Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met een nieuwe vergunningplicht bij bepaalde asbestwerkzaamheden ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
Nummer: 2025D45049, datum: 2025-10-28, bijgewerkt: 2025-10-29 14:44, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- Mede ondertekenaar: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van kamerstukdossier 36843 -4 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met een nieuwe vergunningplicht bij bepaalde asbestwerkzaamheden ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668 .
Onderdeel van zaak 2025Z19292:
- Indiener: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-12-02 16:30: Procedurevergadering Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
| Datum | 27 oktober 2025 |
|---|---|
| Betreft | Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met een nieuwe vergunningplicht bij bepaalde asbestwerkzaamheden ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668, met memorie van toelichting. |
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 4 juli 2025, nr. 2025001521, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 augustus 2025, nr. W12.25.00162/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 4 juli 2025, no.2025001521, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met een nieuwe vergunningplicht bij bepaalde asbestwerkzaamheden ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2023/2668, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen
opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Nader rapport
Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen en zij adviseert het voorstel in te dienen.
Bij de werkzaamheden aan de algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) die nodig is ter implementatie van de genoemde richtlijn, is geconstateerd dat het wetsvoorstel op een aantal punten een beperkte aanvulling nodig heeft.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om deze wijzigingen nog door te voeren in het wetsvoorstel. Het gaat om het volgende.
Artikel 16, negende lid, is aangepast om in het Arbeidsomstandighedenbesluit de normadressaat uit te kunnen breiden naar de asbestinventariseerder, de eindinspectie-instelling en de erkende opleider.
Met artikel 16a wordt de mogelijkheid gecreëerd dat de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 20.21 van de Omgevingswet, breder kan worden ingezet dan enkel in het kader van de Omgevingswet. Om te kunnen voorzien in één meldpunt voor alle asbestmeld- en informatieplichten is deze grondslag nodig. Daarmee kan de regeldruk worden beperkt.
Artikel 19a, derde lid, is aangevuld met de grondslagen voor het openbaar maken van informatie over de vergunning.
In artikel 45a is een overgangsbepaling opgenomen waarmee wordt geregeld dat bedrijven gedurende een bepaalde periode na inwerkingtreding van het wetsvoorstel de gelegenheid krijgen om aan de vergunningplicht te voldoen.
Artikel II regelt de samenloop van dit wetsvoorstel met het wetsvoorstel in verband met de Wet invoering meld- en vergewisplicht arbeidsongevallen voor uitleners. Dit is nodig omdat nu nog niet vaststaat welke wijziging als eerste in werking zal treden indien zij beide tot wet worden verheven.
De memorie van toelichting is met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht. Tot slot zijn in de memorie van toelichting enkele tekstuele verbeteringen aangebracht.
Ik verzoek U het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel |
|---|