dit amendement beoogt de beschikbare middelen voor projecten die samenwerking en verzoening tussen Israëli’s en Palestijnen «van onderop» bevorderen het komend begrotingsjaar met € 250.000 te verhogen. Door het toegenomen budget kunnen bestaande, lopende projecten opnieuw gefinancierd worden en kunnen ook een aantal nieuwe projecten toegevoegd worden.
Gezien de aanval van Hamas in Israël op 7 oktober 2025 en de verwoestende Gaza-oorlog met veel burgerslachtoffers aan Palestijnse zijde, lijkt vrede verder weg dan ooit. Het lijkt in het licht van het ondertekende vredesakkoord dan ook meer dan ooit noodzakelijk dat er wordt geïnvesteerd in projecten om verzoening en samenwerking te bevorderen. Juist relatief kleine projecten die werken «van onderop» dragen hieraan bij. Via dergelijke projecten ontmoeten Palestijnen en Israëli’s elkaar vaak voor het eerst waardoor wederzijdse vooroordelen geregeld verdwijnen en er actief wordt samengewerkt.
De criteria op grond waarvan projecten in aanmerking komen voor subsidiëring worden op zo’n manier toegepast, dat projecten die het hoofddoel, namelijk «vrede van onderop» door het tegengaan van polarisatie en het stimuleren van onderling begrip, vergroten in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring. Op die manier kunnen meer waardevolle projecten ondersteund gaan worden en kan Nederland een belangrijke rol spelen in een stabiele Midden-Oost en vreedzame co-existentie tussen Israeli’s en Palestijnen.
De dekking wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte middelen op artikel 1.
Ceder