Landenbeleid Libië
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D44930, datum: 2025-10-27, bijgewerkt: 2025-10-31 15:08, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3492).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3492 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z19259:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-11-27 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3492 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2025
Op 25 juli 2025 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een algemeen ambtsbericht met het Ministerie van Asiel en Migratie gedeeld over de situatie in Libië. Het ambtsbericht beslaat de periode van februari 2023 tot en met mei 2025. Het nieuwe ambtsbericht geeft aanleiding om het huidige beleid t.a.v. asielzoekers uit Libië aan te passen.
Algemeen
Tijdens de verslagperiode was er in Libië geen sprake van een grootschalig gewapend conflict en is de politieke situatie in Libië niet noemenswaardig gewijzigd ten opzichte van de vorige verslagperiode. In april 2025 liepen de spanningen in Tripoli opnieuw op. Verschillende bronnen meldden een grote mobilisatie van troepen met zwaar geschut naar de hoofdstad Tripoli. Deze spanningen sluimerden voort en escaleerden in de avond van 12 mei 2025 opnieuw. Dit leidde tot de hevigste gevechten in jaren in Tripoli. De zorg was dat het conflict zou ontaarden in een grootschalige gewapende confrontatie van gewapende actoren uit heel Libië, zoals in 2019 en 2020 plaatsvond met het offensief van de regering in het oosten tegen de regering in het westen. In de loop van de dag van 14 mei 2025 werd een wapenstilstand overeengekomen. Aan het einde van de verslagperiode hield deze wapenstilstand stand. De situatie bleef echter zeer gespannen, met risico op hernieuwde escalatie.
Beleid t.a.v. art. 15, onder c, Kwalificatierichtlijn
Er is op dit moment in Libië geen sprake van situatie waarin iedere burger uit Libië enkel door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 15, onder c, Kwalificatierichtlijn. Desalniettemin kunnen burgers in het noordwesten van Libië, met name Tripoli, en in Benghazi een risico lopen om slachtoffer te worden van willekeurig geweld. Hoewel er veiligheidsstructuren aanwezig zijn, gebruiken de strijdende partijen soms middelen die kunnen leiden tot burgerdoden. Ondanks het feit dat deze middelen vooral worden ingezet in dichtbevolkte gebieden is het aantal slachtoffers onder de burgerbevolking relatief laag. Dit komt doordat burgers bij deze aanvallen niet het primaire doel zijn. Het risico om getroffen te worden door willekeurig geweld is daardoor dermate klein dat er altijd sprake moet zijn van aanvullende individuele omstandigheden.
Ik heb daarom besloten om de situatie in het noordwesten van Libië (inclusief Tripoli en Sirte) en Benghazi te kwalificeren als een 15c-situatie in de laagste gradatie en het beleid ten aanzien van de overige delen van Libië ongewijzigd te laten.
Handhaving overige onderdelen
Het beleid aangaande de overige onderdelen (risicoprofielen, binnenlands beschermingsalternatief en adequate opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen) blijft ongewijzigd. Het ambtsbericht geeft geen aanleiding om het beleid op deze onderdelen aan te passen.
De Minister van Asiel en Migratie,
D.M. van Weel