Reactie op verzoek commissie over de opzet periodieke rapportage beleid Luchtkwaliteit
Luchtkwaliteit
Brief regering
Nummer: 2025D44337, datum: 2025-10-16, bijgewerkt: 2025-10-16 17:17, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30175 -479 Luchtkwaliteit.
Onderdeel van zaak 2025Z19020:
- Indiener: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-12-03 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
De Commissie van Infrastructuur en Waterstaat deed enkele verzoeken en constateringen1 naar aanleiding van de kamerbrief Periodieke Rapportage beleid Luchtkwaliteit2. Deze antwoordbrief bevat de reactie hierop.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT - OPENBAAR VERVOER EN MILIEU,
A.A. (Thierry) Aartsen
De commissie verzoekt u om beleidsmaatregelen van decentrale overheden wel mee te nemen in de scope. Een belangrijk deel van de middelen is hier immers (via de specifieke uitkering) aan besteed. Bovendien was het juist een aanbeveling uit het IBO-luchtkwaliteit om ook maatregelen op decentraal niveau te evalueren.
De commissie verzoekt u daarnaast om eventuele hiaten in de beschikbare evaluaties aan te vullen, bijvoorbeeld door informatie op te halen bij decentrale overheden.
De maatregelen die cofinanciering ontvingen via de specifieke uitkering voor het Schone Lucht Akkoord (SpUk-SLA) zullen worden meegenomen binnen de onderzoeksvraag “Zijn de maatregelen genomen uit het SLA doeltreffend en doelmatig?”.
De overige decentrale luchtkwaliteitsmaatregelen, die geen cofinanciering ontvingen, kunnen binnen de kaders van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 2022 niet op dezelfde manier beoordeeld worden op doeltreffendheid en doelmatigheid. Het evalueren van dergelijke maatregelen op doeltreffende en doelmatige besteding van de eigen middelen is aan de decentrale overheden.
Deze maatregelen dragen echter wel bij aan de doelen van het SLA. De opdrachtnemer zal daarom gevraagd worden om relevante rapportages en informatie van uitvoeringsorganisaties en decentrale overheden over decentrale maatregelen actief te benutten. Hierdoor kan een vollediger oordeel worden gegeven over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het SLA-convenant als instrument binnen het Rijksbeleid op luchtkwaliteit. De opdrachtnemer wordt ook gevraagd om eventuele hiaten in de beschikbare evaluaties aan te vullen met beschikbare evaluaties van decentrale overheden.
De commissie constateert dat in de lijst onderzoeksrapporten een evaluatie van de inruilregeling voor brom- en snorfietsen ontbreekt.
De evaluatie van de inruilregeling brom- en snorfietsen wordt verwacht in 2027 en is dus niet op tijd gereed. De eerste tussentijdse resultaten komen echter wel in 2026 beschikbaar. Deze gaan met name in op de eerste inzichten uit de pilots van de eerste aanvraagperiode (2024). De opdrachtnemer zal worden gevraagd om met een gedegen voorstel te komen om de tussentijdse resultaten mee te nemen in de beoordeling van het overkoepelend beleid als onderdeel van de onderzoeksvraag “Zijn de maatregelen genomen uit het SLA doeltreffend en doelmatig?”.
De commissie verzoekt u ten slotte een onderzoeksvraag toe te voegen hoe het beleid kan worden verbeterd.
De opdrachtnemer zal worden gevraagd deze extra onderzoeksvraag te beantwoorden als onderdeel van het actualiseren en toekomstbestendig maken van de beleidstheorie.