Preview document (🔗 origineel)

---

Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met een nieuwe vergunningplicht bij bepaalde asbestwerkzaamheden ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668 [KetenID WGK026462]

Voorstel van wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668 noodzakelijk is om in de Arbeidsomstandighedenwet een vergunningplicht op te nemen voor het verrichten van bepaalde asbestgerelateerde werkzaamheden;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

De Arbeidsomstandighedenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘andere personen’ wordt vervangen door ‘andere personen of instellingen’.

2. De zinsnede ‘indien dat noodzakelijk is’ wordt vervangen door ‘indien dat strekt tot’.

B

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a. Elektronisch verkeer via landelijke voorziening Omgevingswet

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het voldoen aan een informatieverplichting op grond van deze wet, in daarbij aangewezen gevallen elektronisch kan plaatsvinden via de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 20.21 van de Omgevingswet.

C

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19a. Vergunningplicht bij asbestwerkzaamheden

1. Tenzij Onze Minister hiervoor een vergunning heeft verleend, is het een bedrijf verboden om de volgende werkzaamheden uit te voeren:

1. asbestverwijderingswerkzaamheden;

2. sloopwerkzaamheden waarbij personen worden of kunnen worden blootgesteld aan asbest; of

3. het bewerken van asbest, in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de aanvraag, verlening, wijziging, schorsing en intrekking van de vergunning, over de geldigheidsduur, over de reikwijdte van de vergunning met betrekking tot het type werkzaamheden, over de voorschriften die aan een vergunning kunnen worden verbonden en over de bij een aanvraag te overleggen gegevens.

3. Van bedrijven die beschikken over een geldige vergunning maakt Onze Minister op bij ministeriële regeling te bepalen momenten en op de in die regeling te bepalen wijze de volgende gegevens openbaar:

a. de handelsnaam;

b. het nummer, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007;

c. het kenmerk van de vergunning;

d. de soort vergunning en de categorieën werkzaamheden die met de vergunning mogen worden uitgevoerd.

4. Onze Minister kan een vergunning weigeren of intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat Onze Minister een besluit neemt over de weigering of intrekking kan hij het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies vragen als bedoeld in artikel 9 van die wet.

D

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ’18 en 19’ vervangen door ’18, 19 en 19a, eerste lid’.

2. In het tweede lid wordt ‘en 16, tiende lid,’ vervangen door ‘16, tiende lid, en 19a, tweede lid,’.

E

Na artikel 45 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 45a. Overgangsbepaling vergunningplicht asbestwerkzaamheden

1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald dat artikel 19a tijdelijk niet van toepassing is op bedrijven die:

a. tijdig een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 19a hebben ingediend; en

b. voldoen aan daarbij te stellen regels of behoren tot een daarbij aan te wijzen categorie.

2. De toepassing van het eerste lid eindigt voor een bedrijf zodra op de aanvraag een besluit is genomen en uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van artikel 19a.

3. Indien dat noodzakelijk is, kan de periode van zes maanden, genoemd in het tweede lid, door Onze Minister worden verlengd tot het moment waarop op alle initiële aanvragen is beslist. Van een dergelijk besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel II

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 juli 2025 ingediende voorstel van wet tot

wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de invoering van een meld- en vergewisplicht bij arbeidsongevallen voor degene die een werknemer ter beschikking heeft gesteld aan een werkgever voor het verrichten van arbeid (Wet invoering meld- en vergewisplicht arbeidsongevallen voor uitleners) (Kamerstukken 36 781) tot wet is of wordt verheven en die wet:

1. eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, komt artikel I, onderdeel D, van deze wet te luiden:

D

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ’19 en 23a, eerste tot en met vijfde lid’ vervangen door ’19, 19a, eerste lid, en 23a, eerste tot en met vijfde lid’.

2. In het tweede lid wordt ‘16, tiende lid, en 23a, zevende lid,’ vervangen door ‘16, tiende lid, 19a, tweede lid, en 23a, zevende lid,’.

2. later in werking treedt dan deze wet, komt artikel I, onderdeel D, van die wet te luiden:

D

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt ‘9, eerste en tweede lid’ vervangen door ‘9, eerste, tweede en derde lid’ en wordt ‘19 en 19a, eerste lid’ vervangen door ‘19, 19a, eerste lid, en 23a, eerste tot en met vijfde lid’.

2. In het tweede lid wordt ‘16, tiende lid, en 19a, tweede lid,’ vervangen door ‘16, tiende lid, 19a, tweede lid, en 23a, zevende lid,’.

Artikel III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken  en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel