[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken maatregelen netcongestie Flevopolder, Gelderland en Utrecht (FGU)

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Brief regering

Nummer: 2025D44346, datum: 2025-10-16, bijgewerkt: 2025-10-28 08:14, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29023-598).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -598 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.

Onderdeel van zaak 2025Z19022:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 598 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2025

Schaarste aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnet (netcongestie) is een grote uitdaging waar inmiddels alle regio’s in het land mee te kampen hebben. Het kabinet heeft de Kamer op 6 oktober jl. geïnformeerd over de voortgang en vooruitzichten van de landelijke aanpak van netcongestie1. De situatie was en is het meest urgent in de FGU-regio (provincie Flevoland met uitzondering van de Noordoostpolder, en de provincies Gelderland en Utrecht). In april 2024 is de Kamer geïnformeerd over het maatregelenpakket waarmee het Rijk en de regionale Energy Boards – provincies, gemeenten en netbeheerders – gezamenlijk verlichting bieden voor het volle stroomnet in deze regio2. Met deze brief informeert het kabinet de Kamer over de voortgang en voorlopige opbrengst van dit maatregelenpakket, en over de stappen die zijn gezet om meer grip te krijgen op de netcongestieproblematiek door het aanscherpen van de prognoses en rekenmodellen waarmee netbeheerders de (toekomstige) netbelasting bepalen.

De meest recente doorrekeningen laten zien dat de gezamenlijke aanpak van netcongestie in de FGU-regio effect begint te sorteren. Waar vorig jaar het beeld was dat de snelgroeiende vraag naar transportcapaciteit zonder aanvullende maatregelen zou leiden tot structurele overbelasting van het regionale stroomnet – met als gevolg risico op grootschalige uitval en het stilvallen van het aansluiten van woningen, bedrijven en laadpalen in de gehele regio – is dat beeld inmiddels genuanceerder. Het FGU-net blijft op momenten zwaar belast, maar de pieken nemen door de maatregelen merkbaar af en beperken zich steeds meer tot lokale knelpunten in plaats van de gehele regio.

Doordat de geplande netuitbreidingen in de Flevopolder en Gelderland grotendeels volgens planning verlopen, ontstaat daar naar verwachting vanaf 2030 voorzichtig ruimte voor de realisatie van maatschappelijke doelen op het gebied van economie. Voortdurende inzet op de ingezette maatregelen blijft daarbij wel noodzakelijk.Tegelijkertijd blijft de congestiesituatie in de provincie Utrecht zeer nijpend. De vertraging in de realisatie van de netuitbreidingen, met name de bouw van hoogspanningsstation Utrecht-Noord3, heeft als negatieve consequentie dat er specifiek in Utrecht significante knelpunten blijven bestaan, die bovendien in de tijd verder toenemen. Met de huidige verwachte opbrengst van de maatregelen worden de knelpunten nog niet op alle plekken opgelost. Daarom zullen de netbeheerders zich in toenemende mate richten op aansluiten op basis van lokaal beschikbare ruimte. Inzet op de maatregelen om piekbelasting structureel te verlagen blijft, zowel op de korte als de lange termijn, de hoogste prioriteit om een (tijdelijke) aansluitstop in de toekomst te voorkomen.

Aangescherpte prognoses leiden tot meer grip op netcongestie

Netbeheerders bepalen de verwachte overbelasting van het net met behulp van metingen en rekenmodellen, waarin onder meer de groei van nieuwbouwwoningen, laadpunten en warmtepompen wordt meegenomen. De afgelopen periode zijn deze prognoses in nauwe afstemming met stakeholders geactualiseerd en aangescherpt. Daardoor is de verwachte netbelasting realistischer ingeschat en kleiner dan eerder geraamd. In de Flevopolder en Gelderland zorgen de geplande netuitbreidingen vanaf 2030 voor verlichting van de problematiek. In Utrecht duren de netuitbreidingen langer, waardoor de netbelasting in deze provincie richting 2033 verder oploopt. De betrokken partijen in Utrecht werken met het versnellingspakket aan het zoveel mogelijk beperken van de vertraging, om de congestie zo snel mogelijk te verlichten. In april jl. is de Kamer geïnformeerd over het versnellingspakket om de uitbreiding van het stroomnet te versnellen.4

Ingezette maatregelen zijn effectief om de overbelasting te beperken

De afgelopen maanden hebben de betrokken partijen gewerkt aan gerichte maatregelen om de piekbelasting op het FGU-net te beperken en zo overbelasting van het net te voorkomen. De uitvoering is een kwestie van lange adem, onder meer vanwege vergunningstrajecten, benodigde aanpassingen in wet- en regelgeving en complexe onderhandelingen. Mede door de bereidheid van partijen om stappen te zetten die niet vanzelfsprekend of eenvoudig zijn, laten de gezamenlijke inspanningen zien dat de maatregelen tot resultaten leiden, waardoor het aantal knelpunten wordt beperkt. Uiteraard blijft het onverminderd belangrijk dat de betrokken partijen ook de komende periode maximaal op de maatregelen blijven inzetten. Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen.

Regelbaar vermogen

Het bijplaatsen van stroomgeneratoren op strategische punten in het net vermindert de transportvraag en helpt zo overbelasting te voorkomen op spitsmomenten. Netbeheerders vragen marktpartijen via aanbestedingen («flextenders») om regelbaar vermogen als dienst aan te bieden. In Utrecht sloten Stedin en TenneT een contract af met de combinatie van Flexpowernet en Rolls Royce waarmee circa 60 MW regelbaar vermogen beschikbaar komt, dat vanaf 2026 ingezet kan worden. Deze maatregel betekent in de praktijk extra opwek met fossiele brandstof. Daarom zal de inzet worden beperkt tot een minimum, enkel op piekmomenten waarop dit echt noodzakelijk is.

Daarnaast heeft TenneT een akkoord bereikt met energiebedrijf Eneco om twee warmtekrachtcentrales langer in bedrijf te houden. De centrales worden ingezet op momenten dat er lokaal extra stroom nodig is. De overeenkomst tussen TenneT en Eneco loopt tot eind 2029, met een mogelijke verlenging tot 2034.

Tenslotte blijven netbeheerders, in samenwerking met de provincies, op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor de inzet van (bestaand) regelbaar vermogen.

Netondersteunende opslag

Net als stroomgeneratoren kunnen ook grootschalige batterijsystemen bijdragen aan het voorkomen van overbelasting, mits er adequate afspraken worden gemaakt over de netondersteunende inzet. TenneT, Stedin en Liander hebben de mogelijkheden onderzocht om grootschalige batterijsystemen van marktpartijen in te passen op het FGU-net. Dit heeft ertoe geleid dat er op korte termijn 48 MW aan batterijsystemen wordt ingepast. De netbeheerders verwachten dat er richting 2030 voor circa 120 MW aan congestieverzachtende batterijsystemen gecontracteerd kunnen worden in de regio.

Congestiemanagement bij bedrijven

Grote verbruikers (meer dan 1 MW) worden door hun netbeheerder benaderd om op piekmomenten tijdelijk en tegen vergoeding minder elektriciteit af te nemen of juist terug te leveren. Sinds eind vorig jaar geldt in Utrecht en sinds april van dit jaar ook in Flevoland en Gelderland een verplichting voor bedrijven om hieraan mee te werken. In de praktijk blijkt dit echter lastig voor bedrijven, omdat de verzoeken van de netbeheerders vaak moeilijk zijn om in te passen in de bedrijfsprocessen. Ondanks dat meer dan 3.700 bedrijven in Flevoland, Gelderland en Utrecht zijn benaderd, blijft de gerealiseerde piekreductie door het afsluiten van capaciteitsbeperkende contracten (CBC’s) vooralsnog beperkt.

Toch zal congestiemanagement bij grootverbruikers de komende jaren een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het tegengaan van netcongestie. Netbeheerders werken aan de doorontwikkeling van de contractvormen, en het instrumentarium van congestiemanagement wordt in samenwerking met de ACM aangescherpt. Zoals aangegeven in de netcongestie-brief van 6 oktober is het kabinet in gesprek met netbeheerders en het bedrijfsleven om knelpunten op weg naar grootschalige implementatie van nieuwe contractvormen op te lossen. Deelname voor bedrijven moet begrijpelijker en aantrekkelijker worden, zodat het instrument effectiever kan worden ingezet.

Zwaarder belasten van het net en andere technische ingrepen

TenneT, Stedin en Liander hebben de mogelijkheden onderzocht om onderdelen van het net tijdelijk zwaarder te belasten, om alles uit het net te halen wat er in zit. Daarbij wordt intensief afgestemd met partijen bij wie dit invloed kan hebben op hun infrastructuur, zoals ProRail en Gasunie. Daarnaast is in de verbinding tussen Breukelen en Lelystad een tijdelijke schakelstand gerealiseerd, waarmee stroom op piekmomenten kan worden omgeleid om kritieke netschakels te ontlasten. Deze technische ingrepen leveren, als afstemming met ProRail en Gasunie succesvol is afgerond, naar verwachting circa 90 MW aan extra congestieverlichting op.

De maatregelen rond netbewuste nieuwbouw, verduurzaming van bestaande gebouwen en netbewust laden worden met de betrokken partijen uitgevoerd in het kader van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN). Voor de voortgang van de acties in het LAN verwijst het kabinet naar de recente Kamerbrief en de actualisatie van de LAN-voortgang.5

Nationale maatregelen LAN zijn nodig voor de toekomst

Naast de gerichte maatregelen voor de FGU-regio wordt in het LAN gewerkt aan een nationaal toekomstbestendig systeem waarin kleinverbruikers slimmer en efficiënter gebruik maken van het net. Met een aangepast nettarief en slimme apparaten die automatisch reageren op prijsprikkels wordt het voor bedrijven en huishoudens aantrekkelijk en eenvoudiger om hun verbruik te verschuiven naar momenten waarop het net minder wordt belast. De invoering van dit systeem is voorzien in 2028 en zal vanaf dan ook effect hebben op het net in de FGU-regio.

Deze nationale maatregelen kunnen dan ook helpen om de knelpunten op te vangen die ontstaan door de vertraging van de netuitbreidingen in Utrecht.

Werken aan perspectief voor bedrijven op de wachtrij in Gelderland en Flevopolder

Het bieden van perspectief aan bedrijven op de wachtrij is een belangrijke ambitie in de gezamenlijke congestieaanpak binnen de FGU-regio. Uitgaande van het huidige beeld dat de maatregelen en netuitbreidingen in de Flevopolder en Gelderland zorgen voor een significante daling van de overbelasting in 2030, ontstaat er in deze provincies naar verwachting ruimte om vrijgemaakte transportcapaciteit lokaal gecontroleerd vrij te geven aan partijen op de wachtrij. Dit moet echter wel zorgvuldig gebeuren, omdat in Utrecht de knelpunten juist oplopen en de netten in de drie provincies met elkaar verbonden zijn.

Hoewel dit een ambitieus doel is, hebben Rijk, provincies, gemeenten en netbeheerders nadrukkelijk de intentie uitgesproken om hier maximaal op in te zetten. De partijen blijven zich dan ook maximaal inzetten voor het aansluiten en het bieden van perspectief voor partijen die wachten op een grootverbruik-aansluiting.

Vervolg van de FGU aanpak

De komende periode blijft de aanpak in de FGU-regio onverminderd urgent. De ingezette maatregelen bieden weliswaar perspectief, maar moeten nog daadwerkelijk volledig worden gerealiseerd. Voor de geplande netuitbreidingen geldt hetzelfde: het is van groot belang dat deze zonder verdere vertraging worden uitgevoerd. Hoe eerder deze zijn gerealiseerd, hoe meer perspectief voor partijen in de wachtrij ontstaat. De komende tijd zal de nadruk daarom meer liggen op de uitvoering, het zorgvuldig monitoren van de voortgang en het tegengaan van resterende lokale kritieke knelpunten.

De ervaringen die in de FGU-regio worden opgedaan, kunnen daarnaast ook nationaal worden benut. Het actualiseren en verfijnen van prognoses kan mogelijk ook in andere gebieden perspectief voor nieuwe aansluitingen. Evenzo kunnen ervaringen met maatregelen als congestiemanagementcontracten, flexibele opwek, slim laden en netbewuste nieuwbouw ook buiten de regio worden toegepast. De bredere inzet van deze maatregelen in andere regio’s pakken we, samen met de betrokken partijen, binnen het LAN op. De specifieke toepassing en het effect van deze maatregelen kunnen wel per regio sterk verschillen, vanwege grote verschillen in de fysieke omstandigheden van het net en de aangeslotenen.

Gezien de urgentie van de netcongestieproblematiek is het van belang deze kansen volledig te benutten. Het kabinet zet zich daar komende periode met netbeheerders, medeoverheden en marktpartijen onverminderd voor in.

De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans


  1. Kamerstuk 29 023, nr. 597↩︎

  2. Kamerstuk 29 023, nr. 510↩︎

  3. Zie ook: www.tennet.eu/nl/projecten/provincies/utrecht/utrecht-noord↩︎

  4. Kamerstuk 29 023, nr. 566↩︎

  5. Kamerstuk 29 023, nr. 597↩︎